Drukveer afstellen
1. Zet de hefhendel van het maaidek omhoog in de
transportstand (Fig. 16).
2. Controleer de afstand tussen de twee grote ringen;
deze moet 29,2 cm bedragen (Fig. 71).
3. U kunt deze afstand instellen door de contramoer van
de veer los te draaien en vervolgens te draaien aan de
moer op de voorkant van elke veer (Fig. 71). Als u de
moer rechtsom draait, wordt de veer korter; als u de
moer linksom draait wordt de veer langer.
4. U borgt de moer in deze positie door de contramoer
van de veer vast te draaien (Fig. 71).
8
1
2
m–6831
Figuur 71
1. 29,2 cm tussen de grote
ringen
2. Voorste moer
3. Contramoer van veer
4. Voorste wartel
Onderkant van het maaidek
reinigen
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de onderkant
van het maaidek.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Hef het maaidek op in de transport-stand.
4. Zet de voorkant van de maaimachine omhoog met
behulp van de Z Stand; zie Gebruik van de Z Stand,
blz. 31.
8
4
5
6
7
Vóór
3
5. Contramoer van wartel
6. Drukmoer
7. Voorste steunarm
8. Grote ring
52
Waarschuwing
De machine kan op iemand neervallen en ernstig
lichamelijk letsel of de dood veroorzaken.
Ga zeer voorzichtig te werk als de machine op
de Z Stand is geplaatst.
Gebruik de Z Stand uitsluitend om het maaidek
te reinigen en messen te verwijderen.
Plaats de machine nooit lange tijd op de Z
Stand.
U moet altijd de motor afzetten en de
parkeerrem in werking stellen alvorens
onderhoudswerkzaamheden aan het maaidek
uit te voeren.
De riemen controleren
Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Drijfriem van het maaidek
vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het
maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Vervang de riem als u deze zaken constateert.
Opmerking: Verwijder eerst de drijfriemen als de
drijfriem van het maaidek moet worden vervangen. Zie
Drijfriemen vervangen, blz. 53.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
3. Verwijder de bouten van de drijfriemkappen (Fig. 73).
4. Verwijder de drijfriemkappen (Fig. 73).
5. Trek aan de veerbelaste arm van de spanpoelie om de
riem te ontspannen.
6. Haal de drijfriem van het maaidek van de poelies van
het maaidek en de onderste poelie van de drie boven
elkaar geplaatste poelies (Fig. 72).
7. Plaats de nieuwe drijfriem om de poelies van het
maaidek en de onderste poelie van de drie boven
elkaar geplaatste poelies (Fig. 72).