4. Als u Handmatig hebt geselecteerd selecteert u daarna
Handmatige zoom
Het menu handmatige zoom wordt weergegeven.
5. Stel de instelling in op de gewenste waarde.
6. Selecteer Terug of gebruik de OK-knop om de instelling te
bevestigen.
De positie van het zoom-gebied aanpassen
In de zoom-modus kiest het systeem automatisch de
zoom-positie zodat de zeebodem altijd op de onderste helft van
het display staat. Wanneer nodig kunt u het deel van het beeld
waarop is ingezoomd veranderen zodat een ander gebied wordt
weergegeven.
Doe in Zoom-modus het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Weergaveopties.
2. Selecteer Zoom-positie zodat Handmatig is geselecteerd.
De Handmatige zoom-positie: menu-item wordt nu
weergegeven in het menu Weergaveopties.
3. Selecteer Handmatige zoom-positie:.
Wanneer u de zoompositie selecteert wordt het regelvenster
van de zoompositie weergegeven.
4. Stel de instelling in op de gewenste waarde.
5. Druk op de Terug-knop of de OK-knop om de instellingen te
bevestigen en terug te keren naar het menu Weergaveopties.
A-scope-modus
Het standaard beeld geeft een historisch overzicht van
objectecho's. Indien gewenst kunt u met behulp van
de A-Scope-modus een live beeld weergeven van de
zeebodemstructuur en de vis direct onder de transducer. De
hoeveelheid zeebodem die wordt gedekt door A-Scope wordt
aangegeven aan de onderkant van het venster. A-Scope
geeft een meer nauwkeurige en gemakkelijker te interpreteren
indicatie van objectsterkte.
Objectdiepte-ID inschakelen/uitschakelen
U kunt de diepte van objecten op het scherm weergeven.
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Weergaveopties.
2. Selecteer Objectdiepte-ID.
Wanneer u objectdiepte-ID selecteert, wordt de
objectdiepte-indicator Aan en Uit te schakelen.
Opmerking: De sterkte van objecten waarvan een
diepte-ID wordt weergegeven is gerelateerd aan de instelling
voor visgevoeligheid, dat u kunt openen in het menu
Alarmmeldingen.
Dieptelijnen inschakelen/uitschakelen
U kunt horizontale dieptelijnen op het scherm weergeven.
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Weergaveopties.
Sonar-toepassing
2. Selecteer Dieptelijnen.
Door dieptelijnen te selecteren worden de horizontale
dieptelijnen Aan en Uit geschakeld.
De witte lijn inschakelen/uitschakelen
U kunt een dikke lijn weergeven op het scherm die de zeebodem
vertegenwoordigt, deze lijn is in principe wit (afhankelijk van het
gekozen kleurenpalet).
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Weergaveopties.
2. Selecteer Witte lijn.
Door Witte lijn te selecteren wordt de zeebodemlijn Aan en
Uit geschakeld.
Scrollen
Het beeld beweegt van rechts naar links. U kunt de beweging
pauzeren of de snelheid aanpassen om het plaatsen van
waypoints en het identificeren van objecten te vergemakkelijken.
Scroll-snelheid
U kunt de snelheid waarmee het beeld beweegt aanpassen.
Een hogere snelheid geeft meer details, wat handig kan zijn
wanneer u op zoek bent naar vis. Als u een lagere snelheid
selecteert blijft de informatie langer op het display staan.
Scrollen pauzeren
U kunt het display pauzeren om een 'foto' van het beeld te
bekijken. Wanneer het beeld wordt gepauzeerd, stopt het
scrollen maar de diepte-indicator wordt wel steeds bijgewerkt.
De scroll-snelheid aanpassen
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Weergaveopties.
2. Selecteer Scroll-snelheid.
De numerieke regelaar voor het aanpassen van de
scroll-snelheid wordt weergegeven.
3. Gebruik de Draaiknop om de scroll-snelheid in te stellen
tussen 0% en 100%.
4. Druk op OK of Terug om te bevestigen en de numerieke
regelaar te sluiten.
Het scrollen van het beeld pauzeren
Doe het volgende wanneer het display van rechts naar links
scrollt:
1. Beweeg de richtingsknoppen van de Joystick in een
willekeurige richting.
Het scrollen wordt gepauzeerd.
2. Druk op de Terug-knop om het scrollen te hervatten.
63