Bediening
14
Bediening
14.1
Van transport- naar werkstand
WAARSCHUWING! - De machine in de werkstand laten zakken
Gevolg: levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine.
•
Laat de machine pas omlaag zakken als u gecontroleerd hebt dat er zich geen personen,
dieren of voorwerpen in het zwenkbereik van de machine bevinden.
•
Personen uit de gevarenzone wegsturen. Als er personen de gevarenzone naderen, dan de
machine onmiddellijk uitschakelen.
•
Laat de machine nooit onbeheerd draaien.
•
Controleer de veiligheidsinrichtingen voor elk gebruik. Vervang beschadigde
veiligheidsinrichtingen onmiddellijk.
•
Werkzaamheden aan het voorzetwerktuig mogen principieel alleen worden uitgevoerd als
de motor is stilgezet en de sleutel uit het contactslot is getrokken. Alle bedieningshendels
moeten in de neutrale stand staan en er mag geen hydraulische leiding onder druk staan.
•
Het voorzetwerktuig voor elk gebruik en na het botsen tegen een hindernis controleren.
Versleten, beschadigde of vervormde messen moeten onmiddellijk worden vervangen.
Hetzelfde geldt voor bevestigingsdelen.
•
Schakel de aandrijving pas in als het voorzetwerktuig zich neergeklapt in de werkstand
bevindt.
14.1.1
Afschermingen demonteren
Afb. 77:
•
De machine stilzetten.
•
De verlichtingskabel lostrekken.
•
De voorzijdebescherming (1) verwijderen.
•
De beschermingen (2) rechts en links verwijderen.
106
2
2
1