Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 523Dxi
Pagina 1
NR. 3319-219 NL Wheel Horse 523Dxi Tractor Model nr. 73551 - 8900001 en hoger Gebruikershandleiding BELANGRIJK Lees deze handleiding aandachtig door. De handleiding bevat informatie ten behoeve van uw veiligheid en die van anderen. Zorg dat u vertrouwd bent met de plaats en functie van de bedieningsorganen voordat u de machine gaat gebruiken.
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Deze machine voldoet ten minste aan de Bediening algemeen specificaties van B71.1-1996 van het Amerikaanse Zorg ervoor dat u alle instructies in de National Standards Institute, van kracht op het gebruikershandleiding en op de tractor gelezen, moment van produktie. Onjuist gebruik of begrepen en opgevolgd hebt voordat u de onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan machine gaat gebruiken.
V eiligheid 11. Handen, voeten, haar en losse kleding uit de Rijd langzaam en in een lage versnelling, zodat u buurt houden van het afvoergedeelte van niet hoeft te stoppen of te schakelen terwijl u op werktuigen, de onderkant van de maaier of de helling rijdt.
Pagina 6
V eiligheid en het maaien. Ga er nooit vanuit dat kinderen blijven D. De machine of een brandstofvat nooit waar u ze het laatst hebt gezien. De volgende binnen in de buurt van een open vlam voorschriften moeten worden opgevolgd om letsel plaatsen, bijvoorbeeld bij een boiler of van kinderen te voorkomen.
V eiligheid 12. Accuzuur is giftig en bijtend. Vermijd contact met de huid, ogen en kleding. Draag gezichtsbescherming, veiligheidsbril en -kleding als u aan een accu werkt. 13. Accugassen kunnen exploderen. Sigaretten, vonken en vlammen uit de buurt van de accu houden.
Veiligheid Veiligheids- en instructieplaatjes De veiligheids- en instructieplaatjes zijn duidelijk zichtbaar voor de bestuurder aangebracht in de buurt van een mogelijk gevaar. Plaatjes die beschadigd of verloren zijn direct vervangen. OP KAP VAN AANDRIJFAS (Onderdeel nr. 98-1608) OP ACHTERSPATBORD (Onderdeel nr. 98-3088)
Controles vóór het gebruik Telkens voordat u de tractor gaat gebruiken, dient u het volgende te controleren: Brandstofvoorraad Af te tappen water uit brandstoffilter Motoroliepeil Vloeistofniveau in koelsysteem en radiateurrooster m–3584 Vuil op de (3) luchtinlaatroosters Figuur 1 Vuil in het motordeel 1.
Controles vóór het gebruik Motorkap sluiten Til de steunstang op en laat de motorkap zakken. Druk de motorkap omlaag totdat de vergrendeling sluit. m–3438 Figuur 2 m–3318 1. Steunstang Figuur 3 1. Vergrendeling zijpaneel 2. Open sleuf Zijpanelen verwijderen Parkeer de machine op een vlakke ondergrond. POTENTIEEL GEVAAR Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken, Draaiende ventilator en aandrijfas kunnen...
Controles vóór het gebruik Brandstof bijvullen De motor loopt op schone, verse dieselbrandstof met POTENTIEEL GEVAAR een minimum cetaangetal van 40. Koop nooit meer Dieselbrandstof is onder bepaalde brandstof dan u in 30 dagen gebruikt, om het gebruik omstandigheden uitermate brandbaar en van verse brandstof te verzekeren.
Controles vóór het gebruik Water aftappen uit Motoroliepeil controleren brandstoffilter/waterafscheider Parkeer de machine op een vlakke ondergrond. Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken, hefinrichting laten zakken en contactsleutel op “STOP” draaien om de motor te stoppen. Als er water aanwezig is in Verwijder de sleutel.
Controles vóór het gebruik Koelsysteem controleren Koelvloeistofpeil in radiateur controleren Het koelsysteem is gevuld met een 50/50 mengsel van water en permanente ethyleenglycol antivries. Controleer het peil van de koelvloeistof aan het begin van elke dag voordat u de motor start. POTENTIEEL GEVAAR Koelvloeistof is heet en staat onder druk.
Controles vóór het gebruik Î Î Î Î Î Î Î Î Î m–3412 Figuur 8 De pijlen geven de luchtinlaat- en uitlaatwegen aan. 1. Luchtinlaatrooster (1 van 3 m–3764 getoond) Figuur 7 1. Dop van reservoir 4. Lijn voor minimum peil (koud) 2.
