3
Selecteer [Gedeeld als]. Wijzig naar wens de naam in het veld
[Sharenaam] en vul indien nodig de invoervakken
[Opmerking] en [Wachtwoord] in.
OPMERKING
• Wanneer u [Toegangsbeheer op gebruikersniveau] hebt geselecteerd in stap 7 van
"Netwerkinstellingen" (zie pag. 3-39), klikt u op [Toevoegen] en selecteert u de
gebruikers die de printer mogen gebruiken.
• Gebruik bij de gegevens in [Gedeeld als] geen spatie of speciale tekens.
4
Klik op [OK].
Het pictogram verandert in een pictogram van een gedeelde printer.
Gebruik van de printer in een netwerk
3
3-41