4.4 Een plaats kiezen voor het display
Algemene vereisten voor plaatsing
Bij het kiezen van een plaats voor de unit dient u een aantal
factoren in overweging te nemen.
Ventilatievereisten
Om te zorgen voor voldoende ventilatie:
• Zorg ervoor dat het apparaat in een compartiment van de
juiste omvang is gemonteerd.
• Zorg ervoor dat de ventilatiegaten niet zijn geblokkeerd.
• Zorg voor voldoende afstand tussen de apparaten.
Vereisten voor het montage-oppervlak
Zorg ervoor dat de units voldoende steun hebben op een stevig
oppervlak. De unit mag NIET worden gemonteerd en er mogen
geen gaten worden geboord op plaatsen die de constructie van
het schip kunnen beschadigen.
Vereisten voor het leggen van kabels
Zorg ervoor dat de unit is gemonteerd op een plaats waar kabels
correct kunnen worden gelegd en aangesloten:
• Minimale kabelbochtradius van 100 mm (3,94 in) is vereist,
tenzij anders aangegeven.
• Gebruik kabelsteunen om spanning op de aansluitingen te
voorkomen.
Binnendringen van water
Deze unit is geschikt voor montage zowel bovendeks als
onderdeks. Het is waterdicht conform de IPX6- en IPX7-norm.
Hoewel de unit waterdicht is, is het beter het op een beschermde
plaats te monteren, zodat het niet langdurig wordt blootgesteld
aan directe regen en opspattend zout water.
Elektrische interferentie
Kies een plaats die zich op voldoende afstand bevindt van
apparaten die interferentie kunnen veroorzaken, zoals motoren,
generatoren en radiozenders/-ontvangers.
Vereisten voor plaatsing GPS
Naast de algemene richtlijnen voor de plaatsing van maritieme
elektronicasystemen dient rekening te worden gehouden met
een aantal omgevingsfactoren bij het installeren van apparatuur
met een interne GPS-antenne.
Plaats van de montage
• Montage bovendeks:
Aanbevolen wordt het display bovendeks te monteren, omdat
de GPS-prestaties daar optimaal zijn.
• Montage onderdeks:
GPS-prestaties kunnen minder zijn bij montage onderdeks.
Scheepsconstructie
De constructie van uw schip kan van invloed zijn op de
GPS-prestaties. De nabijheid van zware contructies zoals een
constructieplaat, of de binnenkant van grotere schepen, kunnen
bijvoorbeeld zorgen voor een verminderd GPS-signaal. Voordat
u apparatuur met een interne GPS-antenne onderdeks plaatst,
adviseren wij u professioneel advies in te winnen.
Weersomstandigheden
Het weer en de locatie van het schip kunnen van invloed zijn
op de GPS-prestaties. Normaal gesproken bieden kalme en
heldere weersomstandigheden een meer nauwkeurige GPS-fix.
Schepen op extreem noordelijke of zuidelijke breedtegraden
kunnen ook een zwakker GPS -signaal ontvangen. Een
onderdeks gemonteerde GPS-antenne is gevoeliger voor
problemen met de signaalontvangst als gevolg van de
weeromstandigheden.
Veilige afstand tot kompas
Om mogelijke interferentie met de magnetische kompassen
van het schip te voorkomen dient u te zorgen voor voldoende
afstand vanaf het display.
Bij het kiezen van een geschikte plaats voor het display dient u
te proberen een zo groot mogelijke afstand te houden tussen
het display en eventuele kompassen. Normaal gesproken
Plaatsbepaling en montage
moet deze afstand minimaal 1 m (3 ft) zijn in alle richtingen. In
kleinere schepen is het echter soms niet mogelijk het display zo
ver van een kompas verwijderd te plaatsen. In dat geval laten de
onderstaande cijfers de minimale veilige afstand zien die moet
worden aangehouden tussen het display en de kompassen.
6
2
5 0
m m
( 9 . 8
4 i n
)
m m
7 0 0
n )
. 5 i
( 2 7
5
Kompaspositie ten
opzichte van het
Artikel
display
1
Bovenkant
2
Achterkant
3
Rechterkant
4
Onderkant
5
Voorkant
6
Linkerkant
Overwegingen met betrekking tot kijkhoek
De kijkhoek beïnvloedt het displaycontrast en de kleur. Daarom
raadt Raymarine aan het display tijdelijk op te starten bij het
plannen van de installatie wanneer u het als opbouw wilt
monteren, zodat u het beste kunt bepalen welke locatie de
optimale kijkhoek oplevert.
Kijkhoek
A
B
A
70º
B
70º
C
70º
D
45º
Opmerking: De genoemde hoeken zijn voor een
contrastverhouding gelijk aan of groter dan 10.
1
2
0 0
m m
m m
( 7 . 8
5 0 0
7 i n
n )
. 7 i
)
( 1 9
3 5 0
m m
3
( 1 3
0 0
. 8 i
m m
( 1 1
n )
. 8 i
n )
4
Minimale veilige
afstand vanaf het
display
200 mm (7,87 in.)
500 mm (19,7 in.)
350 mm (13,8 in.)
300 mm (11,8 in.)
700 mm (27,5 in.)
250 mm (9,84 in.)
2
3
D12650-1
D12625-1
23