10.3 Afstand
Met de functies Bereik en Bereikverschuiving kunt u het bereik
van de diepte die wordt weergegeven op het scherm veranderen.
Veranderingen in het bereik en de bereikverschuiving
worden zowel in de Sonar- als op de DownVision-toepassing
doorgevoerd.
Afstand
Met de Bereik-functie kunt u het bereik van de diepte definiëren
die u ziet op het scherm.
Standaard is het bereik ingesteld op automatisch, hiermee wordt
het bereik aangepast om ervoor te zorgen dat de zeebodem
altijd op het scherm wordt weergegeven. Dit is handig voor het
zoeken van grotere vissen en andere objecten die zich dichter
bij de zeebodem bevinden, zoals wrakken.
Het kan voorkomen dat u een meer gedetailleerd beeld wilt, met
minder diepte onder uw schip. Dit is handig voor het zoeken van
kleinere vissen die dichterbij het oppervlak voedsel zoeken.
Bereikverschuiving
Met de functie Bereikverschuiving kunt u bepalen welk gebied
van de gehele diepte u wilt kunnen zien op het scherm. Als uw
bereik bijvoorbeeld 250 voet is en het display geeft het oppervlak
(0 voet) weer helemaal bovenaan het display, en 250 voet
onderaan het display, dan kunt u de functie Bereikverschuiving
gebruiken om te focussen op een ander bereik van 250 voet.
U kunt bijvoorbeeld 20 voet boven het scherm en 270 voet
onderaan het scherm weergeven.
Het dieptebereik wijzigen
U kunt één van de onderstaande opties kiezen:
• Automatische aanpassing, waarbij het display automatisch
het vereiste meest ondiepe bereik weergeeft.
• Handmatige aanpassing van het dieptebereik, tot de
maximale diepte.
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Bereik.
2. Selecteer Bereik om te schakelen tussen Automatisch en
Handmatig.
3. Wanneer de handmatige modus is geselecteerd kunt u
de Draaiknop gebruiken om het dieptebereik dat wordt
weergegeven op het scherm aan te passen.
Opmerking: Wanneer het Bereik-menu is weergegeven kunt
u de Draaiknop niet gebruiken om het bereik in en uit te
zoomen. Om de Draaiknop te gebruiken om het bereik in en
uit te zoomen dient u eerst het Bereik-menu te sluiten.
Bereikverschuiving gebruiken
De standaard instelling past het display aan, zodat de zeebodem
zich in de onderste helft van het scherm bevindt. U kunt het
beeld ook verschuiven binnen het huidige bereik. Wijzigingen in
de bereikverschuiving komen terug in alle vensters.
Doe het volgende in het toepassingsmenu, terwijl het Bereik is
ingesteld op Handmatig:
1. Selecteer Bereik.
2. Selecteer Bereikverschuiving.
Het dialoogvenster Bereikverschuiving wordt weergegeven.
3. Stel de instelling in op de gewenste waarde.
4. Selecteer Terug of druk op de OK-knop om de instelling
te bevestigen en het dialoogvenster bereikverschuiving te
sluiten.
62
10.4 Weergaveopties
De toepassing kan worden aangepast met behulp van het menu
Weergaveopties
Met het menu Weergaveopties kunt u de huidige
weergavemodus wijzigen en andere functies selecteren die
kunnen worden aangepast of naar wens kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Het wijzigen van de weergavemodus
In weergaven op volledig scherm kunt u de weergavemodus van
de sonar- en DownVision-toepassingen wijzigen.
Opmerking: Weergavemodi zijn NIET beschikbaar in
weergaven met gesplitst scherm.
Doe het volgende in scrollingmodus:
1. Druk op de OK-knop.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Selecteer Weergaveopties.
3. Selecteer Weergavemodus.
4. Selecteer Zoom of A-Scope.
Opmerking: A-Scope-modus is alleen beschikbaar in de
Sonar-toepassing.
Zoom-modus
De Zoom-modus vergroot een deel van het scherm en toont
daardoor meer details.
Met deze zoomoptie kunt u:
• Het standaard beeld vervangen door een ingezoomd beeld
naast het standaard beeld.
• De zoom-factor instellen op één van de beschikbare niveaus,
of hem handmatig aanpassen.
• Het ingezoomde deel van het beeld verplaatsen naar een
andere plaats op het display.
Wanneer het bereik groter wordt, wordt het gebied dat wordt
weergegeven in het zoom-venster ook groter.
In de Zoom-modus wordt het scherm gesplitst en wordt het
ingezoomde beeld naast het standaard beeld weergegeven.
De ingezoomde sectie wordt door middel van een zoom-kader
aangegeven op het standaard scherm.
De zoom-factor aanpassen
Wanneer de zoom-modus actief is, kunt u een vooraf ingestelde
zoom-factor selecteren of deze handmatig aanpassen.
Doe in Zoom-modus het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Weergaveopties.
2. Selecteer Zoom-factor.
3. Selecteer de voorkeursinstelling van de Zoom-factor (x2, x3,
x4) of selecteer Handmatig
Nadat u uw keuze hebt gemaakt keert u terug naar het menu
weergaveopties.
Dragonfly