Sluiting van de motorkap
monteren
1. Verwijder de pin uit de opening linksvoor in de hoek
van de kap (Fig. 2)
2. Open de kap.
Figuur 2
1. Pin van de motorkap
3. Bevestig de vergrendelingsschakelaar aan de motorkap
met de borgring en moer. Plaats de schakelaar met de
vergrendeling richting de voorkant van de machine
(Fig. 3).
Figuur 3
1. Vergrendelingsschakelaar
4. Monteer de vergrendelbeugel losjes op de steun van de
radiotor met twee tapschroeven (1/4 x 3/4 inch), platte
ringen en borgmoeren (Fig. 3)
5. Stel de vergrendelbeugel zo af dat hij in lijn is met de
vergrendelingsschakelaar en draai vervolgens de
tapschroeven vast.
2. Vergrendelbeugel
17
6. Draai de vergrendeling naar de vergrendelde en
onvergrendelde stand met de sleutel. Verwijder de
sleutel en berg deze op op een gemakkelijk te
onthouden plaats.
7. Sluit de kap.
Vervangen van de bevestiging
van de vloerplaat
1. Verwijder de bevestigingen die de linker voorkant van
de vloerplaat en de linkerkant van het inspectieluik van
het frame op hun plaats houden (Fig. 4).
Figuur 4
1. Vloerplaat
2. Plaats de bevestiging van de vloerplaat terug met de
flensschroef (5/16 x 5/8 inch) die als los onderdeel is
meegeleverd (Fig. 4).
3. Plaats de bevestiging van de inspectieluik terug met de
flensschroef (5/16 x 3/4 inch) die als los onderdeel is
meegeleverd (Fig. 4).
Bandenspanning controleren
De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht laten
ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De juiste
bandenspanning voor de voor- en achterbanden is
69–103 kPa (10–15 psi).
Belangrijk
Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste
bandenspanning hebben, zodat er steeds een gelijkmatig
contact met de grasmat is.
2. Inspectieluik