Onderhoudsinterval
Voorbereiding voor
stalling
Om de 4 jaar
1
Vaker in stoffige, vuile omstandigheden
Belangrijk
Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
machine.
Onderhoud van de maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af
zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en
kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het
langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze
versleten of beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en
inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als
een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk
vervangen door een origineel TORO-mes. Om het slijpen en
vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen
in voorraad te hebben.
Gevaar
Een versleten of beschadigd mes kan breken en
een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in
de richting van de bestuurder of omstanders en
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
Vervang een versleten of beschadigd mes.
Controleer de messen om de 8 bedrijfsuren.
Onderhoudsprocedure
Primaire hydraulische filter – vervangen
Hydraulische filter van koelventilator – vervangen
Accu-opladen, kabels losmaken
Brandstof – aftappen
Lakbeschadigingen – bijwerken
Voorafgaande aan de stalling moeten alle bovengenoemde procedures worden
uitgevoerd.
Motorkoelstof verversen
Voorzichtig
34
Voor controle en onderhoud van de
maaimessen
Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
Draai het contactsleuteltje op Uit. Verwijder het
contactsleuteltje.
De messen controleren
1. Controleer de snijranden (Fig. 33). Als de randen niet
scherp zijn of bramen vertonen, moet u de maaimessen
verwijderen en slijpen; zie De maaimessen slijpen,
blz. 36.
2. Controleer de messen, met name het gebogen deel
(Fig. 33). Als u beschadiging, slijtage of groefvorming
in dit deel constateert (punt 3 in Fig. 33), moet u het
mes direct vervangen.
m–151
Figuur 33
1. Snijrand
2. Gebogen deel
2
1
3
3. Slijtage/groefvorming