Controles vóór het gebruik Belangrijk: Vuil kan beter worden weggeblazen Veiligheidsschakelaars (fig. 10) dan weggewassen. Bij controleren gebruik van water ervoor zorgen dat dit niet op elektrische delen komt. Controleer altijd de veiligheidsschakelaars voordat u de tractor gebruikt. Instructies voor het controleren van het veiligheidssysteem vindt u in het hoofdstuk Gebruiksaanwijzing, pagina 15.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies op pagina 2 - 7. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en u zelf voorkomen. Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (fig. 12) voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Gebruiksaanwijzing Parkeerrem Starten en stoppen van de motor Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Starten bij normaal weer Parkeerrem in werking stellen Neem plaats op de bestuurdersstoel. Trap het rempedaal (fig. 12) in en houd het Trap het rempedaal in.
Pagina 19
Gebruiksaanwijzing Start de motor met het handgas in de stand Stoppen SNEL. Zet het handgas in de stand LANGZAAM NB.: Gebruik geen brandstof die van de (fig. 13). zomer is overgebleven. Gebruik Laat de motor korte tijd stationair lopen om af te uitsluitend verse winterdieselbrandstof.
Gebruiksaanwijzing Bediening van de aftakas Veiligheidssysteem controleren Met de aftakasschakelaar schakelt u de elektrische koppeling van de aftakas in en uit. Werking van het veiligheidssysteem Als de contactsleutel in de stand LOPEN of Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te VERLICHTING staat en de aftakas ingeschakeld is, zorgen dat de motor alleen kan worden gestart als: brandt het indicatielampje voor de aftakas.
Gebruiksaanwijzing Trap het rempedaal helemaal in en stel de Parkeerremlampje parkeerrem in werking. Druk de Als het parkeerremlampje AAN is, geeft dit aan dat aftakasschakelaar omlaag in de stand UIT en de parkeerrem in werking is gesteld. De machine rijdt start de motor.
Gebruiksaanwijzing Motortemperatuurlampje Vooruit en achteruit rijden Het motortemperatuurlampje gaat branden als het Stop de tractor. koelsysteem van de motor oververhit is. Het lampje geeft aan dat u de temperatuurmeter moet controleren Belangrijk: Nooit de transmissie schakelen en onderstaande maatregelen moet nemen. terwijl de tractor in beweging is.
Gebruiksaanwijzing Plaats uw voet op het rijpedaal en druk de bovenkant van het pedaal langzaam in om vooruit te rijden, of druk de onderkant van het MOGELIJK GEVAAR pedaal in om achteruit te rijden (fig. 17). Hoe verder u het pedaal in één van beide richtingen Iemand zou de tractor kunnen bedienen of wegrijden wanneer u de tractor onbeheerd intrapt, hoe sneller de machine in die richting...
Gebruiksaanwijzing Hefinrichting voor werktuigen Werktuig laten zakken Start de tractor. De hefinrichting (fig. 18) wordt gebruikt om werktuigen te heffen en te laten zakken. Druk de bedieningshendel OMLAAG om het werktuig te laten zakken (fig. 19). m–3315 Figuur 19 1. Heffen - hendel omhoog 2.
Gebruiksaanwijzing Koplampen en achterlichten Schuinstand van het stuurwiel instellen De koplampen en achterlichten worden ingeschakeld door de contactsleutel in de stand VERLICHTING te De schuinstand van het stuurwiel kan in vier posities draaien. Ze kunnen ook ingeschakeld worden als de worden gezet.
Gebruiksaanwijzing Gebruik van de Cruise Control Cruise Control uitschakelen Met de voet op het rijpedaal zet u de Cruise De Cruise Control is een schakelaar (fig. 23) op het Control-schakelaar (fig. 12) in de stand “OFF”. rechter spatbord, waarmee u een vaste positie van het rijpedaal instelt zonder uw voet te gebruiken.
Gebruiksaanwijzing De Smart Turn stuurfunctie Tractor met de hand duwen De Smart Turn stuurfunctie verlaagt automatisch de Belangrijk: De tractor altijd met de hand rijsnelheid van de tractor bij scherpe bochten. De duwen; de tractor nooit slepen, snelheidsreductie staat in directe verhouding met de omdat de transmissie hierdoor scherpte van de bocht, tot een maximale beschadigd kan worden.
