Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer de bougie(s) om de 100 bedrijfsuren.
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de
bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat voor het
meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer een
nieuwe bougie indien dit nodig is.
Type: NGK BMR-4A, Champion RCJ–8 of gelijkwaardige
type
Elektrodenafstand: 0,65 mm
Bougie
verwijderen
(s)
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderpositie te verlaten.
3. Trek de kabel(s) van de bougie(s) (Fig. 28). Maak de
omgeving van de bougie(s) schoon om te voorkomen
dat er vuil in de motor komt, wat beschadiging kan
veroorzaken.
4. Verwijder de bougie(s) en de metalen ring.
1
Figuur 28
1. Bougiekabel
2
m–5328
2. Bougie
29
Bougie controleren
1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 29). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Belangrijk
Bougie(s) nooit schoonmaken. Bougie(s)
altijd vervangen bij: zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en
de massa-elektrode (Fig. 29). Verbuig de
massa-elektrode (Fig. 29) om de juiste afstand in te
stellen indien dit nodig is.
2
1
Figuur 29
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Bougie
monteren
(s)
1. Monteer de bougie(s). Controleer of de elektrodenafstand
correct is.
2. Draai de bougie(s) vast met een torsie van 27 Nm.
3. Druk de kabel(s) op de bougie(s) (Fig. 28).
3
0,65 mm
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)