■ Halftonen
De halftoonverwerking selecteren voor het afdrukken van afbeeldingen in kleur of in
grijswaarden.
[Patroon 1]
[Patroon 2]
[Patroon 3]
■ Helderheid/Contrast
Geef de instellingen op met behulp van het draaivak [Helderheid] of [Contrast]. U kunt de
instellingen ook opgeven door de schuifregelaar naar rechts of links te verslepen. U kunt
waarden opgeven tussen -80 en 80 %.
■ Details
4
Dit dialoogvenster wordt weergegeven als u op [Details] klikt.
Om de dichtheid te wijzigen versleept u de schuifregelaar [Tonerdichtheid] naar rechts of
•
links.
Als u het selectievakje [Tonerspaarstand gebruiken] inschakelt, kunt u toner besparen.
•
Wanneer u het selectievakje [Afbeeldingen optimaliseren] inschakelt, verwijdert de
•
printer automatisch oneffenheden uit tekens of afbeeldingen.
BELANGRIJK
Het gebruik van de tonerspaarstand verlaagt de afdrukdichtheid waardoor de afgedrukte
tekst er onregelmatig kan uitzien.
4-22
Gebruik van de afdrukfuncties
Geschikt voor het afdrukken van normale documenten.
De scherpte wordt vergroot als een foto wordt afgedrukt.
Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen van personen of voor het
benadrukken van donkere gebieden.
Geleurde letters en dunne lijnen worden duidelijker afgedrukt.