Maaidekken monteren
1. Haal de maaidekken uit de dozen. U moet het maaidek
monteren en afstellen overeenkomstig de instructies in
de gebruikershandleiding van het maaidek.
2. Als gebruik wordt gemaakt van de manden, gebruik dan
onderstaand overzicht (Fig. 5) om te bepalen waar de
mand geleiders of –beugels gemonteerd moeten worden
op de draagframes van het maaidek. Als u geen gebruik
maakt van de manden, ga dan verder met stap 7.
MAND
MAND
MAND
GELEIDER
BEUGEL
GELEIDER
Links
MIDDEN
voor
MAND
MAND
BEUGEL
GELEIDER
Links
achter
Figuur 5
3. Verwijder de hardware waarmee het gazoncompensatie-
systeem is bevestigd aan beide uiteinden van het draag-
frame (Fig. 6 en 7) en gebruik deze weer voor het be-
vestigen van de mandgeleiders en -beugels (uitsluitend
voor maaieenheden van de modellen 03506 en 03509).
4. Monteer een mandgeleider (Fig. 6) aan de juiste kant
van ieder draagframe van de maaieenheid (zie Figuur 7)
met een tapbout (5/16 x 1-3/4 inch), platte ring en
borgring of met de bevestigingen die eerder zijn
verwijderd, zoals in Figuur 6.
Figuur 6
1. Draagframe
MAND
MAND
BEUGEL
GELEIDER
Rechts
voor
MAND
BEUGEL
Rechts
achter
2. Mandgeleider
18
5. Plaats een rolpen (Fig. 7) in de opening aan de juiste
kant van ieder draagframe van de maaieenheid (Fig. 5).
Figuur 7
1. Draagframe
2. Rolpen
6. Monteer aan dezelfde kant van het draagframe als waar
de volpen is geplaatst, een mandgeleider met behulp
van een tapbout (5/16 x 1-3/4 inches), borgring, platte
ring, torsieveer en mandkraag of met de bevestigingen
die eerder zijn verwijderd, zoals in Figuur 7. De
torsieveren voor de linker en rechter kant van de draag-
frames zijn verschillend. Er zijn twee veren voor de
linker- en drie veren voor de rechterkant. Het langste
uiteinde van de veer moet vooruit geplaatst worden,
zoals te zien is in Figuur 8.
Figuur 8
1. Mandbeugel
3. Mandbeugel
4. Mandkraag
2. Torsieveer