Samenvatting van Inhoud voor Toro Proline T-Bar Hydro 15 PK
Pagina 1
Form No. 3352–602 Middelgrote maaimachine Proline T-Bar Hydro 15 PK met 112 cm maaidek met zijafvoer Modelnr. 30299TE – Serienr. 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
Instructie U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: • Lees de bedieningshandleiding en raadpleeg ander instructiemateriaal. Als de bestuurder(s) of de monteur(s) de taal waarin de handleiding is geschreven, Modelnr.: niet machtig is (zijn), moet de eigenaar ervoor zorgen dat zij de inhoud van het materiaal begrijpen.
Gebruiksaanwijzing • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt. Zet de • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien. maaimessen stil als u niet maait. • Werk uitsluitend bij goed licht en blijf uit de buurt van •...
• Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, enz. uit ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen. het maaigebied. Toro heeft deze maaimachine ontworpen voor het maaien • Kijk uit voor gaten, geulen, sporen en hobbels. In hoog en fijnmaken van gras of, indien uitgerust met een gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.
Pagina 6
Onderhoud • Sla de maaimachine of een brandstofvat nooit op in een ruimte waarin zich een open vuur bevindt, zoals een waakvlam van een boiler of een fornuis. • Zorg ervoor dat moeren en bouten goed zijn vastgedraaid, in het bijzonder de bevestigingsbouten van het mes.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-9353 1. Sluit de brandstoftoevoer af door de brandstofklep rechtsom te draaien, voordat u de machine transporteert. 93-7824 1.
Pagina 10
95-5851 1. Om de drukklep af stellen, moet u de contramoer losdraaien, de klep naar rechts draaien om deze te sluiten, de klep een 1/2 slag naar links draaien en vervolgens contramoer stevig vastdraaien. 2. Lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Pagina 11
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 7. Houd omstanders op 106-0807 veilige afstand van de 2. Geen vonken of vuur en accu. 1. Uitschakelen 2. Inschakelen niet roken. 8. Accuzuur kan blindheid of 3.
Benzine en olie Waarschuwing Aanbevolen benzine Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden Gebruik loodvrije, normale benzine voor auto’s tot ernstig letsel en ziekte. (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. •...
Ring Voor montage van de duwbomen R-pen Geen onderdelen vereist De accu in gebruik nemen Gebruiken voor eerste vervanging van Hydraulische filter hydraulische filter Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding van motor Lezen voor gebruik Onderdelencatalogus Onderdelen bestellen Registratiekaart Invullen en opsturen naar Toro...
Stap Stap De aandrijfwielen monteren Bovenste deel van de 1. Monteer de wielen aan de wielnaven met 8 wielmoeren handgreep monteren (Fig. 2). Draai de bouten vast met een torsie van 75 Nm. 1. Houd het bovenste deel van de handgreep recht voor de montagegaten in het achterframe (Fig.
De rechter bedieningsstang monteren Stap 1. Schuif de stang in de bedieningsbeugel en zet deze vast met de R-pen (Fig. 5). 2. Verwijder de R-pen en de stang uit de bovenste duwbomen. 3. Houd de bovenste duwbomen tegen de vaste duwboom gedrukt, zodat ze de aanslag raken.
3. Laat de afdekplaten van de accu en bevestig een Stap accu-oplader van 3–4 A op de accuklemmen (Fig. 7). Laad de accu gedurende 4 uur op met 4 A of minder (12 V). De accu in gebruik nemen Accuzuur met een soortelijk gewicht van 1.260 moet u kopen bij een plaatselijke accuhandelaar.
Gebruiksaanwijzing Aftakasschakelaar (PTO) – Deze trekschakelaar wordt gebruikt in combinatie met de bedieningsstang om de mesrem te ontkoppelen en de koppeling in te schakelen om Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de maaimessen aan te drijven. de linker- en rechterzijde van de machine. Bovenste duwboom –...
