Diafragmavoorkeuze - A
Draai aan het voorste of achterste instelwiel om de gewenste diafragmawaarde in te stellen. Druk de
ontspanknop half in om het belichtingssysteem te activeren; de gekozen sluitertijd wordt weergege-
ven.
De diafragmawaarde kan in stops van 1/3 LW worden gevarieerd tussen f/2,8 en f/11 in de groot-
hoekstand en tussen f/3,5 en f/11 in de telestand. Leidt de diafragmastand tot een sluitertijd die de
camera niet kan instellen, dan knippert de tijdenweergave op het datascherm en wordt de sluitertijd
op de zoeker/monitor rood.
Is de cameragevoeligheid (ISO) op Auto (blz. 74), dan verandert de sluitertijd na verandering van het
diafragma mogelijk niet.
Camera-info
Maakt u opnamen met zeer heldere objecten, zoals de zon, bij een een groot diafragma (f/2,8
of f/3,5), dan kunnen er in beeld zwarte partijen zonder details ontstaan. Verklein in zo'n situa-
tie het diafragma of gebruik een grijsfilter (ND-filter).
Richt de camera niet voor langere duur rechtstreeks naar de zon. De intensiteit van het zon-
licht kan de CCD beschadigen. Zet de camera tussen de opnamen door uit of plaats de lens-
dop op het objectief.
54
Opnamestand - geavanceerde technieken
Diafragmavoorkeuze kiest u met
de belichtings-keuzeknop (blz.
50). De fotograaf kiest het diafrag-
ma en de camera kiest de sluiter-
tijd die nodig is om de goede
belichting te krijgen. Wanneer de
A-stand is geselecteerd wordt de
diafragma-aanduiding in de zoe-
ker/monitor blauw.