Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 523Dxi
Pagina 1
NR. 3321–982 Wheel Horse 523Dxi Tractor Model nr. 73590 – 9900001 en hoger Gebruikershandleiding BELANGRIJK: Lees deze handleiding aandachtig door. De handleiding bevat informatie ten behoeve van uw veiligheid en die van anderen. Zorg dat u vertrouwd bent met de plaats en functie van de bedieningsorganen voordat u de machine gaat gebruiken.
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Instructies voor veilige Onthoud dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen of schade aan andere personen bediening van (rijdende) of hun eigendommen. cirkelmaaiers met zittende Het vervoeren van passagiers is niet toegestaan. bestuurder Elke bestuurder moet op professionele en praktische wijze worden geïnstrueerd.
Pagina 5
Veiligheid De brandstoftank uitsluitend buiten vullen; Maak geen scherpe bochten. Ga zorgvuldig tijdens het vullen niet roken. te werk bij achteruit rijden. Vul brandstof bij voordat u de motor start. Gebruik contragewicht(en) of Verwijder nooit de dop van de wielgewichten, als dit in de bedienings- brandstoftank en vul nooit brandstof bij handleiding wordt geadviseerd.
V eiligheid als de maaier abnormaal begint te trillen maai nooit dwars over een helling, tenzij de (direct controleren). maaier daar speciaal voor bedoeld is. 12. Aandrijving naar werktuig(en) uitschakelen bij Onderhoud en stalling transport of als de machine niet in gebruik is. Draai alle moeren, bouten en schroeven 13.
Veiligheid Geluidsniveau Deze machine produceert een geluidsniveau van 105 Lwa, op basis van metingen van identieke machines, uitgevoerd volgens Richtlijn 84/538/EEG en wijzigingen daarop. Trillingsniveau Deze machine produceert een maximum hand-arm trillingsniveau van 2,00 m/s en over het gehele lichaam van 0,30 m/s op basis van metingen van identieke machines volgens EN 1033 en EN 1032.
Veiligheid Veiligheids- en instructieplaatjes De veiligheids- en instructieplaatjes zijn duidelijk zichtbaar voor de bestuurder aangebracht in de buurt van een mogelijk gevaar. Plaatjes die beschadigd of verloren zijn direct vervangen. OP STOELOPHANGING OP KAP VAN AANDRIJFAS (Onderdeel nr. 99–2986) (Onderdeel nr. 98-1608) OP STOELOPHANGING (Onderdeel nr.
V eiligheid Overzicht van symbolen Amputatiegevaar – maaier Veiligheidsalarm in achterwaartse beweging Veiligheidsalarm Blijf altijd op veilige afstand van de maaier Lees de bedieningshandleiding Blijf altijd op veilige Raadpleeg technische handleiding afstand van de maaier voor juiste onderhoudsprocedures Houd kinderen op veilige Uitgeworpen voorwerpen –...
Veiligheid Overzicht van symbolen Meerijden op deze machine uitsluitend toegestaan op Maaimes – basissymbool passagierszitplaats en als zicht van de bestuurder niet belemmerd wordt Maaimes – instelling maaihoogte Vingers of hand kunnen bekneld raken – zijwaartse kracht Maaier – zakken Maaier –...
V eiligheid Overzicht van symbolen Brandstof Snel Langzaam Brandstofvoorraad Afname/toename Leeg Aan/lopen Uit/stop Motor Laadtoestand van de accu Motor starten Koplampen – Dim-/grootlicht Motor stoppen Remsysteem Choke Parkeerrem Koppeling Motortemperatuur Aftakas Motoroliedruk Vast Motoroliepeil Openen Sluiten Keuzeschakelaar...
Controles vóór het gebruik Telkens voordat u de tractor gaat gebruiken, dient u het volgende te controleren: Brandstofvoorraad Af te tappen water uit brandstoffilter Motoroliepeil Vloeistofniveau in koelsysteem en radiateurrooster m–3584 Vuil op de (3) luchtinlaatroosters Figuur 1 Vuil in het motordeel 1.
Controles vóór het gebruik Motorkap sluiten C. Verwijder het zijpaneel van de tractor. De motorkapvergrendeling bevindt zich bij de linker hoek van de grille. Druk de motorkapvergrendeling naar achteren terwijl u de motorkap laat zakken (fig. 2). Druk de motorkap omlaag totdat de vergrendeling sluit.
