Zelfontspanner
De zelfontspanner zorgt ervoor dat de camera met een bepaalde vertraging een opname maakt, bij-
voorbeeld om zelf op der foto te komen of om de camera wegens trillingsgevaar niet voor de opna-
1
2
1
Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de basistech-
nieken (blz. 33). Scherpstelvergrendeling (blz. 34) of het Flex Scherpstelpunt (blz. 48)
zijn te gebruiken bij onderwerpen buiten het beeldmidden. Druk de ontspanknop half
in om belichting en scherpstelling te vergrendelen. Druk de ontspanknop geheel in om
het aftellen te starten. Omdat scherpstelling en belichting worden bepaald bij half
indrukken van de ontspanknop moet u niet voor de camera staan. Controleer altijd de
2
scherpstelling met de scherpstelsignalen voordat u het aftellen start (blz. 35).
Tijdens het aftellen knippert het zelfontspannerlampje voorop de camera; het knipperen gaat verge-
zeld van een audio-signaal. Een paar seconden voor de opname gaat het lampje sneller knipperen.
Vlak voordat de opname wordt gemaakt brandt het lampje constant. Wilt u het aftellen stoppen, druk
dan op de menu- of functietoets of verander de stand van de flitser (uit- of neerklappen). Gebruikt u
de tien seconden voorlooptijd, dan wordt het transport na de opname teruggezet op enkelbeeld-
transport. Het audiosignaal kan worden uitgeschakeld
in sectie 3 van het setup-menu (blz. 141).
68
Opnamestand - geavanceerde technieken
me te hoeven aanraken. U kunt kiezen tussen twee en tien
seconden wachttijd.
3
Zet het functiewiel in de transportstand (1).
Druk op de functietoets in het midden van het functiewiel
(2). Stel met het voorste instelwiel de zelfontspanner-
functie in (3). Kies met het achterste instelwiel (4) tussen
de twee en tien seconden voorlooptijd. Druk de ont-
spanknop half in of druk op de functietoets om de instel-
ling te voltooien.
4
Tien seconden voorlooptijd
Twee seconden voorlooptijd