Sluitertijdvoorkeuze - S
De sluitertijden zijn instelbaar tot op 1/3 stop, tot 1/12000
seconde, zie hieronder. Leidt de gekozen sluitertijd tot een
diafragma dat de camera niet kan instellen, dan knippert
de diafragma-aanduiding op het datascherm en wordt het
diafragma op de zoeker/monitor rood.
Bij gebruik van flitslicht dient de te gebruiken sluitertijd overeen te stemmen met de flitsduur, anders
kan er onderbelichting ontstaan. Bij gebruik van de ingebouwde flitser is het aan te raden geen kor-
tere sluitertijd in te stellen dan 1/1000 s, bij een externe dedicated flitser is het beter geen kortere tijd
dan 1/250 s in te stellen.
In de S-stand verschijnen de gele en witte aanduidingen van de trillingsonderdrukking niet.
Sluitertijdenbereik en cameragevoeligheid
(ISO)
Wat de langste sluitertijd is hangt af van de gevoeligheids-
instelling (ISO).
De ISO-instelling regelt u met het functiewiel. Meer infor-
matie over de cameragevoeligheid op blz. 74.
Sluitertijdvoorkeuze kiest u met de belichtings-keuzeknop (blz. 50). De foto-
graaf kiest de sluitertijd en de camera kiest het diafragma dat nodig is om een
goede belichting te krijgen. Wanneer de S-stand is geselecteerd wordt de slui-
tertijdaanduiding in de zoeker/monitor blauw.
Draai aan een van beide instelwie-
len om de gewenste sluiter-
tijdwaarde in te stellen. Druk de
ontspanknop half in om het belich-
tingssysteem te activeren; het ge-
kozen diafragma wordt weergege-
ven.
ISO-stand
Sluitertijd
64
30 seconden
100
30 seconden
200/Auto
15 seconden
400
8 seconden
800
4 seconden
55