Pagina 2
Machine: EasyCollect 450-2 FP, EasyCollect 600-2 FP, Type: EasyCollect 750-2 FP waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende bepalingen: •...
Pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................3 Over dit document ..........................8 Geldigheid ............................8 Nabestelling ............................8 Andere geldende documenten ......................8 Doelgroep van dit document ......................8 Zo gebruikt u dit document ......................... 9 2.5.1 Lijsten en verwijzingen ........................ 9 2.5.2 Richtingsgegevens ........................
Pagina 4
Inhoudsopgave 3.7.2 Aanbrengen van de veiligheids- en aanwijzingsstickers ............36 3.7.3 Contactpersonen ........................36 Machinebeschrijving ..........................37 Machineoverzicht ..........................37 Aanduiding ............................42 Gegevens voor aanvragen en bestellingen ..................42 4.3.1 Contactpersonen ........................42 Vrijgegeven adaptaties ........................43 Technische gegevens .......................... 44 Bedrijfsstoffen ...........................
Pagina 5
Inhoudsopgave 12.3.1 Aandrijving vastkoppelen ......................90 12.3.2 Hydrauliek en elektrische systeem vastkoppelen ..............91 Rijden en transport..........................93 13.1 De machine voorbereiden voor het rijden op de weg ..............94 13.2 Transportrijmechanisme gebruiken (bij uitvoering "transportrijmechanisme") ......... 95 13.2.1 Transportrijmechanisme monteren ................... 96 13.2.2 Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten ..............
Pagina 6
Buisbeugels instellen........................146 15.1.1 Buisbeugels in de schuinte instellen (EasyCollect 600-2 FP, 750-2 FP) ........ 147 15.1.2 Buisbeugels in de schuinte instellen (EasyCollect 450-2 FP) ..........149 15.2 Omlaaghouder instellen (bij uitvoering zonder transportrijmechanisme) ........150 15.3 Omlaaghouder instellen ........................ 150 15.4...
Pagina 7
Inhoudsopgave 16.15.3 Middelste punt instellen......................176 16.16 Toevoerbeugel aan puntenhouder demonteren en monteren ............177 16.17 Punthouder voor speciale rijafstanden ombouwen ................ 178 16.18 Messen wisselen ..........................179 16.18.1 Boog- en trapmes vervangen ....................179 16.18.2 Snijmes vervangen ........................181 16.18.3 Afstrijkmessen vervangen .......................
Pagina 8
Over dit document Geldigheid Deze handleiding is geldig voor het maïsvoorzetwerktuig van de types: EasyCollect 450-2 FP; EasyCollect 600-2 FP; EasyCollect 750-2 FP Nabestelling Mocht dit document geheel of gedeeltelijk onbruikbaar zijn geworden, dan kunt u onder vermelding van het op de titelpagina aangegeven documentnummer een vervangend document aanvragen.
Pagina 9
Over dit document Zo gebruikt u dit document 2.5.1 Lijsten en verwijzingen Inhoudsopgave/kopteksten: De inhoudsopgave en de kopteksten in deze handleiding zijn bedoeld om snel de weg te vinden in de hoofdstukken. Trefwoordenlijst: In de trefwoordenlijst is via trefwoorden gericht informatie over het gewenste onderwerp te vinden.
Pagina 10
Over dit document 2.5.5 Omvang van het document In dit document worden naast de standaarduitvoering ook uitbreidingen en varianten van de machine beschreven. Uw machine kan daarvan afwijken. 2.5.6 Weergavemiddelen Symbolen in de tekst In dit document worden de volgende pictogrammen gebruikt: Handelingsstap Een punt () kenmerkt een handelingsstap die u moet uitvoeren, bijvoorbeeld: •...
Pagina 11
Over dit document Symbolen in afbeeldingen Voor de visualisering van de componenten en de handelingsstappen worden de volgende symbolen gebruikt: Symbool Toelichting Referentieteken voor component Positie van een component (bijv. van pos. I naar pos. II verplaatsen) Maten (bijv. ook B = breedte, H = hoogte, L = lengte) Handelingsstap: Schroeven met momentsleutel met aangegeven aanhaalmoment vastdraaien.
Pagina 12
Over dit document Waarschuwingsaanwijzingen Waarschuwing WAARSCHUWING! – Soort en bron van het gevaar! Effect: Letsel, ernstige materiële schade. • Maatregelen voor het voorkomen van gevaar. Attentie ATTENTIE! – Soort en bron van het gevaar! Effect: Materiële schade. • Maatregelen voor het vermijden van schade. Aanwijzingen met informatie en adviezen Aanwijzing Aanwijzing...
Pagina 13
Over dit document 2.5.7 Omrekeningstabel Met de volgende tabel kunnen metrische eenheden in US-eenheden worden omgerekend. Grootheid SI-eenheden (metrisch) Factor Inch-pond eenheden Eenheden- Afkorting Eenhedenna Afkorting naam Vlakke Hectare 2,47105 Acre acres Volumestroo Liter per l/min 0,2642 US gallons minuut per minuut Kubieke m³/h...
Pagina 14
Veiligheid Veiligheid Gebruiksdoel Het KRONE maïsvoorzetwerktuig EasyCollect 450-2 FP, EasyCollect 600-2 FP, EasyCollect 750-2 FP is een oogstvoorzetwerktuig met een adaptatie voor de aanbouw aan bepaalde veldhakselaartypes van de merken Claas, John Deere en New Holland. Het KRONE-maïsvoorzetwerktuig EasyCollect 450-2 FP, EasyCollect 600-2 FP, EasyCollect 750-2 FP dient voor het rij-onafhankelijk oogsten van maïs en andere voedergewassen met...
Pagina 15
– aanbrengen van niet toegestane / goedgekeurde aanvullende uitrusting – gebruik van niet originele KRONE vervangingsonderdelen – stationaire werking van de machine Eigenmachtige veranderingen aan de machine kunnen de eigenschappen van de machine en het veilig gebruik negatief beïnvloeden of de correcte werking storen. Eigenmachtige veranderingen ontslaan de fabrikant daarom van alle hieruit resulterende schadeclaims.
Pagina 16
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Niet-inachtneming van veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen Indien de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit gevaren voor personen, het milieu en de materieel tot gevolg hebben. 3.5.1 Belang van de handleiding De handleiding is een belangrijk document en bestanddeel van de machine. Deze richt zich tot de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante aanwijzingen.
Pagina 17
Veiligheid 3.5.3 Kwalificatie van het vakpersoneel Wanneer de uit te voeren werkzaamheden (montage, ombouw, inrichting, uitbreiding, reparatie, montage achteraf) onvakkundig aan de machine worden uitgevoerd, kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Om ongevallen te voorkomen, moet elke persoon die werkzaamheden volgens deze handleiding uitvoert, aan de volgende minimumvereisten voldoen: •...
Pagina 18
Veiligheid 3.5.6 Constructieve wijzigingen aan de machine Niet geautoriseerde constructieve wijzigingen en uitbreidingen kunnen afbreuk doen aan de deugdelijke en veilige werking van de machine. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Constructieve wijzigingen en uitbreidingen zijn niet toegestaan. 3.5.7 Extra uitrustingen en reserveonderdelen Extra uitrustingen en vervangingsonderdelen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant,...
Pagina 19
Veiligheid 3.5.9 Veilige werking: technisch onberispelijke toestand Gebruik alleen na correcte inbedrijfstelling Zonder correcte inbedrijfstelling volgens deze handleiding is de veilige werking van de machine niet gewaarborgd. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. •...
Pagina 20
Veiligheid 3.5.10 Gevarenzones Bij ingeschakelde machine kan rondom de machine een gevarenzone ontstaan. Om niet in de gevarenzone van de machine te geraken, moet minstens de veiligheidsafstand worden aangehouden. Wanneer de veiligheidsafstand niet in acht wordt genomen, kunnen personen ernstig gewond raken of overlijden.
Pagina 21
Veiligheid Gevarenzone tussenas Personen kunnen door de tussenas worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en ernstig gewond raken. • Neem de handleiding van de tussenas in acht. • Houd voldoende overlapping van profielbuis en tussenasbescherming aan. • Laat de tussenassluitingen vastklikken. De voorziening ter beveiliging tegen onrechtmatig gebruik van de aftakasvork mag geen plaatsen hebben die kunnen grijpen of omwikkelen (bijv.
Pagina 22
Veiligheid Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving Bij ingeschakelde aandrijving bestaat er levensgevaar door bewegende machinedelen. Er mogen zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden. • Vóór het starten alle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen. • Wanneer een gevaarlijke situatie kan ontstaan, de aandrijvingen onmiddellijk uitschakelen en personen uit de gevarenzone sturen.
Pagina 23
Veiligheid 3.5.12 Persoonlijke veiligheidsuitrustingen Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is een belangrijke veiligheidsmaatregel. Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen verhogen het risico van gezondheidsschade en letsel van personen. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bijvoorbeeld: – Geschikte veiligheidshandschoenen – Veiligheidsschoenen – Nauwsluitende veiligheidskleding – Gehoorbescherming –...
Pagina 24
Veiligheid 3.5.14 Verkeersveiligheid Gevaren bij rijden op de weg Wanneer de machine de door het nationale recht voorgeschreven maximale afmetingen en gewichten overschrijdt en niet volgens de voorschriften is verlicht, kunnen tijdens het rijden op de weg andere verkeersdeelnemers in gevaar worden gebracht. •...
