Afdrukken op aangepast papier
In deze paragraaf wordt de procedure beschreven voor afdrukken op aangepast
papier.
Aangepast papier laden
Volg de onderstaande procedure om aangepast papier te laden. In de handmatige
invoersleuf kunt u aangepast papier instellen in breedtes tussen 76,2 tot 215,9 mm
en in lengten van 127,0 tot 355,6 mm.
Aangepast papier kunt u uitsluitend invoeren via de handmatige invoersleuf.
Aangepast papier kunt u niet invoeren via de cassette.
Wanneer u papier met de hand invoert (in de opening voor handmatige invoer),
denk er dan aan dat alleen een afdruk Staand mogelijk is.
BELANGRIJK
Laad geen papier met kartelranden, kreukels of papier dat erg sterk is omgekruld. Dit
•
kan leiden tot papierstoringen of een storing van de printer.
Voor meer informatie over bruikbaar papier, zie "Bruikbaar papier," op pag. 2-2.
•
In de handmatige invoersleuf kunt u slechts één vel tegelijk invoeren.
•
Bij gebruik van de handmatige invoersleuf kunt u niet veschillende exemplaren van een
•
document of verschillende pagina's afdrukken. Doet u dat toch, dan zal de printer het
tweede, derde enz. vel uit de cassette laden, ongeacht het papierformaat of de
papiersoort.
Raak tijdens het afdrukken het papier in de handmatige invoersleuf niet aan en trek het
•
er niet uit. Hierdoor kan een storing ontstaan.
De afdrukkwaliteit kan afnemen, als u papier gebruikt van 129 g/m
•
1
Steek ongeveer 2 cm van de papierrand in de handmatige
invoersleuf a a a a , en lijn de papiergeleiders uit op de breedte van
papier b b b b .
De papiergeleiders bewegen samen.
2
of meer.
Afdrukken op aangepast papier
2
2-39