Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe product. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Instructies voor veilige Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, vooral kinderen en huisdieren. bediening- (rijdende) Onthoud dat de bestuurder verantwoordelijk is maaimachines met zittende voor ongevallen of schade aan andere personen bestuurder of hun eigendommen. Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren.
Veiligheid Voor ingebruikname Gebruiksaanwijzing Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen Laat de motor niet in een afgesloten ruimte en een lange broek. Draag geen schoenen met lopen, omdat zich giftige koolmonoxidedampen open tenen en loop niet op blote voeten. kunnen verzamelen.
Pagina 6
Veiligheid Ga zorgvuldig te werk als u lasten sleept of Aandrijving naar werktuigen uitschakelen, motor zware werktuigen gebruikt. afzetten en bougiekabel(s) losmaken of sleuteltje uit contactschakelaar nemen: Alleen goedgekeurde trekstangbevestigingspunten gebruiken. voordat u verstoppingen losmaakt of de afvoertunnel ontstopt; Belasting beperken tot wat u veilig kunt beheersen.
De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen Stal de machine nooit met brandstof in de tank in de CEN-norm.
Veiligheid Hellingsdiagram Lees alle veiligheidsinstructies op blz. 2–12. BRENG DEZE RAND IN LIJN MET EEN VERTICAAL OPPERVLAK (BOOM, GEBOUW, PAAL, ENZ.)
Veiligheid Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. OP STOELBEUGEL OP AFDEKPLAAT VAN AANDRIJFAS (Onderdeelnr. 99–2986) (Onderdeelnr. 98–1608) OP STOELBEUGEL (Onderdeelnr.
Veiligheid Overzicht van veiligheidssymbolen Veiligheidsalarm Amputatiegevaar – maaimachine in achterwaartse beweging Veiligheidsalarm Blijf op veilige afstand van de maaimachine Lees de bedieningshandleiding Blijf op veilige afstand van de Raadpleeg technische maaimachine handleiding voor juiste onderhoudsprocedures Houd kinderen op veilige afstand Uitgeworpen of rondvliegende van de machine voorwerpen –...
Veiligheid Overzicht van veiligheidssymbolen Meerijden op deze machine Maaimes – basissymbool uitsluitend toegestaan op passagierszitplaats en als zicht van de bestuurder niet wordt Maaimes – instelling maaihoogte belemmerd Vingers of handen kunnen Maai–eenheid – neerlaten bekneld raken – zijwaartse kracht Maai–eenheid –...
Veiligheid Overzicht van veiligheidssymbolen Brandstof Snel Langzaam Brandstofpeil Afname/toename Leeg Aan/Lopen Uit/Stop Motor Ladingstoestand van de accu Motor starten Koplampen – ongedimd/groot licht Motor afzetten Remsysteem Choke Parkeerrem Koppeling Motortemperatuur Aftakas Motoroliedruk Inschakelen Motoroliepeil Uitschakelen Ontgrendelen “Key Choice” schakelaar Vergrendelen...
Controle voor gebruik Telkens voordat u de tractor gaat gebruiken, moet u de volgende zaken controleren: Brandstofpeil Water afkomstig uit het brandstoffilter Motoroliepeil Vloeistofpeil in koelsysteem en radiatorscherm Rommel op de (3) luchtinlaatroosters m–3584 Figuur 1 Rommel op en rond de motor 1.
Controle voor gebruik Motorkap sluiten De sluiting van de motorkap bevindt zich in de linkerhoek van de grille. Druk de sluiting van de motorkap naar achteren als u de motorkap neerlaat (Fig. 2). Druk de motorkap naar beneden totdat de m–3318 sluiting dichtklikt.
Controle voor gebruik Gebruik van zomerdiesel bij temperaturen boven Draai de tankdop stevig vast. Gemorste –7 C zal bijdragen aan een langere levensduur van brandstof opnemen. de onderdelen van de pomp. Vul de brandstoftank na elk gebruik indien dit BELANGRIJK: Gebruik geen kerosine of benzine in mogelijk is.
Controle voor gebruik Motoroliepeil controleren C. Sluit de motorkap, start de motor en laat deze 30 seconden stationair lopen. Machine op een horizontaal oppervlak parkeren, D. Zet daarna de motor af. aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen, werktuighefmechanisme neerlaten en Wacht 30 seconden en controleer het contactsleuteltje op “STOP”...
Controle voor gebruik Het koelsysteem controleren Radiatorkoelvloeistof controleren Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. GEVAAR MOGELIJK GEVAAR De koelvloeistof is heet en staat onder druk. WAT ER KAN GEBEUREN m–3764 Als hete, onder druk staande koelvloeistof naar...