Pagina 25
Veiligheid 3.5.16 Bedrijfsstoffen Ongeschikte bedrijfsstoffen Bedrijfsstoffen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken. • Alleen bedrijfsstoffen gebruiken, die aan de eisen van de fabrikant voldoen. Voor de eisen die aan de bedrijfsstoffen worden gesteld, zie hoofdstuk Machinebeschrijving, "Bedrijfsstoffen".
Pagina 26
Veiligheid 3.5.18 Gevarenbronnen aan de machine Lawaai kan gezondheidsschade veroorzaken Door de geluidshinder van de machine tijdens de werking kan gezondheidsschade worden veroorzaakt zoals hardhorendheid, doofheid of tinnitus. Bij het gebruik van de machine met hoog toerental wordt bovendien het geluidsniveau verhoogd. De hoogte van het geluiddrukniveau is hoofdzakelijk afhankelijk van de gebruikte veldhakselaar.
Pagina 27
Veiligheid 3.5.19 Gevaren bij bepaalde werkzaamheden: Werkzaamheden aan de machine Werkzaamheden aan de stopgezette machine Wanneer de machine niet is stopgezet en beveiligd, kunnen delen onbedoeld bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 28
– Frames of dragende bouwgroepen – Onderstel • Voor laswerkzaamheden aan de machine de toestemming door de KRONE klantenservice bezorgen en desgewenst alternatieven laten tonen. • Voor laswerkzaamheden aan de machine, de machine veilig neerzetten en van de trekker loskoppelen.
Pagina 29
Veiligheid Veiligheidsroutines 3.6.1 Machine stopzetten en beveiligen WAARSCHUWING! Gevaar voor beknellen door bewegingen van de machine of machinedelen! Wanneer de machine niet is stilgezet, kunnen de machine of machinedelen zich onbedoeld bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. •...
Pagina 30
Veiligheid 3.6.3 Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren WAARSCHUWING! Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren! Wanneer de oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel niet veilig worden uitgevoerd kan de veilige werking van de machine worden gereduceerd. Daardoor kunnen er ongevallen ontstaan. • Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren.
Pagina 31
Veiligheid Deze pagina werd bewust vrijgelaten.
Pagina 32
Veiligheid Plaats van veiligheids- en aanwijzingsstickers op de machine EC500132_1 Afb. 1...
Pagina 33
Veiligheid 1) Bestelnr. 939 471 1 (1x) Gevaar door verkeerde bediening en onbekendheid Door verkeerde bediening van en onbekendheid met de machine en een verkeerde handelwijze in gevaarlijke situaties bestaat er levensgevaar voor operators en derden. • Vóór de inbedrijfstelling de handleiding en de veiligheidsvoorschriften lezen en in acht nemen.
Pagina 35
Veiligheid 6) Bestelnr. 939 410 2 (2x) Gevaar door draaiende machinedelen. Na het uitschakelen van de machine bestaat gevaar voor letsel door uitlopende machinedelen. • Geen bewegende machinedelen aanraken. • Afwachten tot de machinedelen volledig tot stilstand zijn gekomen. STOP 939 410 2 7) Bestelnr.
Pagina 36
• Het aanbrengvlak moet schoon en vrij van vuil, olie en vet zijn. 3.7.3 Contactpersonen Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG Heinrich-Krone-Straße 10 D-48480 Spelle (Duitsland) Telefoon: + 49 (0) 59 77/935-0 (centrale) Telefax: + 49 (0) 59 77/935-339 (centrale)
Pagina 38
Machinebeschrijving Bij de uitvoering adaptatie Claas EC500158 Afb. 4: voorbeeld: EasyCollect 600-2 FP voor Claas-veldhakselaars type 493–498 1) Pendeltrekveer 2) Opnamevak 3) Vergrendelingshendel 4) Trekstang 5) Onderste opname 6) Tussenframe...
Pagina 39
Machinebeschrijving Bij uitvoering adaptatie John Deere 6000-serie en 7000-serie EC500159 Afb. 5: voorbeeld: EasyCollect 600-2 FP voor John-Deere-veldhakselaars van de series 6000 en 7000 1) Tussenframe 2) Opnamebereik 3) Pendeltrekveer 4) Vergrendelingsboringen...
Pagina 40
Machinebeschrijving Bij uitvoering adaptatie John Deere 8000-serie en 9000-serie EC500174 Afb. 6: voorbeeld: EasyCollect 600-2 FP voor John-Deere-veldhakselaars van de 8000-serie 1) Opnameboringen 2) Tussenframe 3) Onderste opnames...
Pagina 41
Machinebeschrijving Bij de uitvoering adaptatie New Holland EC500160 Afb. 7: voorbeeld: EasyCollect 750-2 FP voor New Holland-veldhakselaars FR 1) Adapterframe 2) Vergrendeling 3) Traverse...
Pagina 42
Aanwijzing Originele KRONE vervangingsonderdelen en door de fabrikaant geautoriseerde toebehoren dienen de veiligheid. Het gebruik van niet door KRONE vervaardigde, gekeurde of toegelaten reserveonderdelen, toebehoren en aanvullende apparaten heeft het opheffen van de aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schade tot gevolg.
Pagina 43
Machinebeschrijving Vrijgegeven adaptaties Dragervoertuigen waarvoor het maïsvoorzetwerktuig in combinatie met een overeenkomstige adaptatie is vrijgegeven. Voor de adaptatie van de veldhakselaartypes Claas 491-498 moeten een basisadaptatie en de passende uitbreidingsset bij de veldhakselaar zijn gemonteerd. Fabrikant/type Adaptatie Bijverpakking Claas Basisadaptatie Claas Jaguar 20 298 300 1 491-498 Uitbreidingsset Claas 491-492...
Pagina 44
Alle informaties, afbeeldingen en technische gegevens in deze handleiding komen overeen met de stand ten tijde van publicatie. Wijzigingen aan de constructie blijven altijd en zonder kennisgeving of opgave van redenen voorbehouden. Aanduiding EasyCollect 450-2 FP EasyCollect 600-2 FP Lengte 2190 mm...
Pagina 45
Technische gegevens Bandentabel (bij uitvoering "transportrijmechanisme") Bandaanduiding Toegestane Luchtdruk maximumsnelheid 15.0/55-17 10PR TL AW705 40 km/h 1,8 bar Aslast Toegestane aslast 1.400 kg Bedrijfsstoffen Op aanvraag kunnen biologische bedrijfsstoffen worden gebruikt. 5.1.1 Oliën Aanduiding Vulhoeveelheid Specificatie Ingangstransmissie 0,85 L SAE 90 GL 4, Adaptatie Claas bijv.: - Esso Spartan EP 150...
Pagina 46
Technische gegevens Ballast van de veldhakselaar Let op Voor de veilige werking van het dragervoertuig met aangebouwd KRONE- maïsvoorzetwerktuig moet, vooral voor het rijden op de weg, de machine geballasteerd worden. De overeenkomstige bepalingen m.b.t. de goedkeuring voor het wegverkeer moeten in acht worden genomen.
Pagina 47
Eerste inbedrijfstelling - Claas Eerste inbedrijfstelling - Claas Gevaar! - Verkeerde montage Uitwerking: Levensgevaar, ernstig letsel van personen of zware beschadigingen aan de machine. • De montage van de machine mag alleen door een geautoriseerde vakhandel uitgevoerd worden. • De montage van de machine moet zeer zorgvuldig uitgevoerd worden. •...
Pagina 48
Voor Claas-veldhakselaars van het type 493, type 494, type 496, type 497 en type 498 in de uitvoering zonder snelkoppeling kan het voorzetwerktuig met de tussenas 27 024 722 0 (Verkrijgbaar via het KRONE vervangingsonderdelenmagazijn) worden gebruikt. Daarvoor moet de koppelingsschijf gedemonteerd worden en de tussenas direct op de aandrijftap van de ingangstransmissie zijn geschoven.
Pagina 49
Eerste inbedrijfstelling - Claas 6.1.1 Koppelingsschijf afstellen Voor een overzicht van de aandraaimomenten: zie hoofdstuk Onderhoud "Aandraaimomenten". EC400090 Afb. 12 De koppelingsschijf (2) van het voorzetwerktuig moet naar de koppelingsschijf (1) van de veldhakselaar worden uitgelijnd opdat de koppelingsschijf (1) centrisch in de behuizing is geplaatst.
Pagina 50
Eerste inbedrijfstelling - Claas Voorzetwerktuig op de veldhakselaar monteren • De beschermpot demonteren. • Het voorzetwerktuig op de veldhakselaar monteren. • Het voorzetwerktuig tegen omlaag bewegen beveiligen, zie bedieningshandleiding van de veldhakselaar. Positie van de koppelingsschijf controleren en ingangstransmissie instellen EC4000 95_2 EC400096 Afb.
Pagina 51
Eerste inbedrijfstelling - Claas Ingangstransmissie aan de zijkanten instellen EC4000 95_2 Afb. 15 • De 4 schroeven M16 (10) losdraaien. • Zoveel afstandsplaten (11) toevoegen of verwijderen tot de vastgelegde maat is bereikt. • De 4 schroeven M16 (10) weer vastdraaien. Positie van de koppelingsschijf controleren •...
Pagina 52
Eerste inbedrijfstelling - Claas Onderste opname instellen Om de onderste opnames in te stellen moet het voorzetwerktuig aan de veldhakselaar gemonteerd zijn. EC500127_1 Afb. 16 • De klapstekker (5) demonteren en de hendel (6) naar buiten zwenken. • De veldhakselaar zover naar het maïsvoorzetwerktuig toe rijden dat de intrekbehuizing (1) van de veldhakselaar recht voor het adapterframe (2) staat.
