Gebruiksaanwijzing
Tabel 6. Alarmprioriteiten
Technische alarmen
Zwakke pols, SYS/DIA
niet gevonden
Geen polsslag gevonden
Waarschuwing gedurende
5 minuten
Overmatige offset
Kabel losgekoppeld
Storing elektrode
Storing elektrode
Signaal met ruis
Defecte sensor
Luchtlek, controleer de slang
Geknikte slang, controleer de slang
Overdruk
Artefact, SYS/DIA niet gevonden
Geen geldige bloeddruk gevonden
Batterij bijna leeg,
NIBP uitgeschakeld
Manchet te groot voor patiëntmodus
Geknikte slang of neonatale slang
Artefact aanwezig, minimaliseer
beweging
Verkeerde kabel
Geen sensor
Onbekende sensor
Fysiologische en technische alarmen
Er zijn niet voldoende pulsen om de
systolische of diastolische druk te
bepalen.
Mogelijk is de manchet niet goed
aangebracht op de patiënt of heeft
de patiënt geen detecteerbare
polsslag door shock of aritmieën.
De batterij van de monitor is bijna
leeg en de monitor zal over
maximaal 5 minuten worden
uitgeschakeld.
Ten minste één kanaal heeft
overmatige offset. Ten minste één
elektrode is oud, vervuild of defect.
De ECG-kabel is losgekoppeld.
Er is een fout met een of meer
ECG-elektroden.
Een of meer elektroden hebben
slecht of geen contact.
Elektroden hebben slecht contact
of zijn mogelijk uitgedroogd.
Er is een defecte sensor
gedetecteerd.
De monitor kan de manchet niet
goed opblazen.
De monitor kan de manchet niet
goed opblazen.
De druk in de manchet overschrijdt
de acceptabele grenzen voor de
huidige patiëntmodus.
De systolische of diastolische druk
is onbetrouwbaar vanwege een
artefact. Wordt gewoonlijk
veroorzaakt doordat de patiënt
beweegt.
De instelling van de patiëntmodus
is onjuist of er wordt een
verkeerde slang of manchet
gebruikt voor de huidige
patiëntmodus.
De batterij is zo ver leeggelopen
dat het NIBP-kanaal niet meer
werkt.
Er zit een knik in de slang of een
neonatale slang is gedetecteerd in
de modus voor volwassen
patiënten.
De monitor detecteert zoveel
artefacten dat gegevens niet goed
kunnen worden gelezen.
De ECG-kabel is niet voorzien van
weerstanden waardoor de stroom
wordt beperkt tot 1 k. Deze zijn
nodig voor de Resp-werking en om
de monitor te beschermen tegen
beschadiging bij defibrillatie.
Er is geen sensor gekoppeld/
gedetecteerd door het apparaat.
75
Hoog
Hoog
Hoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Middelhoog
Laag
Laag
Laag