Controles vóór het gebruik Brandstof bijvullen De motor loopt op schone, verse dieselbrandstof met MOGELIJK GEVAAR een minimum cetaangetal van 40. Koop nooit meer Dieselbrandstof is onder bepaalde brandstof dan u in 30 dagen gebruikt, om het gebruik omstandigheden uitermate brandbaar en van verse brandstof te verzekeren.
Controles vóór het gebruik Indien mogelijk de tank na elk gebruik vullen. Water aftappen uit Hierdoor blijft condensatie in de tank tot een brandstoffilter/waterafscheider minimum beperkt. Als er water aanwezig is in brandstoffilter/waterafscheider, moet dit vóór elk gebruik worden verwijderd. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond.
Controles vóór het gebruik Motoroliepeil controleren Parkeer de machine op een vlakke ondergrond. Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken, hefinrichting laten zakken en contactsleutel op “STOP” draaien om de motor te stoppen. Verwijder de contactsleutel. Open de motorkap. Maak de omgeving van de peilstok (fig. 5) schoon, zodat er geen vuil in de peilstokbuis kan komen, waardoor de motor beschadigd zou kunnen worden.
Controles vóór het gebruik Koelsysteem controleren Koelvloeistofpeil in radiateur controleren Het koelsysteem is gevuld met een 50/50 mengsel van water en permanente ethyleenglycol antivries. Controleer het peil van de koelvloeistof aan het begin van elke dag voordat u de motor start. MOGELIJK GEVAAR Koelvloeistof is heet en staat onder druk.
Pagina 21
Controles vóór het gebruik In het motordeel kan zich vuil ophopen. Verzameld vuil met een borstel of door blazen verwijderen vóór elk gebruik. Î Î Î Belangrijk: Vuil kan beter worden weggeblazen Î Î Î (fig. 10) dan weggewassen. Bij Î...
Controles vóór het gebruik m–3436 Figuur 11 1. Achterste kap van cardanas Veiligheidsschakelaars controleren Controleer altijd de veiligheidsschakelaars voordat u de tractor gebruikt. Instructies voor het controleren van het veiligheidssysteem vindt u in het hoofdstuk Gebruiksaanwijzing, pagina 21. Rem controleren Zie Rem controleren en Rem afstellen, pagina 41.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Bedieningsorganen Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies op Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen pagina 2-12. Met behulp van deze informatie kunt u (fig. 12) voordat u de motor start en de machine letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en u gebruikt.
Gebruiksaanwijzing Keuzeschakelaar Starten en stoppen van de motor Schakelaar die door middel van draaien wordt ontgrendeld, wordt gebruikt om de beveiliging Starten bij normaal weer “werktuig-in-achteruit” op te heffen. Bevindt zich aan de stoelophanging, vóór en juist onder de zitting Neem plaats op de bestuurdersstoel.
Gebruiksaanwijzing Starten bij koud weer (onder – 7 C/20 F). NB.: Gebruik de juiste olie voor de omgevingstemperatuur, zie Motorolie, pagina 36. Start de motor met het handgas in de stand SNEL. NB.: Gebruik geen brandstof die van de m–3312 zomer is overgebleven.
Gebruiksaanwijzing ingeschakeld en de startmotor werkt niet als de Het veiligheidssysteem aftakas ingeschakeld is. Schakel de aftakas altijd uit voordat u de bestuurdersstoel verlaat. Werking van het veiligheidssysteem Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te Aftakas inschakelen zorgen dat de motor alleen kan worden gestart als: Trap het rempedaal in om de tractor te stoppen.
Pagina 27
Gebruiksaanwijzing Voordat u de beveiliging uitschakelt, moet u zich ervan verzekeren dat zich geen kinderen op of in de nabijheid van het werkterrein bevinden of daar zullen MOGELIJK GEVAAR komen terwijl u maait of een ander werktuig gebruikt. Een kind of omstander kan door een Let extra goed op nadat u de beveiliging hebt achteruitrijdende tractor met ingeschakelde uitgeschakeld, omdat u door het geluid van de tractor...
Gebruiksaanwijzing Druk de aftakasschakelaar omlaag in de stand UIT en laat het rempedaal los. Draai de contactsleutel op START. De startmotor mag niet gaan draaien. Trap het rempedaal helemaal in en stel de parkeerrem in werking. Druk de aftakas- schakelaar omlaag in de stand UIT en sta op van de stoel.
