Gebruik in het register-selectiescherm de instelwielen of de links/rechtstoetsen van de stuureenheid
(2) om het geheugenregister te selecteren waarin u de instellingen wilt opslaan; eerdere instellingen
worden automatisch vervangen. Druk op de centrale toets van de stuureenheid (2) om de instelling te
voltooien. Met de menu-toets stopt u de instelprocedure zonder de instellingen op te slaan.
Wilt u een andere instelling oproepen, uit een ander register, zet dan de belichtings-keuzeknop in een
andere stand en vervolgens terug naar MR om het scherm voor het oproepen van het geheugen te
openen. Opgeslagen geheugeninstellingen kunnen ook worden toegewezen aan de stand voor de
digitale onderwerpsprogramma's op de belichtings-keuzeknop, via sectie 4 van het opnamemenu.
Kijk op blz. 106 voor meer informatie.
Instellingen oproepen
U kunt camera-instellingen die met de functietoets zijn opgeslagen
oproepen met de belichtings-keuzeknop. Zet de belichtings-keuzeknop
in de geheugenoproepstand (Memory Recall - MR) (1); het register-selec-
tiescherm wordt geopend.
Memory recall
:select
1
:enter
2
3
73