Starten en stoppen van de 3. Alvorens de maaimachine te transporteren of te stallen, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie(s) om te motor voorkomen dat de machine per ongeluk wordt gestart. 4. Sluit de brandstofkraan onder de brandstoftank voordat Motor starten u de machine transporteert of stalt.
Het Veiligheidssysteem 4. Start de motor, zie Starten en stoppen van de motor, blz. 18. Laat de motor lopen, zet de duwboom in de neutraalstand en druk de bedieningsstang van de messen Voorzichtig tegen de duwboom (niet op de aftakasschakelaar drukken);...
Rijsnelheid kiezen Achteruitrijden 1. Zet de snelkoppelhendels in de ontgrendelde stand 1. Om achteruit te rijden, trekt u de duwboom langzaam (Fig. 12). naar achteren (Fig. 12). 2. Beweeg de vaste duwboom naar voren of naar achteren 2. Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijkmatige om de gewenste voorwaartse snelheid in te stellen.
Transport van de machine Gebruik van de machine Als de omloopklep is geopend om de machine met de hand Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer te duwen, moet u de omloopklep afstellen om de machine om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat de te laten rijden.
De maaihoogte instellen 3. Plaats de boutmoer en de ring terug (Fig. 15). 4. Stel vervolgens ook de andere maatwielen af. De maaihoogte kan worden afgesteld van 51 tot 127 mm in stappen van 13 mm door de gaffelpennen in andere openingen in de beugels op elke hoek van het maaidek te plaatsen (Fig.
Maai twee dagen zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de later op een lagere maaihoogte. messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes.
Onderhoud van het luchtfilter Opmerking: Overtollige olie in het schuimelement belemmert de luchtstroom door het element en kan in het papierfilter terechtkomen waardoor dit verstopt raakt. Onderhoudsinterval/Specificatie Belangrijk Vervang het schuimelement als het Schuimelement: Reinigen en om de 25 bedrijfsuren met gescheurd of versleten is.
Motorolie controleren Motorolie verversen: • Na de eerste 8 bedrijfsuren. Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó • Om de 100 bedrijfsuren. Ó Ó Ó Ó Ó Opmerking: De motorolie moet vaker worden ververst als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Motoroliefilter vervangen 3. Verwijder de bougie(s) en de metalen ring. Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de andere olieverversingsbeurt. Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen, blz. 26. 2.
Lagers en lagerbussen smeren 3. Reinig de luchtinlaat van de motor (Fig. 26). 4. Monteer de oliekoeler op de motor met de Het maaidek moet regelmatig worden gesmeerd. Zie bevestigingselementen die u eerder hebt verwijderd Aanbevolen Onderhoudsschema, blz. 24. Gebruik Nr. 2 vet (Fig.
Onderhoud van de zekeringen De brandstoftank aftappen 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat Onderhoudsinterval/Specificatie alle benzine uit de tank kan lopen. Schakel vervolgens de aftakas uit en draai het contactsleuteltje op UIT. De elektrische installatie is beveiligd door middel van een Verwijder het sleuteltje.
3. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar toe 4. Als het peil te laag is, vult u vloeistof bij totdat het peil en schuif ze weg van het filter (Fig. 30). de VOL-markering bereikt. 4. Trek het filter uit de brandstofslangen. 5.
Hydraulische leidingen controleren 3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter (Fig. 33). Om de 100 bedrijfsuren moet u de hydraulische leidingen en 4. Monteer een nieuw hydraulisch filter op het filter- slangen controleren op lekkages, losgeraakte aansluitingen, tussenstuk.
5. Druk de bovenste duwboom snel tegen de vaste 8. Herhaal de testprocedure om te controleren of de duwboom. De zwenkwielen op de voorkant moeten omloopklep correct werkt. Stel de omloopklep net bijna van de grond komen. Als de zwenkwielen van de zolang af totdat de machine correct werkt.
