4. Steek de mechanische sleutel in het slot,
draai die zo ver mogelijk linksom en dan
weer terug naar de uitgangspositie en
trek hem eruit. Voor meer gedetailleerde
informatie, raadpleeg "Vergrendeling/
Ontgrendeling met mechanische sleutel" in
dit hoofdstuk.
Ontgrendeling
Ontgrendeling
1. Haal de mechanische sleutel uit de
smartkey.
2. Steek de mechanische sleutel in het slot,
draai die zo ver mogelijk rechtsom en dan
weer terug naar de uitgangspositie en trek
hem eruit.
3. Trek aan de handgreep aan de binnenzijde
om de andere drie portieren te
ontgrendelen en te openen.
Smart Access en
Startsysteem
Gebruik de smartkey om de portieren te
vergrendelen/ontgrendelen en start het
voertuig.
Toegangsfunctie
Gebruik de smartkey om de portieren te
vergrendelen/ontgrendelen. Voor meer
gedetailleerde informatie, raadpleeg
"Vergrendeling/Ontgrendeling met
mechanische sleutel" in dit hoofdstuk.
Startfunctie
Met de smartkey in het voertuig trapt u op het
rempedaal en drukt u op de startknop om het
voertuig te starten. Voor meer gedetailleerde
informatie, raadpleeg "Starting inside the
Vehicle".)
Antenneposities
Antenneposities
① Interieurantenne
② Exterieurantenne
Actief gebied
Actief gebied
De smart access en startfuncties zijn
uitsluitend werkzaam als de geregistreerde
smartkey zich binnen het actieve gebied
bevindt.
① Actief gebied van de toegangsfunctie: ca.
1 m van de voorportierhandgreep en de
achterklepschakelaar aan de buitenzijde.
② Actief gebied van de startfunctie: in de
cabine.
Als er zich een andere smartkey in de buurt
van de smartkey van dit voertuig bevindt, kan
het ontgrendelen langer duren dan normaal.
ATTENTIE
Het smart access en startsysteem kan niet
goed functioneren als:
• Er een sterk elektromagnetisch veld
in de buurt bevindt, zoals TV-masten,
stroomcentrales en zendmasten.
04
57