Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dieptecorrectie; Gps-Controle; Controleren Werking Gps; Gps-Instellingen - Raymarine Dragonfly Installatie- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

5. Selecteer Uit om de simulatormodus uit te schakelen.
Opmerking: De optie Demo-film is alleen voor
demonstratiedoeleinden.

Dieptecorrectie

Diepten worden gemeten vanaf de transducer naar de
zeebodem, maar u kunt een correctiewaarde toepassen op de
dieptewaarde, zodat de weergegeven dieptemeting de afstand
tot de zeebodem meet vanaf de kiel of de water lijn.
Voordat u probeert de kiel- of waterlijncorrectie in te stellen
dient u uit te vinden hoe groot de verticale afstand tussen de
transducer en de waterlijn of de onderkant van de kiel van uw
schip is. Stel vervolgens de juiste correctiewaarde in.
1
1
Waterlijncorrectie
2
Transducer / geen correctie
3
Kielcorrectie
Wanneer er geen correctie is ingesteld geeft de dieptemeting de
afstand weer vanaf de transducer naar de zeebodem.
De dieptecorrectie instellen
Doe het volgende op de pagina Hulpmiddelen & instellingen:
1. Selecteer Systeeminstellingen.
2. Selecteer Sonar-instellingen.
3. Selecteer Dieptecorrectie.
De numerieke regelaar voor het aanpassen van de
dieptecorrectie wordt weergegeven.
4. Stel de correctie in op de gewenste waarde.
5. Selecteer OK om de nieuwe waarde te bevestigen en de
numerieke regelaar te sluiten.
36
2
3

6.4 GPS-controle

Controleren werking GPS

U kunt controleren of de GPS werkt met behulp van de
kaarttoepassing.
1. Selecteer een weergave in de Weergavewisselaar die de
kaarttoepassing bevat.
2. Bekijk het venster.
D9343--2
Dit zou u moeten zien:
De positie van uw schip (geeft een GPS-fix aan). Uw
huidige positie wordt weergegeven door een scheepssymbool
of een dichte cirkel. Uw positie wordt ook weergegeven in de
gegevenscel rechtsonder in het display.
Een dichte cirkel op de kaart geeft aan dat de snelheid van
het schip te laag is (d.w.z. minder dan 0,15 knopen) om
gegevens over de grondkoers (COG) te genereren.
Opmerking: U wordt geadviseerd de weergegeven
scheepspositie in de kaarttoepassing te controleren aan de
hand van uw feitelijke afstand tot een bekend object op de
kaart. GPS-ontvangers hebben normaal gesproken een
nauwkeurigheid van 5 m tot 15 m.
Opmerking: Een GPS-statusscherm is beschikbaar op
de pagina Hulpmiddelen & instellingen. Hier wordt de
signaalsterkte en andere relevante informatie weergegeven.

GPS-instellingen

Met de opties voor GPS-instellingen kunt u een GPS-ontvanger
configureren.
Het Global Positioning System (GPS) wordt gebruikt om
de plaats van uw schip op de kaart te bepalen. U kunt uw
GPS-ontvanger instellen en de status ervan controleren via
de optie GPS-status in het menu Systeeminstellingen. Voor
iedere gevolgde satelliet wordt op het scherm de volgende
informatie weergegeven:
• Satellietnummer.
• Balk met signaalsterkte.
• Status.
• Azimuth-hoek.
• Elevatiehoek.
• Een luchtweergave waarop de positie van de gevolgde
satellieten wordt weergegeven.
Dragonfly

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave