Formaat 1 (aangepast papier, naam kan worden gewijzigd) (Zie pag. 4-37.)
•
Formaat 2 (aangepast papier, naam kan worden gewijzigd) (Zie pag. 4-37.)
•
Formaat 3 (aangepast papier, naam kan worden gewijzigd) (Zie pag. 4-37.)
•
■ Uitvoerformaat
Open de keuzelijst [Uitvoerformaat] en selecteer het gewenste papierformaat.
U kunt kiezen uit de volgende papierformaten:
Paginaformaat
•
A4 (210,0 mm x 297,0 mm, 8,27 inch x 11,69 inch)
•
B5 (182,0 mm x 257,0 mm, 7,17 inch x 10,12 inch)
•
A5 (148,0 mm x 210,0 mm, 5,83 inch x 8,27 inch)
•
Letter (215,9 mm x 279,4 mm, 8,50 inch x 11,00 inch)
•
Legal (215,9 mm x 355,6 mm, 8,50 inch x 14,00 inch)
•
Executive (184,1 mm x 266,7 mm, 7,25 inch x 10,50 inch)
•
4
Envelope DL (110,0 mm x 220,0 mm, 4,33 inch x 8,66 inch)
•
Envelope COM10 (104,9 mm x 241,3 mm, 4,13 inch x 9,50 inch)
•
Envelope C5 (162,0 mm x 229,0 mm, 6,38 inch x 9,02 inch)
•
Envelope Monarch (98,5 mm x 190,5 mm, 3,88 inch x 7,50 inch)
•
Formaat 1 (aangepast papier, naam kan worden gewijzigd) (Zie pag. 4-37.)
•
Formaat 2 (aangepast papier, naam kan worden gewijzigd) (Zie pag. 4-37.)
•
Formaat 3 (aangepast papier, naam kan worden gewijzigd) (Zie pag. 4-37.)
•
OPMERKING
Wanneer u afdrukt op papier dat overeenkomt met het [Paginaformaat], selecteert u
•
[Paginaformaat].
Als u een papierformaat kiest dat verschilt van het [Paginaformaat], wordt de grootte van
•
de afdruk automatisch aangepast aan de pagina.
Wanneer het [Paginaformaat] A3 of B4 is en [Paginaformaat] is geselecteerd als
•
[Uitvoerformaat], wordt de afdruk automatisch verkleind tot het standaardpapierformaat
A4.
Als u het paginaformaat, aantal exemplaren en afdrukstand kunt wijzigen in uw
•
toepassing, hoeft u de instellingen niet op te geven op het tabblad [Pagina-indeling].
■ Aantal
Hier kunt u het aantal exemplaren opgeven dat u wilt afdrukken.
Voer het aantal exemplaren in het draaivak [Aantal] in. U kunt een getal opgeven van 1 tot
999.
■ Afdrukstand
Hier kunt u kiezen tussen een staande of een liggende afdrukstand.
Klik bij [Afdrukstand] op [Staand] of [Liggend].
4-26
Gebruik van de afdrukfuncties