Onderhoud Onderhoudsschema Onderhoud Elke Elke Elke Elke Elke voor Werkzaamheden stalling gebruik 5 uur 25 uur 50 uur 100 uur 200 uur Motorolie-peil controleren Koelvloeistof-peil controleren Radiateurrooster-op vuil controleren * Rem-controleren Veiligheidssysteem- controleren (3) Luchtinlaatroosters-reinigen* Motorcompartiment-reinigen* Achterste kap cardanas-reinigen* Brandstoffilter-water aftappen Motorolie-verversen Eerste Motoroliefilter-vervangen...
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Als u de sleutel in het contactslot laat zitten, kan een onbevoegde de motor starten. WAT ER KAN GEBEUREN Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Stel de parkeerrem in werking en verwijder de sleutel uit het contactslot voordat u onderhoud gaat verrichten.
Onderhoud Motorolie Onderhoudsinterval/Specificatie MOGELIJK GEVAAR Delen onder de motorkap zijn heet als de Olie verversen: motor gelopen heeft. Na de eerste 50 bedrijfsuren. WAT ER KAN GEBEUREN Aanraken van hete delen kan Na elke 100 bedrijfsuren. brandwonden veroorzaken. Type olie detergente olie van goede kwaliteit, klasse GEVAARLIJKE SITUATIES “API Service CD”...
Pagina 31
Onderhoud Motoroliefilter vervangen Onderhoudsinterval/Specificatie Het oliefilter na de eerste 50 bedrijfsuren vervangen en daarna na elke 200 uur. Motorolie aftappen, zie Motorolie verversen/aftappen, pagina 28. Plaats een opvangbak onder de oliedruipbak, om olie uit het oliefilter en oliekanalen in de motor op te vangen.
Onderhoud Koelvloeistof van de motor verversen POTENTIEEL GEVAAR Koelvloeistof is heet en staat onder druk. WAT KAN ER GEBEUREN Ontsnappende hete koelvloeistof onder druk kan ernstige brandwonden veroorzaken. m–3765 HOE HET GEVAAR TE VERMIJDEN Figuur 27 De radiateurdop nooit verwijderen als de 1.
Onderhoud Open beide aftapkranen onder aan de radiateur Smeren en laat de koelvloeistof in een opvangbak lopen. Als er geen koelvloeistof meer uitstroomt, sluit u Onderhoudsinterval/Specificatie de aftapkranen. De afgetapte koelvloeistof op De machine na elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks milieuverantwoorde wijze afvoeren.
Pagina 34
Onderhoud Open het onderhoudsdeksel van de aandrijfas op Smeer de drie smeernippels (fig. 30). de cardantunnel bij de stoel, door de twee bevestigingsschroeven eruit te draaien. Til het deksel er daarna af (fig. 29). m–3419 Figuur 30 m–3422 Deksel weer aanbrengen en bevestigen. Figuur 29 1.
Onderhoud Bandenspanning Onderhoudsinterval/Specificatie Stel altijd de parkeerrem in werking als u de machine stopt of onbeheerd achterlaat. Controleer de rem vóór Houd de voor- en achterbanden op de voorgeschreven elk gebruik. Als de parkeerrem slipt of onvoldoende spanning. Controleer de bandenspanning via het remvermogen heeft, moet die worden afgesteld.
Als een goede alle brandstof verbruikt is en de remwerking en vrij draaien niet motor stopt. De brandstof- mogelijk zijn, neemt u direct contact inspuitpomp van de motor heeft op met een erkende Toro-dealer. brandstof nodig voor de smering.
Pagina 37
Onderhoud Monteer de brandstofleiding aan de brandstofkraan. Schuif de slangklem naar de brandstofkraan toe om de brandstofleiding vast te zetten (fig. 36). De brandstofkraan moet normaal gesproken open blijven, behalve bij onderhoud aan het brandstofsysteem of wanneer de tractor op een aanhanger wordt vervoerd. m–3263 Figuur 35 1.
Onderhoud Brandstoffilter Onderhoudsinterval/Specificatie Vervang het brandstoffilter na elke 200 bedrijfsuren. Brandstoffilter vervangen Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen, hefinrichting laten zakken en de contactsleutel in de stand “STOP” draaien om de Figuur 37 motor te stoppen. Verwijder de sleutel uit het 1.
Onderhoud Toesporing van de voorwielen Onderhoudsinterval/Specificatie Een correcte toesporing van de voorwielen is belangrijk voor de veiligheid, de werking van de Smart Turn stuurfunctie en het bedieningsgemak. Bij ongelijkmatige bandenslijtage, beschadiging van de graszode of zwaar sturen kan afstelling nodig zijn. Controleer de toesporing na elke 100 bedrijfsuren of eenmaal per jaar, waarbij de kortste periode moet m–3421...
