• Eenfasige wisselstroomoplader
• Gebruik wisselstroomopladers in
openbare gelegenheden om het voertuig
op te laden.
• Laadduur: zie a.u.b. de melding
op het instrumentenpaneel of het
infotainmentsysteem.
2. Opladen
2. Opladen
• Ontgrendel het voertuig en open het klepje
van de oplaadpoort:
• Open dit volgens de instructies voor
draagbare huishoudelijke wisselstroom
oplaadapparatuur.
• Sluit het aan op de voertuigpoort:
• Steek de oplaadkoppeling van de
apparatuur in de poort en vergrendel die.
• Configuratie:
• Voor een wisselstroomoplader/-box die
identificatie wenst, haalt u de kaart er
doorheen of scant u de QR-code. Voor de
details, zie de gebruikshandleiding voor
de oplader/oplaadbox.
• De verbindingsindicatie
instrumentenpaneel licht op.
• Tijdens het oplaadproces geeft het
instrumentenpaneel de relevante
parameters voor het opladen weer evenals
het symbool voor het opladen.
• Op dit moment kan het geplande
opladen worden ingesteld met het
infotainmentsysteem.
3. Het opladen stoppen
3. Het opladen stoppen
• Het opladen stoppen
• Het opladen stopt automatisch als de
accu volledig opgelade is, of wanneer dit
onderbroken werd door de gebruiker.
• Ontkoppelen van de oplaadkoppeling:
• Ontkoppel de koppeling met de
volgende instructies van de draagbare
huishoudelijke, wisselstroom
oplaadapparatuur.
• Sluit het klepje voor de wisselstroom
• Berg de apparatuur correct op.
Laadstation gelijkstroomladen
1. Beschrijving van de apparatuur:
1. Beschrijving van de apparatuur:
• Gebruik de gelijkstroomoplader in
• Apparatuurspecificatie: zie de beschrijving
• Laadduur: zie a.u.b. de melding
2. Opladen
2. Opladen
• Open het klepje van de poort en verwijder
op het
• Steek de koppeling in de poort en zorg dat
• Bedien de oplaadapparatuur om met het
• De verbindingsindicatie
• Tijdens het oplaadproces geeft
oplaadpoort (zie hiervoor het wisselstroom
oplaadproces).
• Nadat de wisselstroom oplader/
oplaadbox is gebruikt, moet u de
koppeling terugzetten in de daartoe
bestemde positie.
openbare plaatsen om het voertuig
op te laden. In het algemeen wordt dit
aangebracht in een specifiek oplaadstation.
van de acculader.
op het instrumentenpaneel of het
infotainmentsysteem.
het kapje.
deze goed vast zit.
opladen te beginnen.
instrumentenpaneel licht op.
het instrumentenpaneel of
infotainmentsysteem de relevante
oplaadparameters weer evenals het
symbool voor het opladen.
05
op het
87