Advertenties
Als het selectievakje [Afdrukken uitvoeren zelfs bij verkeerd papierformaat] is
•
ingeschakeld, wordt afgedrukt op het papier dat momenteel is geladen, ongeacht de
instelling in [Uitvoerformaat] op het tabblad [Pagina-indeling].
Wanneer dit selectievakje is uitgeschakeld en de instelling [Uitvoerformaat] voor een
afdruktaak verschilt van de instelling in [Uitvoerformaat] voor de recentste afdruktaak,
wordt een bericht weergegeven in het Printerstatusvenster en wordt de afdruktaak
onderbroken. Voor afdruktaken die onmiddellijk worden uitgevoerd nadat u de printer
UIT en opnieuw AAN hebt gezet of nadat u de cassette hebt verwijderd en opnieuw
geplaatst, wordt echter geen bericht weergegeven in het Printerstatusvenster en wordt
afgedrukt op het papier dat momenteel is geladen, ongeacht de instelling in
[Uitvoerformaat].
Via de optie [EMF-spooling] kunt u de bestandsindeling opgeven voor het plaatsen van
•
afdruktaken in de wachtrij. Als u dit selectievakje inschakelt, wordt het bestand gespoold
in metafile-formaat. Wanneer het selectievakje is uitgeschakeld, wordt het bestand
gespoold in raw-formaat.
Als u de printer hebt ingesteld als netwerkprinter, wort het bestand altijd gespoold in
raw-formaat.
Tabblad [Kwaliteit]
Op het tabblad [Kwaliteit] kunt u de volgende afdrukvoorkeuren opgeven.
■ Resolutie
De resolutie van afbeeldingen opgeven.
Selecteer [600 dpi] of [300 dpi].
Gebruik van de afdrukfuncties
4
4-29
Advertenties
Hoofdstukken
