Er is niets op het papier afgedrukt.
Oorzaak 1
De tape van de tonercartridge werd tijdens de installatie niet verwijderd.
Oplossing
Neem de tonercartridge uit de printer, verwijder de tape en installeer de
tonercartridge opnieuw in de printer. (Zie "De tonercartridge vervangen,"
op pag. 5-2.)
Oorzaak 2
Er zijn enkele vellen papier tegelijk ingevoerd.
Oplossing
Maak de stapel recht op een vlakke ondergrond en laad deze opnieuw.
Oorzaak 3
De voorklep is niet volledig gesloten.
Oplossing
Sluit de voorklep volledig.
Het papier wordt helemaal zwart uitgevoerd.
Oorzaak
De drum in de tonercartridge is versleten.
Oplossing
Vervang de tonercartridge door een nieuwe. (Zie "De tonercartridge
vervangen," op pag. 5-2.)
Wit stof heeft zich aan de afgedrukte transparanten gehecht.
Oorzaak
De transparanten zijn zonder onderbreking onmiddellijk na een andere
papiersoort afgedrukt.
Oplossing
Als u zonder onderbreking afdrukt op een andere papiersoort voordat u
transparanten afdrukt, bestaat de kans dat papiersnippers zich hechten
aan de uitgevoerde transparanten. Verwijder in dit geval de stukjes papier
met een zachte doek.
De afdruk is gedeeltelijk uitgehold.
Oorzaak 1
Het verkeerde papier werd gebruikt.
Oplossing
Vervang het papier door een type dat geschikt is voor deze printer. (Zie
"Papiervereisten," op pag. 2-2.)
Oorzaak 2
Het papier is vochtig.
Oplossing
Vervang het papier door een stapel nieuw papier.
Oorzaak 3
De drum in de tonercartridge is versleten.
Oplossing
Vervang de tonercartridge door een nieuwe. (Zie "De tonercartridge
vervangen," op pag. 5-2.)
Problemen met de afdrukkwaliteit
6
6-21