Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
•
De oplaadapparatuur en de
betreffende aansluitpoorten
niet veranderen, demonteren of
repareren.
•
Het gebruik van een aanvullende
kabel of adapter/connector wordt
afgeraden Als een aanvullende
adapter echt nodig is, moet u een
geschikte draaddiameter kiezen
(≥1,5 mm
platte kabel), en de
2
adapter/connectorparameters
moeten aan de vereisten voldoen.
•
Gebruik nooit de
opladingsapparatuur als de
huishoudings voedingsstripkabel
zacht wordt, de kabel van de
oplaadstekker versleten is, de
isolatielaag gebarsten is, of in geval
van elke andere schade.
•
Gebruik het apparaat nooit als de
oplaadconnector, voedingsstekker,
of voedingsstrip ontkoppeld, of
gebroken is, of er tekenen zijn van
oppervlakteschade.
•
Om slijtage van het poortklepje
te voorkomen, moet u dit niet
herhaaldelijk openen en sluiten.
1. Opladen
1. Opladen
• Schakel de auto uit.
• Als de portieren ontgrendeld zijn drukt u op
het oplaadpoortklepje om dat te openen.
• Open het klepje en verwijder de kap over
de aansluitpoort. Zorg dat de poort in geen
enkel opzicht belemmerd wordt.
• Steek de Modus 2 stekker in de
wandcontactdoos van de behuizing.
• Steek de oplaadkoppeling in de
oplaadpoort.
• De aansluitindicatie op het
instrumentenpaneel of het
infotainmentsysteem licht op.
VOORZICHTIG
• Forceer de oplaadconnector niet bij het
insteken bij geactiveerde elektrische
vergrendeling.
• Oplaadparameters en veranderingen
zullen tijdens het oplaadproces worden
afgebeeld op het instrumentenpaneel.
• Op dit punt kan gepland opladen
worden ingesteld door middel van
Infotainment → 'New Energy' → 'Charge
Settings' interface.
• Het instrumentenpaneel duidt op
de geschatte resterende tijdsduur
tot volledige lading, terwijl het
opladen plaatsvindt. Afhankelijk van
temperatuur, laadstatus (SOC), en
oplaaduitrusting, kan de resterende
tijd tot volledige lading een beetje
verschillen.
• Als de accu een te lage spanning heeft
kan de geplande oplaadfunctie niet
gebruikt worden.
05
85
Advertenties
Inhoudsopgave
