Gebruiksaanwijzing
Opmerking Voor elke 2,5 cm die de manchet zich boven het hart bevindt, telt u
8. Wanneer bewegingsartefacten, bijvoorbeeld door rillen of hoesten, storingen in de
NIBP-meetwaarden veroorzaken, gaat u als volgt te werk:
•
•
•
Opmerking Met het bericht ???/???/(???) in een NIBP-trendweergave of afdruk wordt
Opmerking Aangevraagde NIBP-meetwaarden (handmatig of turbo) worden
Nauwkeurigheid van de NIBP vergroten door Smartcuf
De NIBP-meting kan door vele factoren negatief worden beïnvloed: hartaritmieën,
plotselinge veranderingen van de bloeddruk, bewegingsactiviteit van de patiënt zoals
stuiptrekkingen of rillingen, plotselinge beweging van de manchet, vibraties, bewegingen
tijdens het transport van de patiënt of een zwakke pols. De Smartcuf-functie zorgt voor
grotere nauwkeurigheid bij NIBP-metingen die gepaard gaan met gematigde
bewegingsartefacten of zwakkere polssignalen.
s
Opmerking
Smartcuf inschakelen
1.
Zorg dat zowel het ECG als de NIBP worden bewaakt.
2. Open het menu Instellingen. (Zie
3. Markeer NIBP , markeer vervolgens Smartcuf en schakel het Smartcuf-filter in.
Als Smartcuf is ingeschakeld, maar de bewegingsartefacten dermate hevig zijn dat de
nauwkeurigheid van de metingen erdoor wordt beïnvloed, wordt de meting op het scherm
voorzien van het symbool
andere situaties waarin geen goed ECG-signaal kan worden verkregen, kunt u overwegen
Smartcuf op de volgende wijze uit te schakelen:
gekozen instellingen en patiëntmodus. Als de nieuwe pogingen nog steeds geen
geldige meting opleveren, wordt op de monitor een NIBP-foutmelding
weergegeven.
1,9 mmHg (0,253 kPa) op bij de weergegeven NIBP-meetwaarde. Voor elke
2,5 cm die de manchet zich onder het hart bevindt, trekt u 1,9 mmHg
(0,253 kPa) af van de weergegeven NIBP-meetwaarde.
Plaats de ledemaat van de patiënt bij het lichaam vandaan, zodat het
aangebrachte manchet niet in aanraking komt met het lichaam van de patiënt of
met een voorwerp (zoals een bedrail). Zorg dat de manchet zich zo dicht mogelijk
bij de hoogte van het hart blijft bevinden.
Controleer of het Smartcuf-filter is ingeschakeld (Aan). (Zie
de NIBP vergroten door Smartcuf"
Controleer of ECG-elektroden op de juiste wijze zijn verbonden met het lichaam
van de patiënt en bewaak het ECG tijdens de NIBP-meting. (Voor Smartcuf is
ECG-bewaking vereist.)
aangeduid dat de monitor gedurende deze periode een NIBP-meting niet
heeft kunnen voltooien.
weergegeven met een vertraging van 8 seconden wanneer deze zijn gestart
terwijl de monitor zich in een stroombesparingsmodus, zoals time-out van
het scherm, bevindt.
Smartcuf kan uitsluitend worden ingeschakeld als het ECG wordt bewaakt.
. Wanneer bepaalde typen aritmie optreden, maar ook in
op pagina 67.)
"Instellingenmenu's openen"
Zelfstandige bewaking
67
"Nauwkeurigheid van
op pagina 31.)