Gebruiksaanwijzing Instrumenten en Acculampje indicatielampjes Het acculampje is AAN wanneer de contactsleutel in de stand LOPEN of VERLICHTING staat en de accuspanning lager dan 12,1 V of hoger dan 15,0 V De indicatielampjes (fig. 19) lichten op wanneer is. Als het lampje bij een hoog toerental oplicht, moet bepaalde bedieningsorganen geactiveerd worden of u de accu en de elektrische installatie laten belangrijke storingen optreden die directe aandacht...
Gebruiksaanwijzing Motortemperatuurmeter Vooruit en achteruit rijden Deze meter geeft de temperatuur van de koelvloeistof Stop de tractor. van de motor aan. Als de wijzer in het rode gebied komt, schakelt u de aftakas uit en laat u de motor Belangrijk: Nooit de transmissie schakelen stationair draaien om hem af te laten koelen.
Gebruiksaanwijzing Zet het handgas in de stand SNEL voor de beste prestaties. (Met het handgas regelt u het motortoerental.) MOGELIJK GEVAAR Plaats uw voet op het rijpedaal en druk de Iemand zou de tractor kunnen bedienen of bovenkant van het pedaal langzaam in om wegrijden wanneer u de tractor onbeheerd vooruit te rijden, of druk de onderkant van het achterlaat.
Gebruiksaanwijzing Hefinrichting voor werktuigen Werktuig laten zakken Start de tractor. De hefinrichting (fig. 21) wordt gebruikt om werktuigen te heffen en te laten zakken. Druk de bedieningshendel OMLAAG om het werktuig te laten zakken (fig. 22). Figuur 22 m–3258 1. Heffen – hendel omhoog 2.
Gebruiksaanwijzing Schuinstand van het stuurwiel instellen De schuinstand van het stuurwiel kan in vier posities worden gezet. Zet het stuurwiel in een stand waarbij u de machine het best en het meest comfortabel kunt bedienen. Til de hendel op om het stuurwiel te m–3320 ontgrendelen (fig.
Gebruiksaanwijzing Hiermee schakelt u de Cruise Control uit. U moet nu weer het rijpedaal gebruiken om met de tractor te rijden. Om snel te stoppen, trapt u het rempedaal in. Hiermee schakelt u de Cruise Control automatisch uit en bedient u tegelijkertijd de rem.
Gebruiksaanwijzing MOGELIJK GEVAAR Door een te hoge snelheid in bochten kan de tractor omslaan. WAT ER KAN GEBEUREN Omslaan van de tractor kan ernstig of zelfs fataal letsel tot gevolg hebben. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Vertrouw niet blindelings op de Smart Turn stuurfunctie bij het maken van bochten, om ongevallen te voorkomen.
Onderhoud Onderhoudsschema Onderhoud Elke Elke Elke Elke Elke voor Werkzaamheden stalling gebruik 5 uur 25 uur 50 uur 100 uur 200 uur Motoroliepeil controleren Koelvloeistofpeil controleren Radiateurrooster op vuil controleren * Rem controleren Veiligheidssysteem- controleren 3 Luchtinlaatroosters reinigen* Motorcompartiment reinigen* Achterste kap cardanas reinigen* Brandstoffilter - water aftappen Motorolie verversen...
Pagina 37
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Als u de sleutel in het contactslot laat zitten, kan een onbevoegde de motor starten. WAT ER KAN GEBEUREN Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Stel de parkeerrem in werking en verwijder de sleutel uit het contactslot voordat u onderhoud gaat verrichten.
Onderhoud Motorolie Onderhoudsinterval/Specificatie MOGELIJK GEVAAR Delen onder de motorkap zijn heet als de Olie verversen: motor heeft gelopen. Na de eerste 50 bedrijfsuren. WAT ER KAN GEBEUREN Aanraken van hete delen kan Na elke 100 bedrijfsuren. brandwonden veroorzaken. Type olie detergente olie van goede kwaliteit, klasse GEVAARLIJKE SITUATIES “API Service CD”...
Pagina 39
Onderhoud Motoroliefilter vervangen Onderhoudsinterval/Specificatie Het oliefilter na de eerste 50 bedrijfsuren vervangen en daarna na elke 200 uur. Motorolie aftappen, zie Motorolie verversen/aftappen, pagina 36. Plaats een opvangbak onder de oliedruipbak, om olie uit het oliefilter en oliekanalen in de motor op te vangen.
Onderhoud Koelvloeistof van de motor verversen MOGELIJK GEVAAR Koelvloeistof is heet en staat onder druk. WAT ER KAN GEBEUREN Ontsnappende koelvloeistof onder druk kan ernstige brandwonden veroorzaken. GEVAARLIJKE SITUATIES m–3765 VOORKOMEN Figuur 30 De radiateurdop nooit verwijderen als de 1. Radiateurdop 2.