1. Snijrand 3. Slijtage/gevormde sleuf uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter 2. Gebogen deel vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
De maaimessen slijpen 4. Draai de messen totdat de randen van de messen op een lijn staan ten opzichte van elkaar. De afstand tussen de 1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden randen van de messen mag niet meer dan 3 mm zijn. Als van het mes te slijpen (Fig.
Horizontale stand van het 6. Om de schuinstand van de machine te wijzigen, moet u een gelijk aantal drukringen verwijderen op beide maaidek controleren zwenwielvorken. Om de voorkant van de maaimachine hoger te zetten, verplaatst u de drukringen van de 1.
Tractieriem vervangen Drijfriem van het maaidek vervangen Controleer de tractieriem om de 50 bedrijfsuren op slijtage. Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens 1. Zet de voorkant van de machine omhoog en plaats deze het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het op kriksteunen.
Drijfriem vervangen Tekenen dat de riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de drijfriem als u deze zaken constateert. 1. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels(s) los van de bougie(s).
Neutraalstand van machine 5. Druk de pomparm naar beneden totdat de huls contact maakt met de onderste contramoer (Fig. 52). Het wiel afstellen moet nu langzaam achteruit draaien. 6. Draai de onderste contramoer langzaam omhoog en Als de wielen draaien terwijl de duwboom in de beweeg de huls en de pomparm naar boven totdat het neutraalstand staat, moet deze worden afgesteld.
Onderhoud van de accu Accu opladen Controleer het zuurpeil van de accu voor elk gebruik. Houd Belangrijk Zorg ervoor dat de accu altijd volledig de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de geladen is (soortelijk gewicht 1.260). Dit is vooral accubehuizing schoon met een tissue.
De lagerbussen van de 1. Schakel de aftakas uit, blokkeer de wielen en draai het contactsleuteltje op UIT. Verwijder het sleuteltje. zwenkwielvork vervangen 2. Nadat de motor is afgezet, gaat u naar de accu. De zwenkwielvorken zijn gemonteerd in lagerbussen die 3.
Onderhoud van zwenkwielen 4. Steek een drevel in de bevestigingsbuis en druk de lagerbussen er voorzichtig uit (Fig. 56). Reinig de en lagers binnenkant van de bevestigingsbuis. 5. Smeer de binnen- en buitenkant van de nieuwe De zwenkwielen draaien op een rollager die wordt lagerbussen.
Grasgeleider vervangen Waarschuwing Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes. Gebruik de maaimachine nooit zonder afdekplaat, mulchplaat of een grasafvoer en een grasvanger.
Elektrisch schema KEY SWITCH P/N 23–0660 START WIRE COLOR CODES PINK BLACK BROWN IGNITION BLUE GREEN VIOLET GREY WHITE ORANGE YELLOW KEY SW. – STARTER SOLENOID HOUR METER NEUTRAL SW. – NEUTRAL SW. (CLOSED WHEN (CLOSED WHEN IN NEUTRAL) IN NEUTRAL) KOHLER ENGINE CLUTCH SW.
Reiniging en stalling 10. Laat de motor 5 minuten lopen om de stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem te verspreiden. 1. Schakel de aftakas uit en draai het contactsleuteltje op UIT. Verwijder het sleuteltje. 11. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de brandstoftank leeglopen;...
Storingen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor start niet, start moeilijk Brandstoftank leeg. Tank met benzine vullen. of blijft niet lopen. f blijf Choke staat niet op AAN. Chokehendel op AAN zetten. Luchtfilter vuil. Luchtfilterelement reinigen of vervangen. Bougiekabel los of niet op Kabel op bougie aansluiten.
Pagina 47
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Machine rijdt niet. Peil van hydrostatische vloeistof Tank voor hydrostatische te laag. vloeistof bijvullen. Tractieriem versleten, los of Riem vervangen. gebroken. Tractiefriem van poelie af. Riem vervangen. Machine kan niet tegen De omloopklep te ver open Omloopklep afstellen.