Hydraulische slangen en
leidingen controleren
Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en slangen
op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage, los-
zittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de
inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Waarschuwing
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan door de huid heen dringen en letsel veroor-
zaken.
Controleer of alle hydraulische slangen en
leidingen in goede staat verkeren en alle
hydraulische aansluitingen en verbindings-
stukken stevig vastzitten voordat u druk zet op
het hydraulische systeem.
Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine
lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge
druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden gaat
verrichten aan het hydraulische systeem.
Waarschuw onmiddellijk een arts als er
hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
Testpoorten van het
hydraulische systeem
De testpoorten worden gebruikt om de druk in de
hydraulische circuits te testen. Neem contact op met uw
plaatselijke Toro-dealer als u hulp nodig heeft.
Testpoort nr. 1 (Fig. 60) wordt gebruikt om problemen met
het hydraulische circuit voor de frontmaaidekken en de
hefcilinders te verhelpen.
Testpoort nr. 2 (Fig. 60) wordt gebruikt om problemen met
het hydraulische circuit voor de achterste maaidekken te
verhelpen.
Testpoort nr. 3 (niet getoond) bevindt zich op de achterkant
van de hydrostatische transmissie en wordt gebruikt om de
laaddruk van de transmissie te meten.
Figuur 60
1. Testpoort nr. 1
De tractieaandrijving afstellen
voor de neutraalstand
De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is
ingetrapt. Als de machine kruipt, is afstelling vereist.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet
de motor af en laat de maaidekken neer op de grond.
Trap alleen het rechterrempedaal en stel de parkeerrem
in werking.
2. Krik de linkerkant van de machine omhoog totdat het
voorwiel vrij komt van de vloer van de werkplaats.
Zorg ervoor dat de machine steunt op de rustpunten van
de krik om te voorkomen dat de machine per ongeluk
valt.
Opmerking: Op modellen met vierwielaandrijving, moet
ook het linker achterwiel vrijkomen van de vloer of de aan-
drijfas van de vierwielaandrijving moet worden verwijderd.
3. Draai de borgmoer op de afstelnok van de tractie los
onder de rechterkant van de machine (Fig. 61).
Figuur 61
1. Afstelnok van de tractie
46
2. Testpoort nr. 2
1