Pagina 53
Eerste inbedrijfstelling - Claas Wanneer de as niet passend in de onderste opname ligt: • Het voorzetwerktuig weer demonteren en de veldhakselaar terugbewegen. • De schroeven M16 (9 (buitenkant) en 10 (binnenkant)) aan beide kanten van de machine losdraaien. • Het voorzetwerktuig weer aan de hakselaar monteren, daarbij worden de onderste opnames gecentreerd.
Pagina 54
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Eerste inbedrijfstelling - John Deere Gevaar! - Verkeerde montage Uitwerking: Levensgevaar, ernstig letsel van personen of zware beschadigingen aan de machine. • De montage van de machine mag alleen door een geautoriseerde vakhandel uitgevoerd worden. •...
Pagina 55
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Machine aanpassen aan de John Deere-veldhakselaar van de 6.000- en 7.000-serie Let op Bij de eerste montage van de machine aan een veldhakselaar en bij iedere wissel van veldhakselaar moet de positie van de opnames voor de vergrendelingsbouten worden gecontroleerd en indien nodig worden ingesteld.
Pagina 56
Eerste inbedrijfstelling - John Deere EC500 110_1 Afb. 19 • De veldhakselaar zover naar het voorzetwerktuig toe rijden dat de intrekbehuizing (5) van de veldhakselaar parallel aan de dwarsbuis (1) staat. • De intrekbehuizing zover omlaag bewegen dat de opnamehoeken (6) onder de dwarsbuis (1) van de draagconsole van het maïsvoorzetwerktuig liggen.
Pagina 57
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Machine aanpassen aan de John Deere-veldhakselaar van de 8000- en 9000-serie met tussenas Aanwijzing Het aanpassen en de montage en demontage van de machine op de veldhakselaar moeten plaatsvinden op een vlakke, dragende ondergrond. WAARSCHUWING! - Vastkoppelen Gevolg: Levensgevaar of ernstig letsel.
Pagina 58
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Opname voor vanghaak instellen EC500184 Afb. 21 Om een botsing met de veldhakselaar te vermijden, de schroeven (1) van de beide opnames links en rechts losdraaien. • De opnames links en rechts in rijrichting naar voren verschuiven. EC500176 Afb.
Pagina 59
Eerste inbedrijfstelling - John Deere EC500177 Afb. 23 • De opname (2) zo verschuiven, dat de vanghaak (1) van de veldhakselaar probleemloos in kan vallen. • Om het voorzetwerktuig met de vanghaak (1) van de veldhakselaar te beveiligen, de hendel (4) naar boven zwenken.
Pagina 60
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Machine aanpassen aan de John Deere-veldhakselaar van de 8000- en 9000-serie met voorzetwerktuig-snelkoppeling Let op Bij de eerste montage van de machine aan een veldhakselaar en bij iedere wissel van veldhakselaar moet de positie van de koppelingsschijf worden gecontroleerd en indien nodig worden aangepast.
Pagina 61
Eerste inbedrijfstelling - John Deere 7.3.1 Koppelingsschijf afstellen Voor een overzicht van de aandraaimomenten: zie hoofdstuk Onderhoud "Aandraaimomenten". EC500163 Afb. 26 De koppelingsschijf met de koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet worden uitgericht met de koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar, zodat de koppelingsschijf (1) zich centraal in de behuizing bevindt.
Pagina 62
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Voorzetwerktuig op de veldhakselaar monteren EC500175 Afb. 27 • De bescherming (1) demonteren. • Om een botsing met de veldhakselaar te vermijden, de schroeven (3) van de beide opnames (2) links en rechts en de schroeven (5) losdraaien. •...
Pagina 63
Eerste inbedrijfstelling - John Deere EC500177 Afb. 29 • De opname (2) zo verschuiven, dat de vanghaak (1) van de veldhakselaar probleemloos in kan vallen. • Om het voorzetwerktuig met de vanghaak (1) van de veldhakselaar te beveiligen, de hendel (4) naar boven zwenken.
Pagina 64
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Positie van de koppelingsschijf controleren EC500179 De koppelingsschijf met de koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet worden uitgericht met de koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar, zodat de koppelingsschijf (1) zich centraal in de behuizing bevindt. De koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet gelijkmatig en vlak tegen de koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar liggen •...
Pagina 65
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Positie van de ingangsaandrijving instellen De positie van de koppelingsschijf wordt met de instelling van de ingangstransmissie gecorrigeerd. EC500180 Afb. 31 • De ingangstransmissie zo instellen dat de koppelingsschijven (5) vlak tegen elkaar liggen, hiervoor: •...
Pagina 66
Eerste inbedrijfstelling - John Deere Ingangsaandrijving naar achteren verstellen EC500181 Afb. 32 • De ingangstransmissie met 2-3 mm in de rijrichting naar achteren verschuiven, hiervoor: • De ingangstransmissie met 2-3 mm naar achteren verschuiven. • De schroeven (1) vastdraaien. • De bescherming weer monteren.
Pagina 67
Eerste inbedrijfstelling - New Holland Eerste inbedrijfstelling - New Holland Gevaar! - Verkeerde montage Uitwerking: Levensgevaar, ernstig letsel van personen of zware beschadigingen aan de machine. • De montage van de machine mag alleen door een geautoriseerde vakhandel uitgevoerd worden. •...
Pagina 68
Eerste inbedrijfstelling - New Holland Vergrendelingshulzen instellen Om de vergrendelingshulzen in te stellen moet het voorzetwerktuig aan de veldhakselaar gemonteerd zijn. EC500 114 Afb. 34 • De vergrendelingshaken (1) met de vergrendelingshendel (2) openen.
Pagina 69
Eerste inbedrijfstelling - New Holland EC500 112 Afb. 35 • De veldhakselaar zover naar het voorzetwerktuig toe rijden dat de intrekbehuizing (2) van de veldhakselaar parallel voor het adapterframe (4) staat. • De intrekbehuizing zover omlaag bewegen dat de opname (3) onder de draagbuis (1) van het maïsvoorzetwerktuig ligt.
Pagina 70
Eerste inbedrijfstelling - New Holland EC500 113 Afb. 36 • De vergrendelingshaak (1) met de vergrendelingshendel (6) sluiten. • Controleren of de vergrendelingshaken (1) correct in de vergrendelingshulzen (2) zijn vastgehaakt. Indien dit niet het geval is: • De schroeven (3) losdraaien. •...
Pagina 71
Eerste inbedrijfstelling transportrijmechanisme (bij uitvoering "Transportrijmechanisme Eerste inbedrijfstelling transportrijmechanisme (bij uitvoering "Transportrijmechanisme") Voorzetwerktuig voor de montage van het transportrijmechanisme voorbereiden Voor de eerste montage van het transportrijmechanisme moet op de EasyCollect de beschermplaat tussen ingangs- en hoofdaandrijving worden gesneden. • De uitsparing (2) in de beschermplaat (1) tussen ingangs- en hoofdaandrijving door het scheiden van de 5 verbindingsstukken (3) eruit halen.
Pagina 72
Eerste inbedrijfstelling transportrijmechanisme (bij uitvoering "Transportrijmechanisme") Bedieningsbox aansluiten Let op Kortsluiting door verontreinigingen en vocht in de stekkerverbinding Door een kortsluiting kan er schade aan de machine ontstaan • Let erop dat de stekkers en contactdozen schoon en droog zijn. •...
Pagina 73
4 m niet wordt overschreden. • Let er bij het opheffen in de transportstand op dat de EasyCollect 450-2 FP, 600-2 FP, 750-2 FP niet met de bestuurderscabine van de veldhakselaar of andere machinedelen botst.
Pagina 74
Inbedrijfstelling - CLAAS 10.2 Aankoppelen aan de CLAAS-veldhakselaar 10.3 Aankoppelen EC500127_1 Afb. 39 • De klapstekker (5) demonteren en de hendel (6) naar buiten zwenken. • De veldhakselaar zover naar het maïsvoorzetwerktuig toe rijden dat de intrekbehuizing (1) van de veldhakselaar recht voor het adapterframe (2) staat. •...
Pagina 75
Voor Claas-veldhakselaars van het type 493, type 494, type 496, type 497 en type 498 in de uitvoering zonder snelkoppeling kan het voorzetwerktuig met de tussenas 27 024 722 0 (Verkrijgbaar via het KRONE vervangingsonderdelenmagazijn) worden gebruikt. Daarvoor moet de koppelingsschijf gedemonteerd worden en de tussenas direct op de...
Pagina 76
Inbedrijfstelling - CLAAS 10.3.3 Hydrauliek en elektrische systeem vastkoppelen WAARSCHUWING! - Aansluiting van de hydraulische leiding Effect: ernstig letsel door binnendringen van hydraulische olie onder de huid. • Voordat de hydraulische slangen worden aangesloten op het hydraulische systeem van de veldhakselaar, moet het systeem aan beide zijden drukloos zijn! •...
Pagina 77
Inbedrijfstelling - CLAAS EC400147 Afb. 42 Voor de werking van het maïsvoorzetwerktuig is aan de zijde van de hakselaar een dubbelwerkende hydraulische aansluiting nodig. • Hydraulische slangen (1) op de daarvoor bestemde steekkoppelingen van de veldhakselaar aansluiten. • Verlichtingskabel (2) aan de contactdoos aansluiten. Bij uitvoering "Rijdetectie en bodemkopie": •...
