Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bandenspanning Controleren; Onderhoud Van De Zekeringen; Onderhoud Van De Remmen - Toro ProLine 30261TE Gebruikershandleiding

Maaimachine, versnelling met t-hendel, 12,5 pk, met 92 cm maaidek met zijafvoer
Inhoudsopgave

Advertenties

Bandenspanning controleren

Onderhoudsinterval/Specificatie
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Controleer de spanning
bij het ventiel om de 40 bedrijfsuren of maandelijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden
(Fig. 33). De bandenspanning kan het best bij koude
banden worden gecontroleerd.
Spanning van achterbanden: 83–97 kPa (12–14 psi)
Spanning van banden van zwenkwielen: 138–165 kPa
(20–24 psi)
Figuur 33
1. Achterband

Onderhoud van de zekeringen

Onderhoudsinterval/Specificatie
De elektrische installatie is beveiligd door middel van een
zekering. Deze behoeft geen onderhoud. Als de zekering is
doorgebrand, moet u het onderdeel of circuit controleren op
defecten of kortsluiting. Om de zekering te vervangen, moet
u de oude zekering eruit trekken (Fig. 34) en een nieuwe
zekering plaatsen.
Zekering F1–7,5 A, mes-type
1
Figuur 34
1. Zekering 7,5 A
1
2
m–6367
2. Band van zwenkwiel
m–5206
31

Onderhoud van de remmen

Onderhoudsinterval/Specificatie
Voor elk gebruik moet u de remmen controleren op een
horizontaal oppervlak en een helling.
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Als de
parkeerrem niet goed werkt, moet u deze afstellen.
Remmen controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderpositie te verlaten.
3. Stel de parkeerrem in werking. De wielen moeten
blokkeren wanneer u de machine vooruit probeert te
duwen.
4. Als de wielen niet blokkeren, moet u de remmen
afstellen. Zie Remmen afstellen, blz. 31.
5. Zet de rem vrij en druk heel zacht op de bovenste
duwboom, ongeveer 13 mm. De wielen moeten vrij
kunnen draaien. Als dit niet het geval is, zie Remmen
afstellen, blz. 31.
Remmen afstellen
De remhendel bevindt zich op de bovenste duwboom
(Fig. 13). Als de parkeerrem niet goed werkt, moet u deze
afstellen.
1. Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderpositie te verlaten.
3. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie Remmen
controleren, blz. 31.
4. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten,
blz. 19.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave