Inhoudsopgave
Advertenties
• Als er steenslagschade op de voorruit
te zien is, moet onderhoud op tijd
uitgevoerd worden (het wordt aanbevolen
reparatieproducten te gebruiken en de
voorruit te vervangen als de schade niet te
repareren is).
• Vervang de ruitenwisserbladen regelmatig,
ca. eenmaal per zes maanden.
• Als u de voorruit reinigt, moet de wisserarm
van te voren opgetrokken worden. De
specifieke aanpak is als volgt:
1. Ga naar Infotainment → Vehicle
health → Maintenance om voorruit
ruitenwisseronderhoud in te schakelen
en de ruitenwisser zal omlaag gedraaid
worden.
2. Grijp het bovenste uiteinde van de
wisserarm en licht de ruitenwisserarm
met de ruitenwisser op.
Banden
• Voor de rijveiligheid moeten banden zijn
vervaardigd om bij de auto te passen
met het juiste profiel en de standaard
bandenspanning.
WAARSCHUWING
•
Het gebruik van overmatig versleten
banden, of banden met te hoge of te
lage bandenspanning brengt een hoog
ongevallenrisico met zich mee.
•
Houdt u aan alle instructies in deze
handleiding over bandenspanning en
onderhoud.
Bandenspanning
• Houd de banden op de juiste spanning,
zodat deze de beste combinatie van
besturing, levensduur en rijcomfort kunnen
bieden.
• Niet voldoende opgepompte banden
kunnen ongelijkmatige slijtage
veroorzaken, de besturing en het
energieverbruik verslechteren, en zij
kunnen lek raken door oververhitting.
168
• Te hard opgepompte banden slijten
ongelijkmatig, verminderen het comfort, en
kunnen beschadigd raken door hobbelige
wegen. Als een band te hard opgepompt
is, bestaat het risico van scheuren, wat de
veiligheid ernstig in gevaar brengt.
• De auto is voorzien van een
bandenspanningsmeter. Als de band koud
is, kunnen eigenaars beslissen om de
bandenspanning te corrigeren conform tot
de afgebeelde waarde op de drukmeter.
• De bandenspanning moet worden
gecontroleerd als de band koud is. Dit
houdt in, dat het moet worden gemeten
ten minste drie uren na het parkeren. De
eigenaar moet met het voertuig rijden
voordat de bandenspanning wordt
gemeten, de band kan nog steeds als koud
worden beschouwd als de gereden afstand
niet meer dan 1,6 km bedraagt.
• Als de bandenspanning wordt
gecontroleerd bij een warme band, zal de
waarde 30 - 40 kPa (0,3 - 0,4 bar) hoger
liggen dan de koude waarde. Dit is normaal.
Laat geen druk uit de band ontsnappen om
de opgegeven koude bandenspanning te
verkrijgen; anders zal de druk onvoldoende
zijn.
ATTENTIE
• Het label met de aanbevolen
bandenspanning (aangebracht op
portierframe aan de bestuurderszijde)
geeft de koude bandenspanning weer.
• Tubeless banden hebben een
zelfdichtende functie als er een lek
ontstaat. Maar omdat het drukverlies
meestal langzaam gebeurt, moet u
zodra de bandenspanning begint te
dalen, zorgvuldig op zoek gaan naar de
plaats van het lek.
Bandencontroles
• Als u de bandenspanning controleert,
let dan ook op beschadiging, vreemde
voorwerpen die erin steken en slijtage.
Advertenties
Inhoudsopgave