Pagina 78
4 m niet wordt overschreden. • Let er bij het opheffen in de transportstand op dat de EasyCollect 450-2 FP, 600-2 FP, 750-2 FP niet met de bestuurderscabine van de veldhakselaar of andere machinedelen botst.
Pagina 79
Inbedrijfstelling – John Deere 11.2 Aanbouw aan John Deere-veldhakselaar van de 6000- en 7000-serie 11.3 Aankoppelen WAARSCHUWING! - Vastkoppelen Gevolg: Levensgevaar of ernstig letsel. Let er bij het vastkoppelen op dat er niemand tussen veldhakselaar en machine aanwezig is. EC500138 Afb.
Pagina 80
Inbedrijfstelling – John Deere EC500 146 Afb. 45 • Zo ver met de veldhakselaar naar voren rijden tot de opnamehoeken (6) achter de dwarsbuis (1) van de draagconsole van het maïsvoorzetwerktuig grijpen. • Ervoor zorgen dat de opnamehoeken (6) over het hele oppervlak achter de dwarsbuis (1) van de draagconsole van het maïsvoorzetwerktuig liggen.
Pagina 81
Inbedrijfstelling – John Deere 11.3.1 Aandrijving vastkoppelen EC500136 Afb. 47 • De kruiskoppeling (2) op de aandrijving van het maïsvoorzetwerktuig schuiven, tot de zekering vastklikt. • De kruiskoppeling (1) op de aandrijftap van de aandrijving van de veldhakselaar schuiven tot de zekering vastklikt. •...
Pagina 82
Inbedrijfstelling – John Deere 11.3.2 Hydrauliek en elektrische systeem vastkoppelen WAARSCHUWING! - Aansluiting van de hydraulische leiding Effect: ernstig letsel door binnendringen van hydraulische olie onder de huid. • Voordat de hydraulische slangen worden aangesloten op het hydraulische systeem van de veldhakselaar, moet het systeem aan beide zijden drukloos zijn! •...
Pagina 83
Inbedrijfstelling – John Deere EC500135_1 Afb. 48 Voor de werking van het maïsvoorzetwerktuig is aan de zijde van de hakselaar een dubbelwerkende hydraulische aansluiting nodig. • Hydraulische slangen (1) op de daarvoor bestemde steekkoppelingen van de veldhakselaar aansluiten. • Verlichtingskabel (2) aan de contactdoos aansluiten. Bij uitvoering "Rijdetectie en bodemkopie": •...
Pagina 84
Inbedrijfstelling – John Deere 11.4 Aanbouw aan John Deere-veldhakselaar van de 8000- en 9000-serie WAARSCHUWING! - Gevaar voor letsel door onverwachte bewegingen van de machine. Wanneer de elektronica van de veldhakselaar bij de automatische herkenning van het voorzetwerktuig een fout herkent, bestaat er gevaar voor personen door onverwachte bewegingen van machinedelen.
Pagina 85
Inbedrijfstelling – John Deere Veldhakselaar met voorzetwerktuig-snelkoppeling EC500179 Afb. 51 Bij het optillen van het voorzetwerktuig met het hydraulische systeem van de veldhakselaar loopt de koppelingsschijf van het voorzetwerktuig voor de koppelingsschijf van de veldhakselaar. • Controleren of na het koppelingsproces de koppelingsschijf (2) van de veldhakselaar gelijkmatig tegen de koppelingsschijf (1) van het voorzetwerktuig aan ligt.
Pagina 86
Inbedrijfstelling – John Deere 11.4.2 Hydrauliek en elektrische systeem vastkoppelen Let op! - Verontreiniging van de hydraulische installatie Uitwerking: Schade aan de machine • Bij het verbinden van de snelkoppelingen erop letten, dat deze schoon en droog zijn. • Let op schuur- en inklemplaatsen. EC500167 Afb.
Pagina 87
4 m niet wordt overschreden. • Let er bij het opheffen in de transportstand op dat de EasyCollect 450-2 FP, 600-2 FP, 750-2 FP niet met de bestuurderscabine van de veldhakselaar of andere machinedelen botst.
Pagina 88
Inbedrijfstelling - New Holland 12.2 Aanbouwen aan New Holland -veldhakselaar 12.3 Aankoppelen WAARSCHUWING! - Vastkoppelen Gevolg: Levensgevaar of ernstig letsel. Let er bij het vastkoppelen op dat er niemand tussen veldhakselaar en machine aanwezig is. EC500 114 Afb. 53 • De vergrendelingshaken (1) met de vergrendelingshendel (2) openen.
Pagina 89
Inbedrijfstelling - New Holland EC500 112 Afb. 54 • De veldhakselaar zover naar het voorzetwerktuig toe rijden dat de intrekbehuizing (2) van de veldhakselaar parallel voor het adapterframe (4) staat. • De intrekbehuizing zover omlaag bewegen dat de opname (3) onder de draagbuis (1) van het maïsvoorzetwerktuig ligt.
Pagina 90
Inbedrijfstelling - New Holland 12.3.1 Aandrijving vastkoppelen EC500136 Afb. 56 • De kruiskoppeling (2) op de aandrijving van het maïsvoorzetwerktuig schuiven, tot de zekering vastklikt. • De kruiskoppeling (1) op de aandrijftap van de aandrijving van de veldhakselaar schuiven tot de zekering vastklikt. •...
Pagina 91
Inbedrijfstelling - New Holland 12.3.2 Hydrauliek en elektrische systeem vastkoppelen WAARSCHUWING! - Aansluiting van de hydraulische leiding Effect: ernstig letsel door binnendringen van hydraulische olie onder de huid. • Voordat de hydraulische slangen worden aangesloten op het hydraulische systeem van de veldhakselaar, moet het systeem aan beide zijden drukloos zijn! •...
Pagina 92
Inbedrijfstelling - New Holland ECFH0019 Afb. 57 Het maïsvoorzetwerktuig is met een hydraulische snelkoppeling uitgerust. • De hydraulische snelkoppeling (1) aan de daarvoor bestemde aansluiting op de veldhakselaar aansluiten. • De hydraulische snelkoppeling (1) met de hendel (5) borgen. • Verlichtingskabel (2) aan de contactdoos aansluiten.
Pagina 93
Rijden en transport Rijden en transport Gevaar! - Rijden op de weg, meerijden, rijgedrag Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. • Meerijden op de machine is verboden. • Voor het transport op de openbare weg moeten de bescherminrichtingen gemonteerd zijn. •...
Pagina 94
Rijden en transport 13.1 De machine voorbereiden voor het rijden op de weg EC500 143 Afb. 58: Voorwaarde: • De machine is ontdaan van verontreinigingen en oogstresten, met name de verlichtings- en markeringsinrichtingen. Voor het transport / rijden op de weg moet de maïsbek omhoog geklapt worden. Ga als volgt te werk: •...
Pagina 95
Rijden en transport Let op Bij toegangen tot velden kan de bodemvrijheid te gering zijn. Om verzekerd te zijn van voldoende bodemvrijheid wanneer het veld wordt opgereden, waar nodig als volgt te werk gaan: • Controleren of zich boven de machine geen elektrische bovenleidingen of andere hindernissen bevinden.
Pagina 96
Rijden en transport 13.2.1 Transportrijmechanisme monteren EC500203 Afb. 61 Voor de montage van het transportrijmechanisme • Voor demontage van het transportrijmechanisme de schakelaar (1) omhoog in positie (I) brengen, zie hoofdstuk Rijden en transport, "Bedieningsbox aansluiten". – De LED (2) brandt. –...
Pagina 97
Rijden en transport EC500193 Afb. 62: Voorwaarden: – Het transportrijmechanisme (1) staat op een horizontale en vlakke ondergrond. – Het maïsvoorzetwerktuig is aan de veldhakselaar vastgekoppeld en bevindt zich in de transportstand, zie handleiding van de veldhakselaar. – Het transportrijmechanisme (1) staat parallel voor de veldhakselaar. –...
Pagina 98
Rijden en transport EC500195 Afb. 64 • De vergrendeling (8) volledig openen (onderste eindpositie). • Langzaam met de veldhakselaar naar voren rijden. • De middelste punt (4) op de beschermplaat (5) leggen. EC500196 Afb. 65 • De bout (6) van de vergrendeling in de opvangvakken (7) van het transportrijmechanisme invoeren.
Pagina 99
Rijden en transport EC500198 Afb. 67 • De vergrendeling (8) via de bediening van de hydrauliek sluiten. • Controleren of de bouten (10) van het transportrijmechanisme correct in de boringen van de opvangvakken van het voorzetwerktuig zijn binnengegaan. • Het invoer-hefmechanisme neerlaten. EC500199 Afb.
Pagina 100
Rijden en transport EC500200 Afb. 69 Met de meegeleverde 7-polige verlichtingskabel (2) wordt de verlichting voor het rijden op de aangesloten. Voorwaarde: – De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid "De machine stopzetten en beveiligen". • De 7-polige stekker van de verlichtingskabel (2) met de 7-polige contactdoos (1) van de machine verbinden.
Pagina 101
Rijden en transport 13.2.4 Steundrukregeling bij FP-machines activeren Bij uitvoering John Deere EC500204 Afb. 70 Door het bedienen van de toets (3) op de rijhendel kan de steundrukregeling in de wegmodus worden geactiveerd. (Bediening aan hand van het voorbeeld John Deere 8000, bouwjaar 2015. Voor afwijkende uitrustingsvarianten contact opnemen met de vakhandel.