Controle voor gebruik Controleren op rommel BELANGRIJK: Als u de motor gebruikt met een verstopt grasscherm en/of verwijderde koelschermen, zal dit leiden tot beschadiging van de motor als gevolg van oververhitting. Machine op een horizontaal oppervlak parkeren, aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen, werktuighefmechanisme neerlaten en contactsleuteltje op “STOP”...
Controle voor gebruik Veiligheidsysteem controleren Rommel kan aankoeken in de omgeving van de motor. Verwijder voor elk gebruik aangekoekte rommel met een borstel of een blazer. Controleer altijd het veiligheidssysteem voordat u de tractor gebruikt. Instructies voor de controle van het BELANGRIJK: Bij voorkeur vuil uitblazen (Fig.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Parkeerrem Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies op Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de bladzijde 2–12. Met behulp van deze informatie kunt machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en u zelf voorkomen.
Gebruiksaanwijzing Als het indicatielampje van de gloeibougie dooft, draait u het contactsleuteltje op START. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. BELANGRIJK: Start de motor telkens niet langer dan 30 seconden om te voorkomen dat de startmotor oververhit raakt. Als de motor niet direct start, zet u de gashendel op SNEL en draait u contactsleuteltje op START.
Gebruiksaanwijzing Aftakas inschakelen Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor wordt gestopt, wanneer: Trap het rempedaal in om de machine te stoppen. U de bestuurdersstoel verlaat terwijl het Zet de gashendel op SNEL. rempedaal niet is ingetrapt. BELANGRIJK: Om de beste resultaten te verkrijgen, U de bestuurdersstoel verlaat terwijl de aftakas is moet u altijd vol gas geven als de aftakas is ingeschakeld.
Gebruiksaanwijzing Veiligheidssysteem testen de aftakas aangedreven werktuig in bedrijf is terwijl u achteruit rijdt. Het lampje op het bedieningspaneel Controleer de werking van het veiligheidssysteem blijft branden totdat de aftakas wordt uitgeschakeld of telkens voordat u de machine in gebruik neemt. de motor wordt afgezet.
Gebruiksaanwijzing Aftakaslampje Zet de parkeerrem vrij en draai de contact- schakelaar op LOPEN zonder de motor te Als het aftakaslampje brandt, geeft dit aan dat het starten. Zet de aftakasschakelaar op AAN. Draai werktuig in bedrijf is. De aftakaskoppeling moet eerst het “Key Choice”...
Gebruiksaanwijzing Koelvloeistofemperatuurlampje Vooruit en achteruit rijden Het koelvloeistoftemperatuurlampje geeft aan dat het De tractor stoppen. koelsysteem van de motor oververhit is. Als dit lampje brandt, moet u de meter controleren en BELANGRIJK: Nooit schakelen als de tractor in onderstaande aanwijzingen in acht nemen. beweging is.
Gebruiksaanwijzing Het stuurwiel opnieuw Om langzamer te rijden, laat u het tractiepedaal opkomen en trapt u het rempedaal in. centreren De stuurbekrachtiging zorgt er niet altijd voor dat het stuurwiel terugkeert in de centerpositie. Als dit gebeurt, zal het stuurwiel niet gecentreerd zijn als de voorwielen weer recht naar voren staan.
Gebruiksaanwijzing Werktuigen opheffen Om de bestuurdersstoel in te stellen, moet u de instelhendel zijwaarts bewegen. Hiermee Start de tractor. ontgrendelt u de stoel (Fig. 22). Zet de hefhendel OMHOOG om het werktuig op Verschuif de stoel in de gewenste positie en laat te heffen (Fig.
Gebruiksaanwijzing Stand van het stuurwiel Gebruik cruise control instellen De cruise control regelt u met een schakelaar (Fig. 25) op het rechterspatbord. Hiermee zet u het Het stuurwiel kan in vier standen worden gekanteld. tractiepedaal vast in zijn positie zonder dat u dit Zet het stuurwiel in een stand waarin u de machine ingetrapt hoeft te houden.
Gebruiksaanwijzing Cruise control uitschakelen GEVAAR Houd uw voet stil op het tractiepedaal en zet de cruise control-schakelaar (Fig. 13) op MOGELIJK GEVAAR Als u te snel rijdt wanneer u een bocht maakt, uitgeschakeld. kan de tractor omkiepen. Hiermee ontgrendelt u het tractiepedaal. U moet WAT ER KAN GEBEUREN nu het tractiepedaal gebruiken om vooruit te Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Onderhoud Onderhoudsschema Jaarlijks/ Voor- Voor Om de Om de Om de Om de bereiding elk ge- voor Om de Om de Onderhoudswerkzaamheden bruik stalling 25 uur 50 uur Motorolie—oliepeil controleren en inspecteren op lekkages Motorkoelvloeistof—peil controleren Radiatorscherm—controleren op rommel Remsysteem—controleren Veiligheidssysteem—controleren (3) Luchtinlaatschermen—reinigen Omgeving van motor—reinigen...
