Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedienings-
organen voordat u de motor start en de machine gebruikt
(Fig. 7 en 8).
1
3
3
5
m–6878
Figuur 7
1. Schakelhendel
2. Parkeerremhendel
3. Maaihoogtehendel
4. Brandstoftankdop
3
1
6
9
7
5
Figuur 8
1. Contactschakelaar
2. Gashendel
3. Indicatielampje van
gloeibougie
4. Aftakas
5. Urenteller
8
6
7
4
2
5. Bediening van
hefmechanisme
6. Bedieningsorganen
7. Veiligheidsgordel
8. Rolbeugel
8
4
2
m–7397
6. Brandstoftankdop
7. Voltmeter
8. Temperatuurmeter
9. Waarschuwingslampje
water in brandstof
Urenteller gebruiken
De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in
bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt.
Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaam-
heden te plannen.
Ontgrendel de stoel en til deze omhoog om op de
urenteller te kijken (Fig. 8).
Indicatielampje van gloeibougie
gebruiken (oranje lampje)
Het indicatielampje van de gloeibougie gaat branden als het
contactsleuteltje op AAN wordt gedraaid. Als het
indicatielampje dooft, kan de motor worden gestart (Fig. 8).
Indicatielampje Water in brandstof (rode
lampje)
Dit lampje gaat branden als er water in de brandstof is.
Als het indicatielampje dooft, kan de motor worden
gestart (Fig. 8).
Temperatuurmeter gebruiken
De temperatuurmeter registreert de temperatuur van de
koelvloeistof in het koelsysteem (Fig. 8).
Voltmeter gebruiken
De voltmeter registreert het vermogen van het
opladingssysteem (Fig. 8).
Werking van de akoestische
waarschuwingssignalen
Deze machine is voorzien van een akoestisch signaal om de
gebruiker te waarschuwen dat hij de motor moet afzetten,
omdat er anders schade kan ontstaan aan de motor.
20
103-3276