Pagina 102
Rijden en transport 13.2.5 Transportrijmechanisme demonteren Let op Machineschade door in de werkstand klappen bij gemonteerd transportrijmechanisme Wanneer bij gemonteerd transportrijmechanisme het maïsvoorzetwerktuig in de werkstand wordt geklapt, kan er schade aan de machine ontstaan. • Voor het klappen in de werkstand het transportrijmechanisme demonteren. •...
Pagina 103
Rijden en transport EC500203 Afb. 73 Na de demontage van het transportrijmechanisme • Na de demontage van het transportrijmechanisme de schakelaar (1) omlaag in positie (II) brengen, zie hoofdstuk Rijden en transport, "Bedieningsbox aansluiten". – De LED (2) brandt niet. –...
Pagina 104
Rijden en transport 13.3 Machine parkeren Let op Machineschade door demonteren van de machine van de veldhakselaar bij gemonteerd transportrijmechanisme Wanneer bij gemonteed transportrijmechanisme het maïsvoorzetwerktuig van de veldhakselaar wordt gedemonteerd, kan er schade aan de machine ontstaan. • Voor de demontage van de machine van de veldhakselaar het transportrijmechanisme demonteren.
Pagina 105
Rijden en transport 13.4 Machine optillen Waarschuwing! - Aanslag en transportmiddel niet voldoende gedimensioneerd. Uitwerking: Levensgevaar, ernstig letsel van personen of zware beschadigingen aan de machine. Gebruik alleen aanslag- en transportmiddelen (kraan, kabels) van voldoende afmetingen!. • Maak voor bedrijfsintern transport (bijv. verladen) het hefwerktuig vast aan de hiernaast afgebeelde punten.
Pagina 106
Bediening Bediening 14.1 Van transport- naar werkstand WAARSCHUWING! - De machine in de werkstand laten zakken Gevolg: levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. • Laat de machine pas omlaag zakken als u gecontroleerd hebt dat er zich geen personen, dieren of voorwerpen in het zwenkbereik van de machine bevinden.
Pagina 107
Bediening 14.1.2 Steunvoeten rechts/links in transportstand Voorwaarde: – De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid, "Machine stopzetten en beveiligen“. In de draagvlakken van de steunvoeten zijn markeringen aangebracht, die de desbetreffende montageplaats van de steunvoeten aangeven, "V" voor de montage voor op de machine en "H" voor de montage achter op de machine.
Pagina 108
Bediening 14.1.3 Zijdelen rechts / links in de werkstand zwenken EC500121 Afb. 79 De afloop voor het neerklappen van de zijdelen wordt door de hydraulische besturing bepaald. Bij EasyCollect-machines van de serie 450-2 FP, 600-2 FP en 750-2 FP worden eerst de zijdelen (1, 2) neergelaten.
Pagina 109
Bediening Zijdelen zwenken De zijdelen alleen bij stilstaande veldhakselaar zwenken. De zijdelen via het hydraulisch systeem van de veldhakselaar zwenken. Ga als volgt te werk: • De bedieningstoets van het dubbelwerkende besturingsapparaat indrukken en vasthouden tot de zijdelen (1, 2) neergeklapt en de buisbeugels (7) omhoog geklapt zijn. Na het zwenken Om ervoor te zorgen dat de vergrendelingsklinken vastgeklikt zijn: •...
Pagina 110
Bediening 14.2 Gebruik voor de werkzaamheden WAARSCHUWING! - De machine in de werkstand laten zakken Gevolg: levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. • Laat de machine pas omlaag zakken als u gecontroleerd hebt dat er zich geen personen, dieren of voorwerpen in het zwenkbereik van de machine bevinden.
Pagina 111
Bediening 14.2.1 Maïsbek aanbrengen Aanwijzing - zuiver snijden • De snelheid van de verzamelaar moet zo hoog zijn ingesteld, dat zuiver snijden van het oogstgoed gewaarborgd is. • De rijsnelheid is in de eerste plaats afhankelijk van de doorvoercapaciteit van de hakselaar. •...
Pagina 112
Bediening 14.2.2 Hoofdaandrijving bedienen (Claas, John Deere 6000- en 7000-serie) Met de schakeling van de hoofdaandrijving kunnen verschillende snelheden van het voorzetwerktuig worden geselecteerd. – Stand L = lagere snelheid – Stand H = hogere snelheid EC500 108_1 Afb. 81 Voorwaarde: –...
Pagina 113
Bediening 14.2.3 Ingangsaandrijving bedienen (Claas) Met de schakeling van de ingangstransmissie kunnen verschillende snelheden worden geselecteerd. – Stand I = lagere snelheid – Stand II = hogere snelheid EC400071 Afb. 82 Voorwaarde: – De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid, "Machine stopzetten en beveiligen“.
Pagina 114
Bediening 14.2.4 Toerental van het maïsvoorzetwerktuig instellen (Claas) Het toerental van het maïsvoorzetwerktuig kan door het schakelen van de ingangs-en uitgangstransmissie en de hoofdaandrijving op verschillende waarden worden ingesteld. Bij de Claas veldhakselaartypes 493, 494, 496, 497 kunnen 4 toerentalwaarden worden ingesteld.
Pagina 115
Bediening 14.2.5 Toerental van het maïsvoorzetwerktuig instellen (Claas, John Deere 6000- en 7000-serie) Het toerental van het maïsvoorzetwerktuig kan door het schakelen van de hoofdaandrijving op verschillende waarden worden ingesteld. Er kunnen door de toepassing van de aandrijving met 2 versnellingen van de veldhakselaar 4 toerentalwaarden worden ingesteld.
Pagina 116
Bediening 14.2.6 Toerental van het maïsvoorzetwerktuig instellen (Claas, John Deere 8000- en 9000-serie) Let op Bij de John-Deere-veldhakselaars van de 8000- en 9000-serie bedraagt het toegestane toerental voor de aandrijving 300 min –700 min Het toerental van het maïsvoorzetwerktuig kan door het toerental van de veldhakselaar op verschillende waarden worden ingesteld •...
Pagina 117
Bediening 14.2.8 Rijdetectie bedienen (bij uitvoering "Rijdetectie") Door de toepassing van de rijdetectie kan de veldhakselaar automatisch tussen 2 stengelachtige plantenrijen worden geleid. EC903098 Afb. 84 Let op Verkeerde rijdetectie door vervuiling van de middelste punt in het bereik van de peddel van de rijdetectie.
Pagina 118
Bediening Voor John-Deere-veldhakselaars van de series 6000 en 7000. De "John Deere stuurautomaat Row-Trak II" neemt met de rijvoelers op het maïsvoorzetwerktuig de automatische geleiding van de veldhakselaar tussen 2 stengelachtige plantenrijen over. EC500166 Afb. 86 Voorwaarde om de rijdetectie met de veldhakselaar te kunnen gebruiken: –...
Pagina 119
Bediening Voor New Holland-veldhakselaars. Het "New Holland automatische rijgeleidingssysteem voor maïsvoorzetwerktuigen" neemt met de rijvoelers op het maïsvoorzetwerktuig de automatische geleiding van de veldhakselaar tussen 2 stengelachtige plantenrijen over. EC500171 Afb. 88 Voorwaarde om de rijdetectie met de veldhakselaar te kunnen gebruiken: –...
Pagina 120
Bediening 14.2.9 Actieve bodemkopie bedienen (bij uitvoering "Actieve bodemkopie") Door de toepassing van de actieve bodemkopie blijft de maaihoogte van het voorzetwerktuig altijd constant. EC500010 Afb. 89 Voor Claas-veldhakselaars vanaf type 494. Bij de actieve bodemkopie tasten de bodemtoetsen (1) de bodem af onder het voorzetwerktuig. De ongelijkmatigheden van de bodem worden in rijrichting door de veldhakselaar en dwars op de rijrichting door de hydraulische cilinders (2) op het tussenframe van het voorzetwerktuig gecompenseerd.
Pagina 121
Bediening Voor John-Deere-veldhakselaars van de serie 7000. Bij de actieve bodemkopie tasten de bodemtoetsen de bodem af onder het voorzetwerktuig. De ongelijkmatigheden van de bodem worden in rijrichting door de veldhakselaar en dwars op de rijrichting door de hydraulische cilinders op het tussenframe van het voorzetwerktuig gecompenseerd.
Pagina 122
Bediening Voor John-Deere-veldhakselaars van de series 8000 en 9000. Bij de actieve bodemkopie tasten de bodemtoetsen de bodem af onder het voorzetwerktuig. De ongelijkmatigheden van de bodem worden door de veldhakselaar gecompenseerd. Let op Door de actieve bodemkopie wordt de stoppelhoogte (tot maximaal ca. 500 mm) constant relatief t.o.v.
Pagina 123
Bediening Voor New Holland-veldhakselaars. Bij de actieve bodemkopie tasten de bodemtoetsen de bodem af onder het voorzetwerktuig. De ongelijkmatigheden van de bodem worden door de veldhakselaar gecompenseerd. Let op Door de actieve bodemkopie wordt de stoppelhoogte (tot maximaal ca. 500 mm) constant relatief t.o.v.
Pagina 124
Bediening 14.3 Van werkstand in de transportstand Let op Voor het inklappen in de transportstand aandrijving uitschakelen. Het inklappen van de maïsbek mag alleen bij volledige stilstand van de aandrijving plaatsvinden. Aanwijzing De zijdelen mogen alleen bij stilstaande veldhakselaar worden gezwenkt. 14.3.1 Zijdelen rechts / links in transportstand omhoog zwenken Bij uitvoering transportrijmechanisme:...