Onderhoud Jaarlijks/ Voor- Voor Om de Om de Om de Om de bereiding elk ge- voor Om de Om de Onderhoudswerkzaamheden bruik 25 uur 50 uur stalling Eerste Transaxle—oliefilter verversen bruik Eerste Stuurbekrachtigingsfilter—reinigen bruik Radiator en slangen—inspecteren Lakbeschadigingen—bijwerken Brandstoffilter—vervangen Luchtfilter—vervangen Klepspeling—controleren Cilinderkopbout—torsie controleren...
Onderhoud Maak de klemmen los en verwijder het Type olie: Hoogwaardige reinigingsolie met luchtfilterdeksel. API-onderhoudsclassificatie CD of hoger voor dieselmotoren. Gebruik geen speciale additieven voor Verwijder het filterelement uit het luchtfilterhuis. de aanbevolen olietypen. Carterinhoud: 3,3 liter Viscositeit: Zie onderstaande tabel. GEBRUIK OLIETYPEN MET DEZE SAE-VISCOSITEIT BEREIK STARTTEMPERATUUR ZOALS VERWACHT VOOR DE VOLGENDE...
Onderhoud Plaats een opvangbak onder de aftapplug. raken, bestaat de kans dat de olie overloopt en de luchtinlaten verstopt. Hierdoor kan de motor schade Verwijder de aftapplug en laat alle olie weglopen oplopen. (Fig. 27). m–5152 Figuur 29 1. Zorg ervoor dat er een vrije ruimte overblijft in de vulopening. Sluit de motorkap, start de motor en laat deze 30 seconden stationair lopen.
Onderhoud Voordat u het filter monteert, moet u een dun laagje verse en schone olie op de pakking van het filter smeren. Draai het oliefilter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter nog een halve tot driekwart slag.
Onderhoud Smeren Open het onderhoudsdeksel van de aandrijfas op de askoker van de tractor bij de bestuurdersstoel door de twee schroeven waarmee dit vastzit, los Onderhoudsinterval/Specificatie te draaien. Til het deksel vervolgens omhoog (Fig. 32). Smeer de machine om de 50 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Onderhoud Bandenspanning Spuit vet in de drie smeernippels (Fig. 33). Onderhoudsinterval/Specificatie Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. Controleer de spanning bij het ventiel om de 25 bedrijfsuren of maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden (Fig.
Onderhoud Draai aan de stelmoer van de rem (Fig. 37) totdat de vrije slag 51 mm bedraagt. Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Controleer voor elk gebruik de parkeerrem. Als de parkeerrem niet goed werkt, moet u deze afstellen.
Onderhoud Brandstoftank Brandstof aftappen uit de brandstoftank GEVAAR MOGELIJK GEVAAR m–2487 In bepaalde omstandigheden is brandstof Figuur 39 uiterst ontvlambaar en zeer explosief. 1. Slangklem 3. Brandstofafsluitklep WAT ER KAN GEBEUREN 2. Brandstofslang Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Onderhoud Brandstoffilter Onderhoudsinterval/Specificatie Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren. Brandstoffilter vervangen Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen, werktuighefmechanisme neerlaten en contactsleuteltje op “STOP” draaien om de Figuur 40 motor af te zetten. Contactsleuteltje verwijderen. 1. Aftapklep van 2. Brandstoffilterbus brandstoffilter Sluit de brandstofafsluitklep van de brandstoftank (Fig.
Onderhoud Meet ter hoogte van de assen de afstand tussen Houd beide uiteinden van de trekstang vast met de voorbanden (aan de voorkant en de achterkant èèn sleutel en draai de contramoer vast met een van de wielen) (Fig. 41). andere sleutel.
Onderhoud Transaxle-vloeistof verversen Maak de omgeving van de peilstok van de transmissie schoon (Fig. 44) zodat er geen vuil Vervang de transaxle-vloeistof na de eerste in de opening van de vulbuis kan komen. Dit kan 50 bedrijfsuren en daarna om de 200 bedrijfs- de transaxle beschadigen.
