14.2.1
Maïsbek aanbrengen
Aanwijzing - zuiver snijden
•
De snelheid van de verzamelaar moet zo hoog zijn ingesteld, dat zuiver snijden van het
oogstgoed gewaarborgd is.
•
De rijsnelheid is in de eerste plaats afhankelijk van de doorvoercapaciteit van de hakselaar.
•
Maïsbek in de werkstand zetten en tot de bodem resp. op de gewenste maaihoogte
neerlaten (bij geactiveerde "Hefmechanisme steundrukregeling" de steundruk op max.3%
instellen, daarbij de steundruk zodanig instellen dat er geen doorlopende sleepsporen van
het voorzetwerktuig op het veld zichtbaar zijn)
•
Aandrijving van de maïsbek inschakelen en motor op werktoerental laten draaien
•
Rij met de veldhakselaar in het oogstgoed
•
De rij- en collectorsnelheid richt zich naar de desbetreffende gebruiksomstandigheden
(bodemomstandigheden, hoogte en eigenschappen van het oogstgoed)
Aanwijzing
Bij geringe planthoogte en de hoge hakselsnelheid die daardoor ontstaat, kan het zinvol zijn de
dynamische toerentalaanpassing op de veldhakselaar te deactiveren, zodat de planten
gelijkmatig naar de intrekwalsen worden gevoerd.
Aanwijzing - resontantietrillingen
In de wendakkerstand kan bij de neutrale loop een geluidsontwikkeling ontstaan door
resontantietrillingen aan de machine waardoor evt. het ingestelde toerental gering wordt
gewijzigd.
Opmerking - reverseren
Bij het reverseren kan het voorkomen dat de collector (vanwege de constructie) iets van de
ondermessen wordt opgetild.
Bij het aansluit vooruit draaien komt de collector weer op de ondermessen te liggen.
Bediening
111