• De linker of rechter zitplaats
achterin is voorzien van ISOFIX/
i-Size verankeringspunten. De
verankeringslocaties zijn voorzien van een
markering (zie illustratie) die zich bevindt
op de rugleuning, net boven de betreffende
verankeringspunten.
• De passagiersstoel voorin is
in de rugleuning voorzien van
een verankeringspunt voor de
bevestigingsband.
WAARSCHUWING!
•
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de stoel van
de voorpassagier met een geactiveerde
airbag.
•
Passagiers (kinderen of volwassenen)
mogen nooit op de passagiersstoel
voorin zitten als de passagiersairbag
gedeactiveerd is.
•
Als een in de rijrichting gemonteerd
kinderzitje op de passagiersstoel voorin
wordt gebruikt, moet u zorgen dat
de stoel zo ver mogelijk bij de actieve
airbag vandaan tegen de rijrichting in
wordt gemonteerd.
28
WAARSCHUWING!
•
Voordat u een kind in het kinderzitje
zet, moet u zorgen dat het zitje goed is
vastgezet en niet kan verdraaien of van
de stoel af kan glijden.
•
Bij gebruikmaking van een kinderzitje
moet u altijd controleren of de
verankeringspunten niet belemmerd
worden; of de autogordel in de goede
stand zit; en of het kinderzitje stevig is
vastgezet.
•
Nalatigheid bij het opvolgen van
deze adviezen, of de instructies van
de fabrikant van het kinderzitje,
kan levensgevaarlijk zijn of ernstige
lichamelijke verwondingen veroorzaken.
ATTENTIE!
• Verlengingsbanden kunnen nodig zijn
om de bovenste bevestigingsband aan
het verankeringspunt te bevestigen als
die niet lang genoeg is.
• Bij installatie van een klasse R3 kinderzitje
moet u controleren of het zitje volledig
tegen de rijrichting in gericht is vóór de
installatie.
• Waar het gebruik van een bovenste
bevestigingsband bij het kinderzitje
van toepassing is, moet u zorgen dat
deze band loopt door de opening in de
hoofdsteun voordat u de band aan het
verankeringspunt aan de onderzijde van de
zitting bevestigt en die strak trekt.