7.3.1
Koppelingsschijf afstellen
Voor een overzicht van de aandraaimomenten: zie hoofdstuk Onderhoud "Aandraaimomenten".
Afb. 26
De koppelingsschijf met de koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet worden uitgericht
met de koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar, zodat de koppelingsschijf (1) zich centraal in
de behuizing bevindt.
De koppelingsschijf (1) bij het voorzetwerktuig moet gelijkmatig en vlak tegen de
koppelingsschijf (2) bij de veldhakselaar liggen.
Correcte positie van de koppelingsschijf op het voorzetwerktuig
De koppelingsschijf op het voorzetwerktuig is correct ingesteld wanneer:
–
de koppelingsschijf bij het voorzetwerktuig gelijkmatig en vlak tegen de koppelingsschijf op
de veldhakselaar aanligt.
–
de koppelingsschijf op de veldhakselaar centrisch in het koppelingshuis staat, dus tijdens
de werking niet tegen het koppelingshuis schuurt.
De positie van de koppelingsschijf aan het voorzetwerktuig wordt met de instelling van de
ingangstransmissie (3) gecorrigeerd.
Eerste inbedrijfstelling - John Deere
1
2
3
EC500163
61