Pagina 125
Bediening EasyCollect 750-2 FP EC500144 Afb. 96: Om ervoor te zorgen dat de maximaal toegestane hoogte van 4 m bij de EasyCollect 750-2 niet wordt overschreden: • Het voorzetwerktuig met het hefmechanisme van de veldhakselaar zover neerlaten tot de maat van X = 250 mm wordt bereikt, zie handleiding van de veldhakselaar.
Pagina 126
Bediening 14.3.2 Afschermingen links en rechts monteren EC50044_1 Afb. 97 • De beide zeskantbouten (1) aan de oplegplaten (2) van eht zijdeel in de borigen van de punten (3) steken (rechter en linker kant van de machine). • Bevestig de veiligheidszeilen (4) met de trekveren (5) aan het frame. 14.3.3 Voorzijdebescherming monteren Afb.
Pagina 127
Bediening 14.3.4 Knipper- en positielichten links en rechts aansluiten Bij uitvoering adaptatie Claas (zonder uitvoering "Rijdetectie") EC500045_1 EC500124 Afb. 99 • De aansluitkabels (2) van de knipper- en positielampen (1) aansluiten op de contactdoos (3) aan de veldhakselaar. • Controleer of de verlichting correct werkt. Bij uitvoeringen adaptatie Claas (met uitvoering "Rijdetectie"), adaptatie John Deere en adaptatie New Holland EC500045_1...
Pagina 128
Bediening 14.4 Demontage van de machine Gevaar! - Onverwachte beweging van de machine Effect: Levensgevaar, ernstig letsel • Er mogen geen personen tussen veldhakselaar en voorzetwerktuig aanwezig zijn. • Bij het zwenken van de machine van de transport- naar de werkstand en omgekeerd is het niet toegestaan zich in het zwenkbereik te bevinden.
Pagina 129
Bediening EC500165 Afb. 102 Opdat de veldhakselaar het maïsvoorzetwerktuig kan opnemen, moet de hoogte van de opname-elementen op de veldhakselaar en de hoogte van de opname-elementen op het maïsvoorzetwerktuig zijn afgestemd. Daarvoor kunnen de achterste steunvoeten naar gelang de bandendoorsnede bij het neerzetten met insteekveerbouten (1) in het gatenpatroon (2) verschillend worden uitgezet.
Pagina 130
Bediening 14.5 Demontage van de machine bij adaptatie aan Claas veldhakselaars 14.5.1 Hydraulische leidingen lostrekken Let op! - Gevaar voor ongevallen en beschadiging! De hydraulische slangen en de elektrische aansluitleiding op het maïsvoorzetwerktuig leggen. Let op Bij het lostrekken van de hydraulische slangen moet het systeem aan beide zijden drukloos zijn.
Pagina 131
Bediening 14.5.2 Loskoppelen Voorwaarden: – De veldhakselaar is stopgezet en beveiligd, zie handleiding van de veldhakselaar. – De steunvoeten bevinden zich in de steunstand. EC500128 Afb. 105 • De klapstekker (5) demonteren en de hendel (6) naar buiten zwenken. • De intrekbehuizing (1) zover omlaag bewegen dat de opnamehoek (3) onder de opnamevakken (4) van het maïsvoorzetwerktuig liggen.
Pagina 132
Bediening 14.5.3 Bij de uitvoering met tussenas (bijv. type 491 en 492) EC4000 85 Afb. 106 • Beschermplaat (9) openen. • Kruiskoppeling (11) van de aandrijving van het maïsvoorzetwerktuig lostrekken. • Kruiskoppeling (10) van de aandrijftap van de aandrijving van de veldhakselaar lostrekken. •...
Pagina 133
Bediening 14.6 Demontage van de machine bij adaptatie aan John Deere veldhakselaars van de serie 6000 en 7000 14.6.1 Hydraulische leidingen lostrekken Let op! - Gevaar voor ongevallen en beschadiging! De hydraulische slangen en de elektrische aansluitleiding op het maïsvoorzetwerktuig leggen.
Pagina 134
Bediening 14.6.2 Loskoppelen Voorwaarden: – De veldhakselaar is stopgezet en beveiligd, zie handleiding van de veldhakselaar. – De steunvoeten bevinden zich in de steunstand. EC500137 Afb. 109: • Beschermplaat (10) openen. • Kruiskoppeling (2) van de aandrijftap van de aandrijving van de veldhakselaar lostrekken. •...
Pagina 135
Bediening EC500138 Afb. 110 De vergrendelingsbout (1) ontgrendelen Hiervoor op de invoer van de veldhakselaar aan beide kanten van de machine: • De klapstekker (3) demonteren. • De schroef (2) van pos. II in pos. I zetten. • De klapstekker (3) monteren. EC500 140 Afb.
Pagina 136
Bediening 14.7 Demontage van de machine bij adaptatie aan John Deere veldhakselaars van de serie 8000 en 9000 14.7.1 Hydrauliek en elektrisch systeem loskoppelen Let op! - Gevaar voor ongevallen en beschadiging! De hydraulische slangen en de elektrische aansluitleiding op het maïsvoorzetwerktuig leggen.
Pagina 137
Bediening 14.7.2 Voorzetwerktuig loskoppelen Voorwaarden: – De veldhakselaar is stopgezet en beveiligd, zie handleiding van de veldhakselaar. – De steunvoeten bevinden zich in de steunstand. Bij een veldhakselaar met uitvoering tussenas: – De kruiskoppeling is van de aandrijving van het voorzetwerktuig losgetrokken. EC500182 Afb.
Pagina 138
Bediening 14.8 Demontage van de machine bij adaptatie aan New Holland veldhakselaars 14.8.1 Hydraulische leidingen lostrekken Let op! - Gevaar voor ongevallen en beschadiging! De hydraulische slangen en de elektrische aansluitleiding op het maïsvoorzetwerktuig leggen. Let op Bij het lostrekken van de hydraulische slangen moet het systeem aan beide zijden drukloos zijn.
Pagina 139
Bediening 14.8.2 Loskoppelen Voorwaarden: – De veldhakselaar is stopgezet en beveiligd, zie handleiding van de veldhakselaar. – De steunvoeten bevinden zich in de steunstand. ECFH0004_1 Afb. 115 • De tussenas (1) op de aandrijving van de transmissie van de veldhakselaar trekken. EC500 119 Afb.
Pagina 140
Bediening 14.9 Machine demonteren en met ondersteuningen opslaan (bij uitvoering ondersteuningen) Gevaar! - Onverwachte beweging van de machine Gevolg: levensgevaar of ernstig letsel • Er mogen geen personen tussen veldhakselaar en voorzetwerktuig aanwezig zijn. • Bij het zwenken van de machine van de transport- naar de werkstand en omgekeerd is het niet toegestaan zich in het zwenkbereik te bevinden.
Pagina 141
Bediening 14.9.1 Steunvoeten rechts/links in transportstand EC500016 EC500017_1 Afb. 118 Steunvoeten achter rechts / links: • De insteekveerbouten (2) demonteren en de steunvoeten achter (4) uit de geleiding trekken. • De steunvoeten achter (4) zodanig in de opnamen (5) van het zijframe schuiven dat zich in het gedeelte (6) boven de steunvoeten geen plantenresten kunnen ophopen.
Pagina 142
Bediening 14.9.3 Consoles ondersteuning monteren EC500153 Afb. 120 • De achterste console steunvoeten (1) in de achterste steunvoet-opname (3) schuiven en met de steekbout (5) borgen. • De voorste console steunvoeten (2) in de voorste steunvoet-opname (4) schuiven en met de steekbout (5) borgen.
Pagina 143
Bediening 14.9.4 Zijsteunen monteren EC500154 Afb. 121 • De onderste opname (2) van de zijsteun (1) in de punt (3) bij het zijframe steken (aan beide zijden van de machine). • De zijsteunen (1) optillen, het bovenste profiel (4) over de voorste en achterste console (5) schuiven en met steekbouten (6) borgen (aan beide kanten van de machine).
Pagina 144
Bediening 14.9.5 Zijsteunen achter instellen EC500 155 Afb. 122 Opdat de maïsbek die op de steunvoeten staat opgesteld door de veldhakselaar kan worden opgenomen, moet de hoogte van de opname bij de veldhakselaar op de hoogte van de opname bij de maïsbek zijn afgestemd. Daarvoor kunnen de steunvoeten in de hoogte en de schuinte verschillende worden ingesteld.
Pagina 145
Bediening 14.9.6 Voorzetwerktuig neerzetten OPGELET! - Gevaar voor kantelen Het neergezette voorzetwerktuig kan kantelen. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. • De machine in de transportstand met de ondersteuningen extra hark alleen op verharde en vlakke ondergrond (beton/bestrating) neerzetten.
Pagina 146
Instellingen Instellingen GEVAAR! – Bij reparatie-, onderhouds-, reinigingswerkzaamheden of technische ingrepen aan de machine kunnen aandrijfelementen in beweging komen. Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. • Motor van de veldhakselaar uitzetten en contactsleutel verwijderen. • Veldhakselaar tegen onvoorziene inbedrijfstelling en wegrollen beveiligen. •...
Pagina 147
Instellingen 15.1.1 Buisbeugels in de schuinte instellen (EasyCollect 600-2 FP, 750-2 FP) Naar gelang de oogstomstandigheden kunnen de buisbeugels in de helling worden ingesteld. Zo kan bijvoorbeeld de buisbeugel licht naar voren worden geneigd om de te snijden planten in geringe mate in het bestand te drukken.