Onderhoud Smeren Waar moet gesmeerd worden Smeer de assen van de wielophangingen links en Onderhoudsinterval/Specificatie rechts totdat er wat nieuw vet bij de lagers naar buiten komt (fig. 31). De machine na elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks doorsmeren, waarbij de kortste periode moet worden Smeer het draaipunt van de vooras (fig.
Pagina 42
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Draaiende as kan letsel veroorzaken. WAT ER KAN GEBEUREN Vingers, handen, voeten, haar enz. kunnen in de as verstrikt raken. Loszittende kleding kan in de as verstrikt raken. m–3420 GEVAARLIJKE SITUATIES Figuur 34 VOORKOMEN De tractor alleen bedienen als het deksel op zijn plaats aangebracht is.
Onderhoud Bandenspanning Onderhoudsinterval/Specificatie Stel altijd de parkeerrem in werking als u de machine stopt of onbeheerd achterlaat. Controleer de rem vóór Houd de voor- en achterbanden op de voorgeschreven elk gebruik. Als de parkeerrem slipt of onvoldoende spanning. Controleer de bandenspanning via het remvermogen heeft, moet die worden afgesteld.
Niet roken in de buurt van de tractor. mogelijk zijn, neemt u direct contact op met een erkende Toro-dealer. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond, zodat de brandstoftank volledig wordt afgetapt. Daarna aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken, hefinrichting laten zakken en contactsleutel op “STOP”...
Onderhoud Monteer de brandstofleiding aan de brandstofkraan. Schuif de slangklem naar de brandstofkraan toe om de brandstofleiding vast te zetten (fig. 39). De brandstofkraan moet normaal gesproken open blijven, behalve bij onderhoud aan het brandstofsysteem of wanneer de tractor op een aanhanger wordt vervoerd. Brandstoffilter m–3263 Figuur 38...
Onderhoud Toesporing van de voorwielen Onderhoudsinterval/Specificatie Een correcte toesporing van de voorwielen is belangrijk voor de veiligheid, de werking van de Smart Turn stuurfunctie en het bedieningsgemak. Bij ongelijkmatige bandenslijtage, beschadiging van de graszode of zwaar sturen kan afstelling nodig zijn. Controleer de toesporing na elke 100 bedrijfsuren of eenmaal per jaar, waarbij de kortste periode moet Figuur 40...
Onderhoud m–3583 Figuur 43 m–3421 Figuur 41 Aanzicht vanaf voorzijde tractor, uiteinde van stuurstang 1. Zo 2. Niet zo Controleer de toesporing nogmaals; zie Toesporing meten, pagina 44. m–3397 Figuur 42 1. Contramoer 2. Stuurstang Toesporing afstellen Draai de contramoeren aan de uiteinden van de stuurstangen los (fig.
Onderhoud Transmissie-olie moet het oliepeil in het bedrijfsgebied, tussen de markeringen F (maximum) en L (minimum), op de peilstok staan (fig. 45). Onderhoudsinterval/Specificatie Als het oliepeil te laag is, langzaam juist genoeg Controleer het oliepeil vóór elk gebruik. Zorg ervoor SAE 10W-30 detergente olie via de vulbuis dat het oliepeil altijd tussen de markeringen op de bijvullen om het niveau tot aan de F-markering...
Pagina 49
Onderhoud Parkeer de machine op een vlakke ondergrond, Giet de gespecificeerde hoeveelheid olie zodat alle olie afgetapt wordt. Daarna aftakas langzaam in de vulopening (fig. 44). uitschakelen, parkeerrem aantrekken, Start de motor, laat die met hoog stationair hefinrichting laten zakken en contactsleutel op toerental 30 seconden lopen en draai het “STOP”...
Het filter van de stuurbekrachtiging moet na de eerste 50 bedrijfsuren en daarna na elke 200 uur worden Vervang het transmissiefilter na de eerste gereinigd. Laat het filter door een erkende Toro-dealer 50 bedrijfsuren, daarna na elke 200 uur. reinigen.
Onderhoud Koplampen Gloeilamp monteren Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen Specificatie: gloeilamp # 1156, type voor pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de automobielen lamphouder en steek de lampvoet in de houder (fig. 50). De lamp in de houder drukken en Gloeilamp verwijderen rechtsom draaien tot aanslag.
Onderhoud Achterlichten Accu Onderhoudsinterval/Specificatie Gloeilamp: GE 194 Controleer het zuurpeil van de accu elke 25 uur. Houd Gloeilamp verwijderen de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accubak schoon te maken. Als de Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken, accupolen geoxydeerd zijn, deze schoonmaken met hefinrichting laten zakken en contactsleutel op een oplossing van vier delen water en één deel...
Onderhoud Als het zuurpeil te laag is, voegt u de benodigde Accu verwijderen hoeveelheid gedestilleerd water toe, zie Accu Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken, bijvullen met water. hefinrichting laten zakken en contactsleutel op Als het zuurpeil correct is, drukt u het “STOP”...
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR De accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting veroorzaken bij contact met metalen delen van de tractor. Onjuist leggen van de accukabels kan schade aan de kabels veroorzaken. WAT ER KAN GEBEUREN Vonken kunnen accugassen doen exploderen. Beschadigde kabels kunnen kortsluiting met metalen delen van de tractor maken en vonken veroorzaken.
Pagina 55
Onderhoud Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu verwijderen, pagina 51. Controleer het zuurpeil, zie Zuurpeil controleren, pagina 50, stap 2-4. Verwijder het cellendeksel van de accu en sluit een batterijlader van 3-4 A aan op de accupolen. Laad de accu gedurende 4 uur op met 4 A of minder (12 V).
GEEN Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken. HOGEDRUKREINIGER Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende GEBRUIKEN. Daardoor kan de Toro-dealer. elektrische installatie beschadigd worden of noodzakelijk vet bij Machine in een schone, droge garage of wrijvingspunten weggespoeld opslagruimte stallen.
Zekering doorgebrand of los. Corrigeren of zekering vervangen. Relais of schakelaar defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Accu is ontladen. Accu opladen of vervangen. Storing in het Neem contact op met veiligheidssysteem. erkende Toro-dealer.
Pagina 60
Verse brandstof brandstofsysteem. bijvullen. Brandstofleiding verstopt. Reinigen of vervangen. Motorstoprelais niet Neem contact op met geactiveerd, of erkende Toro-dealer. brandstofmagneetventiel werkt niet. Lucht in de brandstof. Verstuivers ontluchten en controleren op luchtlekken bij brandstofleidingaansluitingen en koppelingen tussen brandstoftank en motor.
Pagina 61
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor start, maar blijft niet lopen. Brandstoftankbeluchting Neem contact op met verstopt. erkende Toro-dealer. Vuil of water in het Brandstofsysteem aftappen brandstofsysteem. en spoelen. Verse brandstof bijvullen. Brandstoffilter is verstopt. Brandstoffilter vervangen. Brandstofpomp defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer.
Pagina 62
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor loopt niet goed stationair. Brandstoftankbeluchting Neem contact op met verstopt. erkende Toro-dealer. Vuil, water, oude of onjuiste Brandstofsysteem aftappen brandstof in en spoelen. Verse brandstof brandstofsysteem. bijvullen. Stelschroef voor Neem contact op met stationairtoerental onjuist erkende Toro-dealer.
Pagina 63
Verse brandstof brandstofsysteem. bijvullen. Motor is oververhit. Zie MOTOR RAAKT OVERVERHIT. Te weinig compressie. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Brandstoftankbeluchting Neem contact op met verstopt. erkende Toro-dealer. Motor is te zwaar belast. Rijsnelheid verlagen. Lucht in de brandstof.
Pagina 64
Motortemperatuur te laag. Thermostaat controleren. Voorgloeispiralen werken niet. Zekering, voorgloeispiralen en bedrading controleren. Verstuivers defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Timing van inspuitpomp Neem contact op met onjuist. erkende Toro-dealer. Te weinig compressie. Neem contact op met erkende Toro-dealer.
Pagina 65
Vullen tot aan “F”-markering behoren. op peilstok transmissie-olie bij koude transmissie. Bedieningsoverbrenging van Neem contact op met transmissie moet afgesteld of erkende Toro-dealer. vervangen worden. Transmissie defect. Neem contact op met erkende Toro-dealer. Tractor rijdt voor- en achteruit, Transmissie-oliepeil te laag.
Pagina 66
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Drijfriem aftakas (maaidek) loopt Onjuiste spanning van Zie handleiding maaidek of van poelies af, slipt of werkt niet. a poe es a , s pt o drijfriem. werktuig. Maaier niet goed Zie handleiding maaidek. genivelleerd. Onjuiste schuinstand messen Zie handleiding maaidek.