3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en controleer
of de hendel recht in de gleuf van de schakelhendel-
plaat staat. De afstand aan beide kanten van de
schakelhendel moet gelijk zijn (Fig. 7).
4. Als de afstand niet correct is, moet u de schakelplaat
losmaken en aan beide kanten afstellen. Zet de
schakelhendelplaat vast.
Opmerking: Zet de linkerkant van de schakelhendelplaat
helemaal vast en draai de borgmoer vervolgens één
volledige slag los. Hierdoor kan de veer functioneren.
1
4
4
3
Figuur 7
1. Schakelhendel, tweede
versnelling
2. Schakelhendelplaat
2
Achteraanzicht
2
m–5458
3. Schakelhendel,
neutraalstand
4. Gelijke afstand
16
Benodigde onderdelen voor deze stap:
2 gaffelpennen
2 ringen
2 R-pennen
De duwbomen monteren
1. Zorg ervoor dat de klemmen van de duwbomen zich
op een gelijke afstand op elke duwboom bevinden. De
klemmen moeten worden geplaatst op ongeveer
89 mm vanaf het begin van het schroefdraad (Fig. 8).
2. Schuif de gaffelpennen door de klemmen en de
montagegaten in de beugels van de spanpoelie (van
buitenaf) (Fig. 8). Zet deze vast met de ringen en
R-pennen (Fig. 8).
5
1
2
4
Figuur 8
1. Duwboom en klem
2. 44 mm
3. Beugel van spanpoelie
3. Controleer de afstand tussen de bovenste duwboom en
de vaste duwboom met volledig ingeschakelde wiel
aandrijving. De afstand moet ongeveer 25–32 mm zijn
(Fig. 9).
Opmerking: De bovenste duwboom en de vaste
duwboom moeten evenwijdig ten opzichte van elkaar zijn
in de standen Ingeschakeld, Rijden, Pauzeren en Remmen.
4
3
6
m–5329
4. Gaffelpen, ring en R-pen
5. Klem van duwboom
6. Gat F