Pagina 148
Instellingen Aanlegdruk van de buisbeugels instellen Wanneer de buisbeugel tijdens het rijden op de weg klappert, kan dit door het veranderen van de aanlegdruk worden veranderd. Wanneer de aanlegdruk van de buisbeugels in de transportstand verandert wijzigt zich ook de helling van de buisbeugels.
Pagina 149
Instellingen 15.1.2 Buisbeugels in de schuinte instellen (EasyCollect 450-2 FP) Naar gelang de oogstomstandigheden kunnen de buisbeugels in de helling worden ingesteld. Zo kan bijvoorbeeld de buisbeugel licht naar voren worden geneigd om de te snijden planten in geringe mate in het bestand te drukken.
Pagina 150
Instellingen 15.2 Omlaaghouder instellen (bij uitvoering zonder transportrijmechanisme) 15.3 Omlaaghouder instellen EC500024 Afb. 129 Standaard is de omlaaghouder (1) in stand I gemonteerd. De omlaaghouder kan aan de planthoogte worden aangepast. Ga hiervoor als volgt te werk: • Schroefverbindingen (2) losdraaien en omlaaghouder in stand II of III verplaatsen 15.4 Glijrails instellen Aanwijzing...
Pagina 151
Instellingen 15.5 Plantenverdeler instellen LET OP Schade aan de machine door beweging van de plantenverdeler! Bij gemonteerd transportrijmechanisme kan de plantenverdeler met delen van de machine botsen. Als de plantenverdeler te laag staat, botst deze met het frame van het onderstel. Als de plantenverdeler te hoog staat, botst deze bij het omhoog bewegen met de omlaaghouder.
Pagina 152
Instellingen 15.6 Transportster - Hoogte aan maisbestand aanpassen De transportsterren drijven het oogstgoed extra aan en verbeteren hierdoor vooral bij korte maïsbestanden de gewasstroom naar de invoerwalsen van de veldhakselaar. Bij extreem hoge maïsbestanden kan het echter van voordeel zijn aan beide kanten het bovenste transportstersegment door de meegeleverde deksel te vervangen.
Pagina 153
Instellingen 15.7 Transportster – Toerental instellen Ter verbetering van de gewasinvoer vooral bij korte maisbestanden of wanneer de collector oogstgoed weer mee naar voren transporteert., kan het toerental van de transportsterren worden veranderd. Daardoor verandert de toerentalverhouding tussen collector en transportster en reduceert zo het meenemen van oogstgoed door de collector.
Pagina 154
Instellingen Bij uitvoering met pendelframe aan het voorzetwerktuig en zonder "actieve bodemkopie" 15.8 Pendelbeweging van het voorzetwerktuig instellen Door het pendelen kan het voorzetwerktuig zich aan de bodemcontour van het veld aanpassen. Het voorzetwerktuig richt zich daarbij m.b.t. de hoogte permanent via de glijrails in verhouding tot de bodem uit.
Pagina 155
Instellingen EC400 110_2 Afb. 135 Wanneer het voorzetwerktuig te licht of te zwaar pendelt, kan de kracht van de pendelveren (1) met die van het voorzetwerktuig tegenwerkend t.o.v. het pendelen worden ingesteld. Hierbij aan beide kanten van de machine: • De contramoer (3) losdraaien.
Pagina 156
• Alleen originele reserveonderdelen van KRONE en door de fabrikant geautoriseerde toebehoren gebruiken. Het gebruik van niet door KRONE vervaardigde, gekeurde of toegelaten reserveonderdelen, toebehoren en aanvullende apparaten heeft het opheffen van de aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schade tot gevolg.
Pagina 157
Alle andere schroeven controleren. Aandrijving Dichtheidscontrole Oliepeilcontrole Oliewissel Machine reinigen Vervuiling in collectorruimte (binnen) controleren en indien nodig reinigen. Koppeling Koppeling op slijtage controleren. Hydraulische installatie Hydraulische slangen op lekkage controleren en indien nodig door KRONE servicepartner laten wisselen Machine smeren volgens smeerschema...
Pagina 158
Onderhoud Onderhoudsinterval Onderhoudswerkzaamheden Bij uitvoering "transportrijmechanisme: Wielmoeren aanhalen, zie hoofdstuk Onderhoud, "Wielmoeren aanhalen" Banden visueel controleren op sneden en breuken, zie hoofdstuk Onderhoud, "Banden visueel controleren" Bandenspanning controleren, zie hoofdstuk Onderhoud, "Bandenspanning controleren/aanpassen" 1 Hiertoe de machine in de werkstand brengen en ca.1 minuut voorwaarts laten doorlopen.
Pagina 159
Onderhoud 16.4 Aandraaimomenten Afwijkende aandraaimomenten Alle schroefverbindingen moeten principieel met de hierna vermelde aandraaimomenten worden vastgedraaid. Afwijkingen van de tabel zijn overeenkomstig gemarkeerd. 16.4.1 Metrische draadschroeven met normaal schroefdraad AANWIJZING De tabel geldt niet voor verzonken schroeven met binnenzeskant wanneer de verzonken schroef over de binnenzeskant wordt aangehaald.
Pagina 160
Onderhoud 16.4.2 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad A = Maat schroefdraad Aandraaimoment in Nm (indien niet anders is aangegeven) (Sterkteklasse staat op de schroefkop) Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5 M20x1,5 M24x2 1121 1312 M27x2 1148 1635 1914 M30x1,5 2100...
Pagina 161
Onderhoud 16.4.4 Aandraaimomenten voor sluitschroeven en ontluchtingsventielen aan aandrijvingen De tabel geldt alleen voor sluitschroeven met buitenzestkant in combinatie met een koperen afdichtingsring en voor ontluchtingsventielen van messing met een vormafdichtingsring. Schroefd Sluitschroef en kijkglas met Ontluchtingsventiel van messing raad koperen ring*) Beluchtingsfilter/ontluchtingsfilter Beluchtingsfilter/ontluchtingsfilter...
Pagina 162
• Hydraulische slangen regelmatig controleren en bij beschadiging en veroudering vervangen! Als vervangende leidingen zijn alleen originele KRONE-reserveonderdelen toegestaan omdat deze voldoen aan de technische eisen van de fabrikant. • Voordat de druk in de installatie weer wordt opgebouwd, ervoor zorgen dat alle...
Pagina 163
Onderhoud 16.6 Ingangsaandrijvingen Bij de uitvoering adaptatie Claas Let op Oliepeil controleren, olie bijvullen en olie aftappen bij horizontale stand van de aandrijving. EC400099_1 Afb. 136 Vulschroef / vulboring Aftapschroef Controleschroef / controleboring Beschermplaat • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Pagina 164
Onderhoud Bij uitvoering adaptatie John Deere en uitvoering adaptatie New Holland Let op Oliepeil controleren, olie bijvullen en olie aftappen bij horizontale stand van de aandrijving. EC500109_1 Afb. 137 Controleschroef / controleboring Aftapschroef • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Pagina 165
Onderhoud 16.7 Hoofdaandrijving Aanwijzing Controleer het oliepeil en ververs de olie terwijl het voorzetwerktuig in een verticale stand staat! EC500050_1 Afb. 138 Vulschroef / vulboorgat Aftapschroef Controleschroef / controleboorgat • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Pagina 166
Onderhoud 16.8 Collectortransmissie Aanwijzing Oliepeilcontrole en vullen met olie bij verticale stand van de aandrijving in transportstand van het voorzetwerktuig uitvoeren! Aftappen van olie bij horizontale stand van de aandrijving in werkstand van het voorzetwerktuig uitvoeren! EC500052_1 EC500051_1 Afb. 139 Beschermplaat Controle- en aftapschroef/ controle- en aftapboorgat...
Pagina 167
Onderhoud Olieverversing: Naar buiten komende olie in een geschikte bak opvangen. • De beschermplaten demonteren. • De collectoren in de werkstand brengen. Er daarbij voor zorgen dat de collectortransmissies zich in horizontale stand bevinden. • De aftapschroeven (2, 3) demonteren en olie aftappen. •...
Pagina 168
Onderhoud 16.9 Walsschakeltransmissie Aanwijzing Controleer het oliepeil en ververs de olie terwijl het voorzetwerktuig in een verticale stand staat! EC500053_1 Afb. 140 Vulschroef / vulboorgat Aftapschroef Controleschroef / controleopening Beschermplaat • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Pagina 169
Onderhoud 16.10 Walstransmissie Aanwijzing Controleer het oliepeil en ververs de olie terwijl het voorzetwerktuig in een verticale stand staat! EC500054 Afb. 141 Controleschroef / controleboorgat Aftapschroef • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Pagina 170
Onderhoud 16.11 Verzamelaarspanning controleren en instellen GEVAAR! – Onverwachte bewegingen van de machine! Effect: Levensgevaar, ernstig letsel Voor de controle- en instelwerkzaamheden het voorzetwerktuig in de "veldpositie" zwenken en door steunvoeten veilig ondersteunen. EasyCollect 600-2 / EasyCollect 750-2 EC500060_1 Afb. 142 16.11.1 Verzamelaarvoorspanning controleren Aanwijzing...
