Pagina 1
Form No. 3327–150 Middelgrote maaimachine ProLine Maaimachine, versnelling met T-hendel, 12,5 PK, met 92 cm maaidek met zijafvoer Modelnr. 30261TE – Serienr. 230000001 en hoger Gebruikershandleiding Nederlands (NL)
Om het risico van letsel te ver- erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U minderen, moet u zich aan de veiligheidsinstructies dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer houden.
Benzine Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING – Benzine is uiterst ontvlambaar. Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine Neem de volgende voorzorgsmaatregelen. gebruikt, met name kinderen en huisdieren. – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien. die speciaal daarvoor bedoeld zijn.
– beperk de belasting tot wat u veilig kunt beheersen. Om de beste prestaties en een veilig gebruik te – maak geen scherpe bochten; wees voorzichtig als u verzekeren, uitsluitend originele Toro-onderdelen achteruitrijdt. en accessoires gebruiken. Nooit universele – het is niet toegestaan passagiers te vervoeren.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7010 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Blijf op veilige afstand. 2. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
Pagina 10
98-4387 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 93-7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115–149 Nm. 104-8185 93-7828 1. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
Pagina 11
106-5495 1. Lees de Gebruikers- 2. Achteruit 3. Neutraalstand 4. Versnellingen Vooruit handleiding . 106-5500 1. Choke 3. Continu snelheidsregeling 5. Motor – Afzetten 7. Beweeg de duwboom naar de handgreep en trek 2. Snel 4. Langzaam 6. Motor – Starten vervolgens aan de knop.
Benzine en olie Waarschuwing Aanbevolen benzine Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor auto- tot ernstig letsel en ziekte. mobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
Geen onderdelen vereist Voor afstelling van de schakelhendelplaat Gaffelpen Ring Voor montage van de duwbomen R-pen Voor montage van de R-pennen en de R-pen ringen Gebruikershandleiding Lezen voor gebruik Gebruikershandleiding van motor Lezen voor gebruik Onderdelencatalogus Registratiekaart Invullen en opsturen naar Toro...
Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: Bovenste deel van handgreep 1 brandstoftank 4 flensbouten, 3/8 x 1 inch 1 schakelhendelplaat 4 flensmoeren, 3/8 inch 2 bouten, 5/16 x 7/8 inch 2 borgringen, 5/16 inch Bovenste deel van de 2 platte ringen, 5/16 inch handgreep monteren 2 veren...
4. Druk de brandstofslang op de aansluiting van de brandstoftank en zet deze vast met de klem op de brandstofslang (Fig. 5). Opmerking: Zorg ervoor dat de brandstofslang en de slangklem zijn bevestigd zoals wordt getoond in Figuur 4. Voor deze stap zijn geen onderdelen nodig: De schakelhendelplaat m–6504 afstellen...
3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en controleer of de hendel recht in de gleuf van de schakelhendel- plaat staat. De afstand aan beide kanten van de schakelhendel moet gelijk zijn (Fig. 7). 4. Als de afstand niet correct is, moet u de schakelplaat losmaken en aan beide kanten afstellen.
4. Controleer de werking. Indien afstelling nodig is, verwijdert u de R-pen waarmee de stang is bevestigd aan de bovenste duwboom. Draai de stang in of uit de klem in de juiste positie en monteer deze in de bovenste duwboom met de R-pen. Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 R-pennen De R-pennen en de ringen...
Gebruiksaanwijzing Schakelhendel – De transmissie heeft vijf versnellingen vooruit, een neutraalstand en een achteruit, en heeft een lineair schakelpatroon. U mag niet schakelen als de Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie machine in beweging is, omdat hierdoor schade aan de de linker- en rechterzijde van de machine.
Parkeerrem gebruiken 4. Pak de handgreep van de terugloopstarter stevig vast en trek de handgreep naar buiten totdat u weerstand voelt. Trek vervolgens krachtig aan de handgreep om Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de de motor te starten en laat het startkoord langzaam machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Maaimessen inschakelen (aftakas) Werking van het veiligheidssysteem 1. Laat de bovenste duwboom los om de machine tot Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de maaimessen stilstand te brengen (Fig. 16). uitsluitend draaien wanneer: 2. Om de maaimessen in te schakelen, drukt u de De bedieningsstang is ingedrukt.
Om een bocht te maken, vermindert u de druk op de kant 3. Laat de machine rijden totdat de zwenkwielen contact van de bovenste duwboom in de richting waarin u wilt maken met de stoeprand (Fig. 18). afslaan (Fig. 17). 4.
De machine stoppen Zijafvoer of fijnmaken van gras Om de machine te stoppen, moet u de bovenste duwboom Het maaidek is uitgerust met een scharnierende grasgeleider, naar achteren trekken, de bedieningsstang van de maai- die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert. messen (aftakas) loslaten en het contactsleuteltje op Uit draaien.
De maaihoogte instellen De centrale maatwielen afstellen De maaihoogte kan worden ingesteld van 25 tot 114 mm in stappen van 6 mm. U kunt de maaihoogte instellen door De maatwielen moeten worden afgesteld in het juiste gat vier R-pennen in verschillende openingen te plaatsen en voor elke maaihoogte.
Hoogte van handgreep Gewichtenset voor Mid-Size instellen gebruiken De handgreep kan worden ingesteld op de stand die de Voor deze machine is een gewichtenset verkrijgbaar. Deze gebruiker het meest comfortabel vindt. set is optioneel en kan worden verkregen bij een erkende Service Dealer.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Oliepeil – controleren Veiligheidssysteem – controleren Voor elk gebruik Rem – controleren Motor – buitenkant reinigen Maaikast – reinigen Na de eerste 8 bedrijfsuren Olie –...
Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval/Specificatie Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Schuimelement: Reinigen en om de 25 bedrijfsuren met olie bestrijken. Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó...
Motoroliepeil controleren Oliepeil controleren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in Onderhoudsinterval/Specificatie werking. Olie verversen: 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn Na de eerste 8 bedrijfsuren gekomen alvorens de bestuurderpositie te verlaten.
Motorolie verversen Motoroliefilter vervangen 1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Warme Onderhoudsinterval/Specificatie olie kan beter afgetapt worden. Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren of om de 2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat olieverversingsbeurt.
Onderhoud van de bougie Bougie controleren 1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 29). Als de Onderhoudsinterval/Specificatie isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal Controleer de bougie(s) om de 100 bedrijfsuren. op een vuil luchtfilter.
Smeren Koppelingen van de transmissie smeren 1. Smeer de koppelingen van de transmissie op de Onderhoudsinterval/Specificatie achterkant van de machine (Fig. 31). Smeren met Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
Bandenspanning controleren Onderhoud van de remmen Onderhoudsinterval/Specificatie Onderhoudsinterval/Specificatie Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de Voor elk gebruik moet u de remmen controleren op een voorgeschreven spanning hebben. Controleer de spanning horizontaal oppervlak en een helling. bij het ventiel om de 40 bedrijfsuren of maandelijks, Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de waarbij de kortste periode moet worden aangehouden machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Elektrische koppeling afstellen 5. Om de rem af te stellen, verwijdert u de R-pen en de ring van de remhendel en de draaipen (Fig. 35). De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en 6. U draait de vleugelmoer naar rechts om de remdruk te geremd kan worden.
Benzine aftappen uit de brandstoftank Onderhoud van het brandstoffilter 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle benzine uit de tank kan lopen. Schakel Onderhoudsinterval/Specificatie vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op Uit. Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of Verwijder het contactsleuteltje.
Onderhoud van de maaimessen Controle op kromme messen 1. Draai de messen totdat de uiteinden naar voren en naar Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de achteren wijzen (Fig. 40). Meet de afstand tussen een maaimessen scherp houden. Om het slijpen en vervangen horizontaal oppervlak en de snijrand, positie A, van de te vergemakkelijken, is het handig extra messen in messen (Fig.
Figuur 44 machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter 1. Mes 2. Mesbalans vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen. De maaimessen monteren 1.
Assemblage van het frame Hoogte van maaidek controleren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in Positie van draagframe t.o.v. maaidek werking. controleren 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn werking.
Schuinstand van draagframe controleren Draagframe horizontaal stellen Het draagframe moet een schuinstand van 6 mm over een 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in lengte van 61 cm hebben (Fig. 47). werking. 1. Meet een lengte van 61 cm op het draagframe (Fig. 47). 2.
Schuinstand van het maaidek Schuinstand van het maaidek (lengterichting) controleren wijzigen 1. Controleer de spanning van de banden van het U kunt de schuinstand van het maaidek wijzigen door de maaidek en de tractie-eenheid. voorste maaihoogtepennen te verstellen. 2. Zet een mes in de lengterichting (Fig. 49). Meet bij Schuinstand van het maaidek wijzigen punten C en D (Fig.
Horizontale stand van het De maaihoogte kloppend maaidek controleren maken 1. Controleer de spanning van de banden van het 1. Controleer de spanning van de banden van het maaidek en de tractie-eenheid. maaidek en de tractie-eenheid. 2. Zet de messen horizontaal in de dwarsrichting 2.
Tractieriem vervangen Transmissieriem vervangen Onderhoudsinterval/Specificatie 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. Controleer alle riemen om de 50 bedrijfsuren of jaarlijks, 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Let wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn hierbij op scheuren, slijtage en tekenen van oververhitting.
Drijfriem van het maaidek vervangen Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Ver- vang de riem als u één of meer van deze zaken constateert. 1.
Drijfriem van aftakas vervangen Tekenen dat de riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de drijfriem als u één of meer van deze zaken constateert.
De lagerbussen van de 4. Steek een drevel in de bevestigingsbuis en druk de lagerbussen er voorzichtig uit (Fig. 61). Reinig de zwenkwielvork vervangen binnenkant van de bevestigingsbuis. 5. Smeer de binnen- en buitenkant van de nieuwe De zwenkwielvorken zijn gemonteerd in lagerbussen die lagerbussen.
Onderhoud van zwenkwielen Grasgeleider vervangen en lagers Waarschuwing De zwenkwielen draaien op een rollager die wordt ondersteund door een hol asje. Als het lager steeds goed Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de gesmeerd is, zal de slijtage zeer gering zijn. Indien dat niet het geval is, zal het lager snel slijten.
Reiniging en stalling 9. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand ervan, zie Onderhoud van de bougie, blz. 29. Nadat de bougie(s) uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking twee eetlepels motorolie in het bougiegat.
Storingen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor start niet, start moeilijk of Brandstoftank leeg. Tank met benzine vullen. blijf blijft niet lopen. Choke staat niet op AAN. Zet de gashendel op Choke. Luchtfilter vuil. Luchtfilterelement reinigen of vervangen. Bougiekabel los of niet op Kabel op bougie aansluiten.
Pagina 48
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Abnormale trillingen. 1. Maaimes(sen) verbogen of niet 1. Nieuw(e) maaimes(sen) in balans. monteren. 2. Mesbout zit los. 2. Mesbout aandraaien. 3. Bevestigingsbouten van motor 3. Bevestigingsbouten van motor zitten los. aandraaien. 4. Losse motorpoelie, spanpoelie 4. Desbetreffende poelie of mespoelie.