Controlelampje van messenkooien
Het lampje (Fig. 24) gaat branden als de boegies aan het
voorgloeien zijn of knippert om aan te geven dat er een
probleem is met het besturingssysteem.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter (Fig. 24) geeft de rijsnelheid van de
machine aan.
Rempedalen
Twee pedalen (Fig. 24) bedienen de afzonderlijke remmen
op de wielen ter ondersteuning van het draaien, voor het
parkeren en ten behoeve van een betere tractie bij het rijden
op hellingen. Een borgpen koppelt de pedalen als
parkeerrem en voor transport.
Vergrendeling parkeerrem
Een knop links op het bedieningspaneel (Fig. 24) activeert
de vergrendeling van de parkeerrem. Om de parkeerrem in
werking te stellen, koppelt u de pedalen met de borgpen,
trapt u beide pedalen volledig in en trekt u de vergrendeling
voor de parkeerrem uit. Om de parkeerrem uit te schakelen,
trapt u beide pedalen in totdat de vergrendeling van de
parkeerrem wordt ingetrokken.
Contactschakelaar
De contactschakelaar (Fig. 24) heeft drie standen: UIT,
AAN / Voorgloeien en START.
Figuur 24
1. Rijsnelheidsbegrenzer
2. Controlelampje van
messenkooien
3. Snelheidsmeter
4. Rempedalen
5. Vergrendeling parkeerrem
6. Borgpen
7. Contactschakelaar
26
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
Het lampje (Fig. 25) gaat branden en de motor slaat af als
de koelvloeistof een gevaarlijk hoge temperatuur bereikt.
Gashendel
Zet de hendel (Fig. 25) naar voren om de motortoerental te
verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen.
Figuur 25
1. Maai-/hefhendel
2. Brandstofmeter
3. Koelvloeistoftemperatuur
meter van motor
4. Waarschuwingslampje
oliedruk
5. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
Brandstofmeter
De brandstofmeter (Fig. 25) geeft aan hoeveel brandstof er
in de tank zit.
Maai-/hefhendel
Met deze hendel (Fig. 25) kunt u de maaidekken opheffen
en neerlaten om te maaien en de messenkooien starten en
tot stilstand brengen.
Indicatielampje van gloeibougies
Dit lampje brandt (Fig. 25) als er een probleem is met het
besturingssysteem. Het lampje knippert als de bougies
voorgloeien.
Oliedruklampje
Dit lampje (Fig. 25) licht op indien de motoroliedruk
gevaarlijk laag is.
6. Indicatielampje van
gloeibougie
7. Laadindicator
8. Gashendel
9. Activerings-/Blokkerings-
schakelaar