WAARSCHUWING
•
Als de bandenspanning afwijkt,
verhindert dit systeem niet dat het
voertuig gaat rijden. Daarom moet
het voertuig telkens voor het rijden
gestart worden om te controleren of
de bandenspanning voldoet aan de
specificaties van de fabrikant. Zo niet,
ga niet met het voertuig rijden met het
risico op schade of veiligheidsrisico's.
•
Als de spanning abnormaal blijkt
te zijn onder het rijden, moet u
de bandenspanning onmiddellijk
controleren. Als het waarschuwingslicht
voor lage bandenspanning gaat
branden, moet u het nemen van
scherpe bochten of hard remmen
vermijden, de snelheid verlagen en
zo snel mogelijk stoppen. Rijden met
lage bandenspanning kan permanente
schade aan banden veroorzaken en
maken dat zij als afval moeten worden
afgevoerd. Ernstige bandbeschadiging
kan ernstige verkeersongelukken
veroorzaken.
Panoramisch overzicht
van systeem*
Tik op Voertuigoverzicht op de infotainment
homepage, druk op de Stuurwielknop of ga in
de R-stand en het "Panoramische overzicht"
zal worden ingeschakeld.
122
• Landschapsmodus:
• Tik op de pictogrammen voor overzicht
voor, achter, rechts en links onderaan
het Infotainmentscherm en afzonderlijke
overzichten zullen worden afgebeeld op
het overzichtsgebied.
• In de afzonderlijke voor- en
achteroverzichten, tikt u tweemaal op
het overzichtsgebied om te schakelen
naar een 180° perspectief en het laten
afbeelden op een volledig scherm.
• Tik op het Radarpictogram
het Panoramische overzicht om het
Radarscherm in te schakelen en tik er
opnieuw op om het uit te schakelen.
Als het Radarscherm is ingeschakeld
wordt er een obstakelwaarschuwing
weergegeven als het benaderd wordt.
• Portretmodus:
• Tik op twee pictogrammen voor
overzicht voor, achter, rechts en links
onderaan het Infotainmentscherm en
zullen afzonderlijke overzichten van de
geselecteerde locaties worden afgebeeld
in het overzicht.
• Tik langzaam op Carrosseriebeeld links
om te schakelen tussen zichtbare en
onzichtbare carrosserie.
in