Onderhoud Vervang het transaxle-filter; zie Transaxle-filter Monteer het nieuwe transaxle-filter op het vervangen, blz. 42. filtertussenstuk. Draai het filter rechtsom totdat de rubberen pakking contact maakt met het Vul de transaxle bij door de voorgeschreven filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis te een extra 3/4 slag vast (Fig.
Onderhoud Koplampen Gloeilamp monteren Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen Specificatie: Gloeilamp nr. 1156, type voor pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de automobielen. lamphouder en steek de lampvoet in de houder (Fig. 50). De lamp in de houder drukken en Gloeilamp verwijderen rechtsom draaien tot aanslag.
Onderhoud Zuurpeil controleren Trek de gloeilamp uit de houder. Parkeer de machine op een horizontaal opper- vlak. Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen, werktuighefmechanisme neerlaten en contactsleuteltje op “STOP” draaien om de motor af te zetten. Contactsleuteltje verwijderen. Open de motorkap. m–3321 VOORZICHTIG Figuur 51...
Pagina 47
Onderhoud Accu bijvullen met water WAARSCHUWING BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend gedistilleerd water. MOGELIJK GEVAAR Accupolen of metalen gereedschappen kunnen U kunt de accu het best bijvullen met gedestilleerd kortsluiting maken met metalen onderdelen van water net voordat u de machine gaat gebruiken. Het de tractor.
Onderhoud Accu monteren Reiniging en stalling Plaats de accu in het chassis (Fig. 53). Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en contactsleuteltje op “STOP” draaien Monteer de bevestigingsbeugels van de accu. om de motor af te zetten. Verwijder het BELANGRIJK: Altijd eerst de pluskabel (rood) contactsleuteltje en het “Key Choice”...
Pagina 49
Onderhoud Alle bouten, schroeven en moeren controleren en aandraaien. Beschadigde delen repareren of vervangen. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service Dealer. Machine in een schone, droge garage of opslagruimte opslaan. Verwijder altijd zowel het contactsleuteltje als het “KeyChoice”...
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE De startmotor slaat niet aan. De aftakas is ingeschakeld. Zet de aftakas in de stand Uitgeschakeld. De rem is niet ingetrapt of de Stel de parkeerrem in parkeerrem is niet in werking werking.
Pagina 53
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE De motor draait, maar start niet Lucht in de brandstof Ontlucht de verstuivers en (vervolg). controleer op luchtlekken bij de aansluitingen van de brandstofslangen en de verbindingen tussen de brandstoftank en de motor. Gloeibougies buiten werking. Controleer de zekering, de gloeibougies en de bedrading.
Pagina 54
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE De motor start, maar blijft niet Lucht in de brandstof. Ontlucht de verstuivers en lopen (vervolg). controleer op luchtlekken bij de aansluitingen van de brandstofslangen en de verbindingen tussen de brandstoftank en de motor. De kwaliteitsgraad van de Tap de brandstof af uit het brandstof is niet geschikt voor brandstofsysteem en vervang...
Pagina 55
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor loopt niet stationair De brandstofpomp is defect. Neem contact op met een (vervolg). erkende Service Dealer. Lage compressie. Neem contact op met een erkende Service Dealer. Het luchtfilterelement is vuil. Reinigen of vervangen. Het brandstoffilter is verstopt. Brandstoffilter vervangen.
Pagina 56
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE De motor verliest vermogen Vuil, water of oude verkeerde Tap de brandstof af uit de (vervolg). brandstof in brandstof- brandstoftank en spoel deze systeem. schoon. Vul de tank met verse brandstof. De motor is oververhit. Zie MOTOR RAAKT OVERVERHIT.
Pagina 57
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Er komt buitensporig veel witte De timing van de inspuitpomp Neem contact op met een rook uit de uitlaatpijp (vervolg). is verkeerd. erkende Service Dealer. Lage compressie. Neem contact op met een erkende Service Dealer. De tractor rijdt in geen van beide De rem blijft hangen.
Pagina 58
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE De tractor werkt onregelmatig. Het oliepeil in de transmissie Bijvullen met olie totdat het is te laag. oliepeil de Vol (F)-markering op de peilstok voor de olie in de transmissie bereikt, als de transmissie koud is. De koppeling van de Neem contact op met een bediening van de transmissie...
Pagina 59
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Aftakasriem (maaidek) loopt van Verkeerde riemspanning. Zie handleiding van maaidek de poelies, slipt, of breekt. of werktuig. Verkeerde maaihoogte. Zie handleiding van maaidek. Schuinstand van maai- Zie handleiding van maaidek. machine bij transport is verkeerd. Riemgeleider van maaidek zit Riemgeleider afstellen en los of is verkeerd afgesteld.