4. Druk de brandstofslang op de aansluiting van de
brandstoftank en zet deze vast met de klem op de
brandstofslang (Fig. 5).
Opmerking: Zorg ervoor dat de brandstofslang en de
slangklem zijn bevestigd zoals wordt getoond in Figuur 4.
3
Figuur 4
1. Brandstofslang
2. Klem
5. Zet de rechterkant van de schakelhendelplaat en de
brandstoftank vast aan het achterframe (Fig. 5) met
2 bouten (5/16 x 7/8 inch), borgringen (5/16 inch) en
ringen (5/16 inch) (Fig. 5).
6. Zet de linkerkant van de schakelhendelplaat en de
brandstoftank vast aan het achterframe (Fig. 5) met
ringen (5/16 inch), veren en borgmoeren (5/16 inch)
(Fig. 5).
Opmerking: Zet de linkerkant van de schakelhendelplaat
helemaal vast en draai de borgmoer vervolgens één
volledige slag los. Hierdoor kan de veer functioneren.
10
9
6
3
7
8
Figuur 5
1. Bout, 5/16 x 7/8 inch
2. Borgringen, 5/16 inch
3. Ring, 5/16 inch
4. Brandstofslang
5. Slangklem
6. Bout
1
2
m–6504
3. Aansluiting van
brandstoftank
5
4
3
2
1
m–6465
7. Veer
8. Borgmoer
9. Schakelhendelplaat
10. Aansluiting van
brandstoftank
15
Voor deze stap zijn geen onderdelen nodig:
De schakelhendelplaat
afstellen
1. Zet de schakelhendel in de tweede versnelling en contro-
leer of de hendel recht in de gleuf van de schakelhendel-
plaat staat. De afstand tot de bovenkant en de onderkant
van de schakelhendel moet gelijk zijn (Fig. 7).
2. Als de afstand niet correct is, moet u de hendel ver-
wijderen en enigszins buigen om de juiste afstelling te
verkrijgen (Fig. 6).
1
2
Figuur 6
1. Schakelhendel
2. Schakelhendelplaat
3. Rubberen afdichtring
Opmerking: U mag de hendel niet buigen als deze is
bevestigd aan de transmissie-as omdat anders schade kan
ontstaan.
6
5
4
3
m–5250
4. Ring met vierkant gat
5. Veerring
6. Borgmoer, 3/8 inch