Onderhoud Belangrijk: Zorg ervoor dat het platte vlak aan Transmissie-olie de bovenkant van de voorste uiteinden van de stuurstangen Onderhoudsinterval/Specificatie evenwijdig is met de onderkant van de stuurarm (fig. 40). Controleer het oliepeil vóór elk gebruik. Zorg ervoor dat het oliepeil altijd tussen de markeringen op de peilstok staat, als de cardanas koud is.
Onderhoud Als het oliepeil te laag is, langzaam juist genoeg Nadat alle olie eruit is gelopen, de aftapplug SAE 10W-30 detergente olie via de vulbuis weer aanbrengen. bijvullen om het niveau tot aan de F-markering NB.: De oude olie afgeven bij een erkend te doen stijgen.
Het filter van de stuurbekrachtiging moet na de eerste 50 bedrijfsuren en daarna na elke 200 uur worden Vervang het transmissiefilter na de eerste gereinigd. Laat het filter door een erkende Toro-dealer 50 bedrijfsuren, daarna na elke 200 uur. reinigen.
Onderhoud Koplampen Gloeilamp monteren Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen Specificatie: gloeilamp nr. 1156, type voor pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de automobielen lamphouder en steek de lampvoet in de houder (fig. 47). De lamp in de houder drukken en Gloeilamp verwijderen rechtsom draaien tot aanslag.
Onderhoud Achterlichten Accu Onderhoudsinterval/Specificatie Gloeilamp: GE 193 Controleer het zuurpeil van de accu elke 25 uur. Houd Gloeilamp verwijderen de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accubak schoon te maken. Als de Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking accupolen geoxydeerd zijn, deze schoonmaken met stellen, hefinrichting laten zakken en de een oplossing van vier delen water en één deel...
Onderhoud Als het zuurpeil te laag is, voegt u de benodigde Accu verwijderen hoeveelheid gedestilleerd water toe, zie Accu Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking bijvullen met water. stellen, hefinrichting laten zakken en de Als het zuurpeil correct is, drukt u het contactsleutel in de stand “STOP”...
Onderhoud Accu opladen Belangrijk: Zorg dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,260). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen onder 0 C. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu verwijderen, pagina 43. Controleer het zuurpeil, zie Zuurpeil controleren, pagina 42, stap 2 - 4.
Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken. GEBRUIKEN. Daardoor kan de Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende elektrische installatie beschadigd Toro-dealer. worden of noodzakelijk vet bij wrijvingspunten weggespoeld Machine in een schone, droge garage of worden. Gebruik niet te veel water opslagruimte stallen.
Zekering doorgebrand of los. Corrigeren of zekering vervangen. Relais of schakelaar defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Accu is ontladen. Accu opladen of vervangen. Storing in het veiligheidssysteem. Neem contact op met erkende Toro-dealer.
Pagina 51
Startmotor draait te langzaam. Controleer accu, viscositeit maar motor start niet motorolie en startmotor (neem (vervolg). contact op met erkende Toro-dealer). 10. Luchtfilterelement is vuil. 10. Reinigen of vervangen. 11. Te weinig compressie. 11. Neem contact op met erkende Toro-dealer.
Pagina 52
(vervolg). controleren op luchtlekken bij brandstofleidingaansluitingen en koppelingen tussen brandstoftank en motor. Verstuivers defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Te weinig compressie. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Timing van inspuitpomp onjuist. Neem contact op met erkende Toro-dealer.
Pagina 53
MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor raakt oververhit Thermostaat is defect. Neem contact op met erkende (vervolg). ( e o g) Toro-dealer. V-snaar te los of gebroken. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Onjuiste brandstof in Brandstofsysteem aftappen en brandstofsysteem. spoelen. Vullen met verse brandstof.
Pagina 54
Thermostaat controleren. uitlaat. Voorgloeispiralen werken niet. Controleer zekering, voorgloeispiralen en bedrading. Verstuivers defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Timing van inspuitpomp onjuist. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Te weinig compressie. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Tractor rijdt niet voor- Rem loopt aan.
Pagina 55
Koelventilator en/of koelribben van Transmissie reinigen en/of transmissie zijn defect of vuil. ventilator vervangen (neem contact op met erkende Toro-dealer). Motor draait niet op maximum Zet handgas op volgas. toerental. Filter van stuurbekrachtiging vuil. Neem contact op met erkende Toro-dealer.