Inhoudsopgave
Advertenties
• Neem een goede zithouding aan en doe
de autogordel, zodat deze diagonaal van
de schouder tot de borst loopt. De gordel
moet niet onder de arm liggen of over de
achterzijde van de nek.
• Trek het heupgedeelte van de gordel zo
strak mogelijk om de heupen.
3. Steek de gesp van de autogordel in het
slot tot er een "klik" te horen is, trek er
daarna aan om te controleren of deze goed
vergrendeld is. Zet de gordel niet vast als
deze verdraaid is.
4. De hoogte van de voorstoel autogordels
kan worden afgesteld voor optimaal
comfort en maximale bescherming.
• Druk op de ontgrendelingsknop en stel
de afstelling op of neer tot de beoogde
positie. Laat de knop los om het
afstelmechanisme te vergrendelen. Trek
aan de autogordel om te controleren of
deze vergrendeld is.
ATTENTIE
• Om te controleren of de autogordel
voldoende bescherming biedt en
verwondingen verhindert, moet de
gordel over het midden van de schouder
van de inzittende liggen, uit de buurt
van de nek gehouden worden, en niet
eenvoudig af kunnen glijden.
• De heupgordel moet zo laag mogelijk
over de heupen liggen, om te vermijden
dat de autogordel over de buik ligt en de
passagier verwonden kan in het geval
van een ongeluk.
• Voor de juiste bescherming moet de
autogordel permanent vlak tegen het
lichaam van de inzittende aanliggen.
5. Ontgrendeling van de autogordel
• Druk op de rode ontgrendelknop op
de gesp. De gesp springt eruit en de
autogordel rolt zich automatisch op.
• Als de autogordel zich niet soepel en
automatisch oprolt, moet u deze uittrekken
en controleren of deze verdraaid is.
ATTENTIE!
• Elke veiligheidsgordel mag slechts door
één persoon tegelijk worden gebruikt.
A.u.b. niet één autogordel voor twee of
meer passagiers gebruiken, zelfs niet als
het kinderen zijn.
• Niet rijden met de rugleuning te schuin
gezet. Maar hoe rechter de rugleuning
staat, hoe beter de bescherming.
02
17
Advertenties
Inhoudsopgave
