1. Draaiknop — gebruik dit om door menu-opties te
navigere en het bereik in de kaarttoepassing en de
Sonar-/DownVision-toepassingen aan te passen wanneer
dit is ingesteld op handmatig bereik, of om door de opties
van de weergavewisselaar te bladeren.
2. Joystick — gebruik de joystick om de cursorpositie in
toepassingen te verplaatsen, naar boven, beneden, links
en rechts te kantelen in de kaarttoepassingen, omhoog en
omlaag door menu-opties te navigeren of om door de opties
van de weergavewisselaar te bladeren.
3. OK-knop — druk op het uiteinde van de joystick om menu's
of contextmenu's in een toepassing te openen of om een
selectie te bevestigen.
Beginnen
6.3 Procedures voor eerste instelling
Nadat uw display is geïnstalleerd en in bedrijf gesteld wordt
aanbevolen dat u de opstart-wizard en snelcursus doorloopt.
1
Opstart-wizard
1
2
Wanneer u het display voor de eerste keer aanzet of na
een systeemreset wordt de opstart-wizard enkele seconden
nadat het venster voor Gebruiksbeperkingen is bevestigd
weergegeven. De Opstart-wizard begeleidt u door de volgende
eerste instellingen:
1. Taalkeuze.
3
2. Eenheden configureren.
3. Voltooien/snelcursus starten.
Opmerking: Deze instelling kan ook altijd worden ingesteld
D12180-1
met het menu Systeeminstellingen, dat u kunt openen vanaf
de pagina Hulpmiddelen & instellingen.
Extra taken
Naast de instellingen die door de wizard worden doorlopen,
wordt ook geadviseerd eerst de volgende taken uit te voeren:
• Instellen van uw voorkeuren voor datum en tijd.
• Instellen van de dieptecorrectie van uw transducer.
• Vertrouwd raken met het product met behulp van de
Simulator-modus.
Instellen van voorkeuren voor datum en tijd.
1. Selecteer Hulpmiddelen & instellingen in de
Weergavewisselaar.
2. Selecteer Systeeminstellingen.
3. Selecteer Instellingen tijd en datum.
4. Gebruik het menu Datumformaat, Tijdformaat en Lokale
tijd: om uw voorkeuren voor tijd en datum in te stellen.
Simulatormodus
Met de simulatormodus kunt u het bedienen van uw display
oefenen zonder feitelijke gegevens van de GPS-ontvanger of
transducer.
De simulatormodus wordt in/uit-geschakeld in het menu
Systeeminstellingen.
Opmerking: Raymarine adviseert u de simulatormodus NIET
te gebruiken tijdens het navigeren.
Opmerking: De simulator toont GEEN werkelijke gegevens.
Dit heeft ook betrekking op veiligheidsmeldingen.
Simulatormodus in- en uitschakelen
U kunt de simulatormodus in- en uitschakelen door de
onderstaande stappen te volgen.
1. Selecteer Hulpmiddelen & instellingen in de
Weergavewisselaar.
2. Selecteer Systeeminstellingen.
3. Selecteer Simulator:.
4. Selecteer Aan om de simulatormodus in te schakelen, of
2
3
D12783-1
35