Eerste inbedrijfstelling - John Deere
Positie van de koppelingsschijf controleren
1
De koppelingsschijf met de koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet worden uitgericht
met de koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar, zodat de koppelingsschijf (1) zich centraal in
de behuizing bevindt.
De koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet gelijkmatig en vlak tegen de
koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar liggen
•
Controleren of de koppelingsschijf (1) correct uitgelijnd is.
De koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig is correct uitgelijnd, wanneer:
–
de koppelingsschijf (1) gelijkmatig en vlak tegen de koppelingsschijf (2) ligt.
–
de koppelingsschijf (1) centrisch in het koppelingshuis staat, dus tijdens de werking niet
tegen het koppelingshuis schuurt.
•
Wanneer de koppelingsschijf (1) correct uitgelijnd is, de ingangsaandrijving 2-3 mm naar
achteren verstellen.
•
Wanneer de koppelingsschijf (1) niet correct uitgelijnd is, de positie van de
ingangstransmissie instellen.
64
2
1
2
EC500179