Pagina 171
Onderhoud EasyCollect 450-2 EC500077_1 Afb. 143 16.11.3 Verzamelaarvoorspanning controleren Aanwijzing Controleer de collectorvoorspanning na de eerste 10 bedrijfsuren van de collector, vervolgens elke 50 bedrijfsuren. • De afdekplaat (1) demonteren. • Controleren of de drukschijf (4) op één lijn staat met de buitenrand van de instelplaat (5). Wanneer de afwijking kleiner is dan ±...
Pagina 172
Onderhoud 16.11.5 Verzamelaarspanfunctie controleren • De rand (6) van de veergeleiding moet tussen de markeringen (7, 8) liggen. • Als dit niet het geval is, de collectorspanfunctie corrigeren 16.11.6 Collectorspanfunctie instellen • De contramoer (9) losdraaien en door het draaien van de zeskantmoer (10) de veergeleiding zodanig instellen dat de rand (6) een afstand van 8±1 mm tot de markering (7) toont.
Pagina 173
Onderhoud 16.12 Afstrijker instellen Aanwijzing De afstand tussen de verzamelaarrug (2) en afstrijker (1) mag de maat "a = 3 mm" niet overschrijden. EC500064_1 Afb. 144 • Draai de schroefverbindingen (3) iets los en druk de afstrijker (1) in de richting van de collectorrug (2).
Pagina 174
Onderhoud Spleetmaat van de afstrijkers bij de transportster: EC500092_2 Afb. 146 De afstrijkers (2) moeten centraal ten opzichte van de transportsterren (1) worden uitgelijnd. De afstand van de bovenste afstrijker ten opzichte van de transportsterdeksel (5) moet d=2,5 mm bedragen. De afstand van de afstrijkers (2) tot de transportsterrotor (3) moet c=0,5–2,0 mm bedragen.
Pagina 175
Onderhoud 16.14 Punten wisselen Hierna is het wisselen van de punten in de dwarsarmen beschreven, de wissel van de middelste punt en de zijpunten is overeenkomstig gelijk. EC500061_2 Afb. 148 • De sensor rijdetectie (alleen op middelste punt) van kabelboom losmaken. •...
Pagina 176
Onderhoud EC500078 Afb. 150 16.15.1 Zijpunten instellen De hoogte-instelling van de zijpunten (a) gebeurt via de schroef (1). Ga als volgt te werk: • Contramoer (2) losmaken • Hoogte van de punten via de schroef (1) instellen • Contramoer (2) vastdraaien 16.15.2 Rijpunten instellen De hoogteaanpassing van de rijpunten (b) gebeurt door het verstellen van het schuifstuk (3)
Pagina 177
Onderhoud 16.16 Toevoerbeugel aan puntenhouder demonteren en monteren Bij gebruik in opslagmaïs kan het bevorderlijk om zijn de toevoerplaten (1, 2, 3, 4) te demonteren. Hierdoor wordt de gewasstroom naar de hakselaar verbeterd. De toevoerplaat (4) ligt er los bij en kan desgewenst gemonteerd worden. EC500156_2 Afb.
Pagina 178
Onderhoud 16.17 Punthouder voor speciale rijafstanden ombouwen Opdat de maïsbek ook bij speciale rijafstanden (bijv. rijafstand van 70 cm) een optimaal opnameresultaat kan bereiken, kunnen de buitenste rijpunten met een verschuiving van 125 mm ten opzichte van het midden van de machine worden gemonteerd. Door de gewijzigde positie van de rijpunten moeten ook de messen in dit gedeelte worden aangepast.
Pagina 179
Onderhoud 16.18 Messen wisselen GEVAAR! -- Gevaar door scherpe messen! Er kan enstig letsel optreden, vooral aan de handen. • Bij alle werkzaamheden aan de verzamelaar veiligheidshandschoenen dragen om snijwonden door de messen te voorkomen. Aanwijzing Mes voor elk gebruik en na het botsen tegen een hindernis controleren. Versleten, beschadigde of vervormde messen moeten onmiddellijk worden vervangen.
Pagina 180
Onderhoud Boogmes buiten vervangen EC500066_1 Afb. 155 • Verwijder de zeskantbouten (2) en trek het boogmes buiten (1) naar voren toe naar buiten. • Zet een nieuw boogmes (1) in en bevestig het met de zeskantbouten (2). Trapmes vervangen EC500067_1 Afb.
Pagina 181
Onderhoud 16.18.2 Snijmes vervangen Aanwijzing Let bij het vervangen op de snijrichting rechts / links! EC500068_4 Afb. 157 • Het snijmes (4) dat moet worden vervangen, door omkeren van de machine in het rechte gedeelte voor bij de machine bewegen. •...
Pagina 182
Onderhoud EC500187 Afb. 158 • Het snijmes (1) uit de kraagbus tikken en naar beneden verwijderen. • Het nieuwe snijmes inzetten en van onderaf in de kraagbus tikken. • Het nieuwe snijmes door omkeren van de machine in het rechte gedeelte voor bij de machine verplaatsen.
Pagina 183
Onderhoud 16.18.3 Afstrijkmessen vervangen Afb. 159: • Draai de twee zeskantbouten (2) naar buiten en verwijder de afstrijkmessen (1). • Montage van de nieuwe afstrijkmessen (1) vindt plaats in omgekeerde volgorde van de demontage. Aanwijzing Het afstrijkmes moet zodanig ingesteld worden dat de snijkant tegen de collector ligt. Het mag de collector echter niet optillen! 16.19 Slijtplaten vervangen...
Pagina 184
Banden visueel controleren • De banden op sneden en breuken visueel controleren. Wanneer er sneden of breuken in de banden aanwezig zijn, de banden door een KRONE servicepartner laten repareren of wisselen. Onderhoudsintervallen voor banden visueel controleren, zie hoofdstuk Onderhoud, "Onderhoudstabel".
Pagina 185
Onderhoud - Smering Onderhoud - Smering 17.1 Bijzondere veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING! – Bij reparatie-, onderhouds-, reinigingswerkzaamheden of technische ingrepen aan de machine kunnen aandrijfelementen in beweging komen. Daardoor kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden. • De aandrijving uitschakelen en afwachten tot alle machinedelen tot stilstand zijn gekomen en volledig zijn afgekoeld.
Pagina 186
Onderhoud - Smering 17.2 Smeerschema • De hierna vermelde smeerpunten na het aangegeven aantal bedrijfsuren smeren. 50 h 50 h 50 h 50 h 50 h 250 h 250 h 250 h 250 h 250 h 50 h 50 h EC500023_3 Afb.
Pagina 187
Onderhoud - Smering 250 h 50 h 50 h 50 h 50 h 50 h 50 h EC500022_4 Afb. 163:...
Pagina 188
Onderhoud - Smering Claas en John Deere 250 h 250 h EC500130_1 Afb. 164...
Pagina 189
Onderhoud - Smering Bij uitvoering "transportrijmechanisme" 50 h EC500189 Afb. 165...
Pagina 190
Gebruik steeds uitsluitend originele KRONE onderdelen. Laat noodzakelijke reparatiewerkzaamheden meteen na het oogstseizoen uitvoeren. Maak een verzamellijst van alle benodigde delen. Daardoor kan uw KRONE-leverancier uw bestelling gemakkelijker afhandelen. U hebt deze zekerheid dat uw machine bij het begin van het nieuwe...
Pagina 191
Voor begin van het nieuwe seizoen Voor begin van het nieuwe seizoen 19.1 Bijzondere veiligheidsvoorschriften GEVAAR! – Bij reparatie-, onderhouds-, reinigingswerkzaamheden of technische ingrepen aan de machine kunnen aandrijfelementen in beweging komen. Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. •...
Pagina 192
Voor begin van het nieuwe seizoen 19.2 Proefloop Gevaar! - Testen van de machine na reparatie-, onderhouds-, reinigingswerkzaamheden of technische ingrepen. Gevolg: levensgevaar of ernstig letsel • De machine moet zich in de werkstand bevinden • Aandrijvingen pas inschakelen wanneer de machine zich in maaihoogte bevindt en wanneer ervoor gezorgd is dat er geen personen, dieren of voorwerpen in de gevarenzone aanwezig zijn.
Pagina 193
Verwijdering van de machine Verwijdering van de machine 20.1 De machine verwijderen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke bestanddelen van de machine volgens voorschrift worden verwijderd. De in het desbetreffende land geldende, actuele voorschriften voor afvalverwijdering en de hiervoor geldende wetten moeten in acht worden genomen.
Pagina 194
Indexopgave Doelgroep van dit document ........ 8 Aanbouw aan John Deere-veldhakselaar van de 6000- en 7000-serie ........79 Eerste inbedrijfstelling - Claas ......47 Aanbouw aan John Deere-veldhakselaar van de Eerste inbedrijfstelling - John Deere ....54 8000- en 9000-serie ........84 Eerste inbedrijfstelling - New Holland ....
Pagina 195
Lijsten en verwijzingen .......... 9 pendelbeweging van het voorzetwerktuig instellen ..............154 Loskoppelen ........131, 134, 139 Persoonlijke veiligheidsuitrustingen ....23 Plaats van veiligheids- en aanwijzingsstickers op machine aan de claas-veldhakselaar type 493, de machine ............ 32 type 494, type 496, type 497, type 498 Proefloop ..........
Pagina 196
Veiligheidsaanduidingen aan de machine ..23 Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat Walsschakeltransmissie........168 houden ............22 Walstransmissie ..........169 Veiligheidsroutines ..........29 Weergavemiddelen ..........10 Verkeersveiligheid ..........24 aanwijzingen met informatie en adviezen ..12 Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten 99 afbeeldingen .............