Om een bocht te maken, vermindert u de druk op de kant
van de bovenste duwboom in de richting waarin u wilt
afslaan (Fig. 17).
Figuur 17
1. Bovenste duwboom
2. Onderste duwboom
Achteruitrijden
1. Om achteruit te rijden, zet u de schakelhendel in de
achteruit-stand.
2. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten,
blz. 19.
3. Druk de onderste duwboom en de handgreep langzaam
tegen elkaar om achteruit te rijden (Fig. 17).
De onderste duwboom
gebruiken
Op deze wijze kunt u een stoeprand oprijden. Dit kan
voorwaarts of achterwaarts gebeuren.
Opmerking: Bij sommige stoepranden kunnen de
achterwielen geen contact maken met de stoeprand. In dit
geval moet u de machine in een hoek de stoeprand oprijden.
Waarschuwing
Een mes kan worden verbogen of beschadigd als u
een stoeprand oprijdt. Uitgeworpen stukjes mes
kunnen ernstig of zelfs fataal letsel van bestuurder
of omstanders veroorzaken.
Laat de messen niet draaien als u een stoeprand
voorwaarts of achterwaarts oprijdt.
Een stoeprand voorwaarts oprijden
1. Schakel de maaimessen uit.
2. Zet de machine in de eerste versnelling.
1
2
3
m–6443
3. Schakelhendel
21
3. Laat de machine rijden totdat de zwenkwielen contact
maken met de stoeprand (Fig. 18).
4. Breng de voorkant van de machine omhoog door de
handgreep omlaag te drukken (Fig. 18).
5. Laat de machine rijden totdat de achterwielen contact
maken met de stoeprand (Fig. 18).
6. Laat de voorkant van de machine zakken (Fig. 18).
Opmerking: Beide achterwielen moeten contact maken
met de stoeprand en de zwenkwielen moeten recht staan.
7. Druk tegelijkertijd op de onderste duwboom en rij de
machine de stoeprand op met behulp van de handgreep
(Fig. 17 en 18).
Opmerking: Als u de handgreep gebruikt, kunt u de
machine gemakkelijker een stoeprand laten oprijden en
zullen de achterwielen niet ronddraaien.
2
3
Figuur 18
1. Onderste duwboom
ingedrukt en maaimachine
in achteruit.
2. Omhoogtrekken om
machine gemakkelijker een
stoeprand te laten oprijden
Een stoeprand achterwaarts oprijden
1. Schakel de maaimessen uit.
2. Zet de machine in de achteruit-stand.
3. Laat de machine rijden totdat de achterwielen contact
maken met de stoeprand (Fig. 18).
Opmerking: Beide achterwielen moeten contact maken
met de stoeprand en de zwenkwielen moeten recht staan.
4. Druk tegelijkertijd op de onderste duwboom en trek de
machine de stoeprand op met behulp van de handgreep
(Fig. 17 en 18).
Opmerking: Als u de handgreep gebruikt, kunt u de
machine gemakkelijker een stoeprand laten oprijden en
zullen de achterwielen niet ronddraaien.
2
1
m–4185
3. Onderste duwboom
ingedrukt en maaimachine
in vooruit.