Waarschuwing
De motor moet lopen zodat een laatste afstelling
van de afstelnok van de tractie kan worden
uitgevoerd. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper,
andere hete delen van de motor en draaiende
onderdelen.
4. Start de motor en draai de zeskantige moer van de
afstelnok links- of rechtsom totdat de wielen ophouden
met draaien.
5. Draai de borgmoer aan om de afstelling te borgen.
6. Zet de motor af en zet de rechterrem vrij. Haal de
kriksteunen weg en laat de machine neer op de grond.
Maak een proefrit met de machine om er zeker van te
zijn dat deze niet kruipt.
Afstelling van de snelheid
waarmee het maaidek wordt
opgeheven
Het circuit voor het opheffen van het maaidek is voorzien
van drie afstelbare kleppen om ervoor te zorgen dat de
maaidekken niet te snel omhoog gaan en tegen het
hefsysteem stoten. Pas de maaidekken als volgt aan:
Maaidek, midden
1. Ga naar de klep achter het inspectieluik boven het
bestuurdersplatform (Fig. 62).
2. Draai de stelschroef op de klep los en draai de klep
ongeveer een halve slag rechtsom.
3. Controleer de afstelling door het maaidek verschillende
malen op te heffen en neer te laten. Indien nodig moet u
de klep nogmaals afstellen.
4. Als de gewenste afstelling bereikt is, draait u de
stelschroef weer vast om de afstelling te borgen.
1
Figuur 62
1. Afstelklep voor het middelste maaidek
Buitenste frontmaaidekken
1. Ga naar de klep op de stromingsverdeler (onder de
voetsteun) (Fig. 63).
2. Draai de stelschroef op de klep los. Draai de klep een
halve slag rechtsom.
3. Controleer de afstelling door de maaidekken ver-
schillende malen op te heffen en neer te laten. Indien
nodig moet u de klep nogmaals afstellen.
4. Als de gewenste afstelling bereikt is, draait u de
stelschroef weer vast om de afstelling te borgen.
Figuur 63
1. Afstelklep buitenste frontmaaidekken
47