VOORZICHTIG
• Als het gaspedaal wordt ingetrapt,
schakelt u naar de "P" stand of trekt
u aan de EPB-schakelaar, de AVH-
modus zal worden uitgeschakeld en het
voertuig keert terug in de AVH-standby
status. Als niet aan de condities voor
AVH-standby wordt voldaan en evenmin
aan de conditie voor autopark standby,
dan wordt de AVH-status uitgeschakeld.
Voorwaarden voor AVH-standby
(aan alle voorwaarden moet
worden voldaan)
• AVH wordt ingeschakeld en de witte AVH-
standby indicatie wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel.
• Autogordels zijn omgedaan en de portieren
gesloten.
• De aandrijfmotor wordt gestart of de
ontstekingsstatus is "OK".
• Intelligent rembekrachtigingssysteem en
het parkeerremsysteem (Electrical Park
Brake, EPB) zijn normaal.
VOORZICHTIG
• Bij inschakeling van het voertuig
is de automatische parkeerfunctie
standaard uitgeschakeld. Het gaat
in de standby-modus en op het
instrumentenpaneel is het witte AVH-
standby statusindicatielampje te zien.
106
AVH-voorwaarden (aan alle
voorwaarden moet worden
voldaan)
• De AVH-functie is gereed.
• Tijdens het rijden wordt het rempedaal
ingetrapt om het voertuig te stoppen.
• De AVH-functie is ingeschakeld,
remlichten gaan branden, en de AVH-
indicatie kleurt groen.
• De AVH-functie zal in de standby-modus
gaan na 10 minuten in werking te zijn
geweest, waarbij de EPB-schakelaar
automatisch tevoorschijn komt.
VOORZICHTIG
• Om AVH te activeren moet tegelijk aan
de condities voor de automatische
parkeerfunctie zijn voldaan.
• Als de pook wordt geschakeld van D
naar R, zal het systeem in de rijmodus
gaan, en wordt de AVH-functie niet
geactiveerd. Als de AVH-knop wordt
ingedrukt of nadat de snelheid 10 km/
u overschrijdt, zal het systeem uit de
rijmodus schakelen.
Lagesnelheidsrijconditie
• Als de pook wordt geschakeld in de "R"
stand, gaat het systeem in de rijmodus,
en gaat AVH in de lagesnelheidsrijmodus.
Als het voertuig achteruit rijdt bij lage
snelheid, of de pook geschakeld wordt in
"R" of "D", dan wordt AVH onderdrukt om
de voertuigbeweging te verbeteren.
• Druk na het verrijden van het voertuig op
de AVH-schakelaar om uit de rijmodus te
gaan, dit kan ook uitgeschakeld worden als
de voertuigsnelheid 10 km/u overschrijdt.
Dan kan de AVH-functie normaal worden
ingeschakeld.