Gebruiksaanwijzing
Detectie pacingpuls (waarvoor
monitor een verticale
stippelmarkering in trace
weergeeft)
Afkeuring van pacingpulsen
Grenswaarde voor detectie
van minimale slew rate van
pacingpulsdetector.
Duur ECG-trace
Stapsgewijze wijziging
hartfrequentie
Ventriculaire bigeminie (VB)
Langzame afwisselende VB
Snelle afwisselende VB
Systole in twee richtingen
1 mV ventriculaire tachycardie 197 tot 198 slagen/min (verwacht: 206 slagen/min)
2 mV ventriculaire tachycardie 193 tot 197 slagen/min (verwacht: 195 slagen/min)
Pulsen = ± 3,2 mV tot ± 700 mV @ 0,1 ms en ± 2 mV tot ± 700 mV @ 0,2 tot 2 ms (alle
waarden met of zonder overschrijding) in een rustige elektrische omgeving. De
drempelwaarden worden automatisch dusdanig aangepast dat zich herhalende
omgevingsruis wordt onderdrukt. De pacerdetectie heeft invloed op de QRS-detectie,
zelfs als de indicatie voor de weergave van de pacingpuls is uitgeschakeld.
Circa 95% van de pacemakerpulsen die zich binnen het detectiebereik voor
pacingpulsen bevinden, telt niet mee als hartslag*, al dan niet met AAMI (EC 13
staart van 4, 8, 15, 25, 50, 75 of 100 ms vervaltijd met een constante waarde, waarvan
de staartamplitude voldoet aan de criteria van ofwel methode A ofwel methode B van
EC 13 voor enkelvoudige pacingpulsen, of opeenvolgende A
250 ms afstand), conform AAMI-test 4.1.4.1 en 4.1.4.2.
* Weigert overschrijdingen volgens methode B gedurende [pulsbreedte] x
[pulsamplitude] < 3 x 10
2,5 V/sec RTI, conform EC13:2002, 4.1.4.3
3 seconden in enkelvoudige of dubbele trace-weergave
6 seconden trapsgewijs
Bij een stapsgewijze verhoging van 80 bpm naar 120 bpm duurt het maximaal
8 seconden tot de hartfrequentiemeter een nieuwe hartfrequentie weergeeft.
Bij een stapsgewijze verlaging van 80 bpm naar 40 bpm duurt het maximaal 8 seconden
tot de hartfrequentiemeter een nieuwe hartfrequentie weergeeft.
Conform IEC 60601-2-27 golfvormen B1 en B2 duurt het maximaal 13 seconden voordat
de monitor een alarm geeft in het geval van tachycardie. Dit is ook op de bovenstaande
golfvormen van toepassing als hun amplitudes de helft of het dubbele van de
aangeduide amplitudes zijn.
WAARSCHUWING Indien de alarmgrenzen zijn ingesteld buiten het bereik van de
specifieke hartfrequentie van de patiënt, kan het bij een stapsgewijze aanpassing van
80 bpm naar 120 bpm of van 80 bpm naar 40 bpm langer dan 8 seconden duren voordat
de hartfrequentiemeter van de monitor een alarm activeert.
WAARSCHUWING Indien de alarmgrenzen zijn ingesteld buiten het bereik van de
hartfrequentie van de patiënt, kan het langer dan 13 seconden duren voordat het
apparaat een alarm voor tachycardie activeert.
Reactie op onregelmatig ritme (AAMI-specificatie EC13
78 tot 82 slagen/min (verwacht: 80 slagen/min)
57 tot 65 slagen/min (verwacht: 60 slagen/min)
118 tot 123 slagen/min (verwacht: 120 slagen/min)
88 tot 93 slagen/min (verwacht: 90 slagen/min)
-4
V-sec.
-
2002, 4.1.2.1. onderdeel e.)
Specificaties
145
-
2002)
-
V-pulsen (150 ms en