Pagina 2
Voordat u begint Juridische kennisgevingen Wettelijke beperkingen op het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Gebruik van deze e-Handleiding Gebruik van deze e-Handleiding Bedrijfsomgeving De e-Handleiding installeren De e-Handleiding verwijderen Schermindeling van de e-Handleiding Bovenste pagina Onderwerppagina Sitemap Zoekmethode De e-Handleiding bekijken...
Pagina 3
Locatie van het serienummer Printerinstallatie Let op (Printerinstallatie) Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd en de installatielocatie controleren Het verpakkingsmateriaal verwijderen De printer installeren De papierinvoer installeren Installatie van het stuurprogramma Het printerstuurprogramma installeren Eenvoudige installatie De printer en computer aansluiten Eenvoudige installatie (USB-verbinding) Eenvoudige installatie (LAN-verbinding) Eenvoudige installatie (via de afdrukserver)
Pagina 4
Afdrukken op schaal Lay-out afdrukken (N-pagina afdrukken) Een afbeelding afdrukken op papierformaat groter dan A4 (Poster afdrukken) Boekje afdrukken Een watermerk toevoegen aan een document dat u wilt afdrukken (Watermerk afdrukken) Een watermerk toevoegen, bewerken of verwijderen Randen, de datum, enzovoort afdrukken Gegevens combineren voordat u afdrukt De uitvoermethode wijzigen al naar gelang de afdrukgegevens of het aantal exemplaren Gegevens in verschillende afdrukstanden afdrukken binnen dezelfde gegevens...
Pagina 5
Installeren vanuit [Windows Verkenner] De printer beheren Software voor het beheren van de printer Remote UI De Remote UI starten Let op (Remote UI) De Remote UI inschakelen Schermindeling van de Remote UI (Details van elke instellingenpagina) De weergavetaal van de Remote UI wijzigen FTP-client NetSpot Device Installer NetSpot Device Installer installeren...
Pagina 6
De toner vlekt of laat los De afdruk vertoont vegen De afdruk vertoont verticale strepen Vlekken van gemorste toner verschijnen rond de tekst of patronen De achterkant van de afdruk vertoont vegen Het algehele afdrukresultaat is donker Er verschijnen resten van afbeeldingen op plaatsen waar niet is afgedrukt Er kleven witte stofdeeltjes aan de afgedrukte transparanten Het algehele afdrukresultaat is flets Gekleurde lijnen en tekst zijn onscherp...
Pagina 7
0952-000 Voordat u begint Juridische kennisgevingen Wettelijke beperkingen op het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Gebruik van deze e-Handleiding...
Pagina 8
In sommige regio's waar dit product wordt verkocht kunnen in plaats daarvan de volgende naam/namen tussen () zijn geregistreerd. LBP6310dn (F161900) EMC-eisen van EG-Richtlijn Deze apparatuur voldoet aan de essentiële EMC-eisen van EG-richtlijn. Wij verklaren dat het product voldoet aan de EMC- eisen van EG-richtlijn bij een nominaal ingangvermogen van 230 volt, 50 Hz, hoewel het geteste ingangsvermogen van het product 220-240 V, 50/60 Hz is.
Pagina 9
Internationaal ENERGY STAR-programma Canon Inc. is een ENERGY STAR® en heeft in die hoedanigheid bepaalt dat dit product voldoet aan het ENERGY STAR Program voor energiezuinigheid. Het International ENERGY STAR Office Equipment Program (Internationale ENERGY STAR-programma voor kantoorapparatuur) is een internationaal programma dat zich inzet voor energiebesparing bij het gebruik van computers en andere kantoorapparatuur.
Pagina 10
0952-002 Wettelijke beperkingen op het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Het is mogelijk dat het gebruik van uw product voor het scannen, afdrukken of anderszins reproduceren van bepaalde documenten, alsmede het gebruik van dergelijke gescande, afgedrukte of anderszins via dit product gereproduceerde beelden of afbeeldingen van rechtswege is verboden en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging en/of andere, civielrechtelijke procedures.
Pagina 11
0952-003 Gebruik van deze e-Handleiding Zelfs als u de meegeleverde cd-rom niet bij de hand hebt, kunt u de e-Handleiding te allen tijde weergeven door deze voorafgaand op de computer te installeren. Voor een efficiënt gebruik van de e-Handleiding kunt u verschillende zoekfuncties gebruiken om de gewenste inhoud te vinden.
Pagina 12
0952-004 Gebruik van deze e-Handleiding Klik op de volgende koppelingen voor de systeemvereisten voor het weergeven van de e-Handleiding en het installeren en verwijderen van de e-Handleiding. Bedrijfsomgeving De e-Handleiding installeren De e-Handleiding verwijderen...
Pagina 13
0952-005 Bedrijfsomgeving Voor het gebruik van deze e-Handleiding hebt u een webbrowser nodig. Werking van de volgende webbrowsers is gegarandeerd. Internet Explorer 6.0/7.0/8.0/9.0 FireFox 2.x/3.x/4.x/5.x/6.x/7.x/8.x/9.x/10.x/11.x OPMERKING De scriptfunctie inschakelen Schakel de scriptfunctie voor de webbrowser in voordat u de e-Handleiding gebruikt.
Pagina 14
0952-006 De e-Handleiding installeren Installeer de e-Handleiding vanaf de meegeleverde cd-rom op uw computer aan de hand van de volgende procedure. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. Klik op [Aangepaste installatie]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows"...
Pagina 15
Lees de inhoud van de licentieovereenkomst en klik vervolgens op [Ja]. De installatie wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. (De installatie van de e-Handleiding kan enige tijd in beslag nemen.) Klik op [Volgende].
Pagina 16
Klik op [Afsluiten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen. De e-Handleiding weergeven Dubbelklik op [e-Handleiding voor LBP6310] op het bureaublad. Wanneer een beveiligingswaarschuwing verschijnt Voer de volgende procedure uit. 1. Klik op de informatiebalk en selecteer [Geblokkeerde inhoud toestaan] in de keuzelijst. 2.
Pagina 17
OPMERKING De e-Handleiding rechtstreeks vanaf de cd-rom weergeven U kunt de e-Handleiding ook rechtstreeks vanaf de cd-rom weergeven zonder deze op uw computer te installeren. 1. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. 2. Klik op [Handleidingen weergeven]. 3.
Pagina 18
0952-007 De e-Handleiding verwijderen De procedure voor het verwijderen van de e-Handleiding is de procedure waarbij de computer wordt teruggezet op de status van voor de installatie van de e-Handleiding. Voer de volgende procedure uit om de e-Handleiding te verwijderen. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software"...
Pagina 19
Klik op [Verwijderen] om de procedure voor het verwijderen te starten. Wacht een ogenblik totdat het verwijderen is voltooid. (Het verwijderen van het printerstuurprogramma kan enige tijd in beslag nemen.) Klik op [Afsluiten]. Klik op [Vorige].
Pagina 20
Klik op [Afsluiten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen.
Pagina 21
0952-008 Schermindeling van de e-Handleiding In dit gedeelte wordt de schermindeling van de e-Handleiding beschreven De pagina die bij het openen van de e-Handleiding wordt weergegeven, heeft de benaming "Bovenste pagina" en in de beschrijving van de handleiding in deze sectie wordt gesproken van de "Onderwerppagina". "Sitemap"...
Pagina 22
0952-009 Bovenste pagina (1) [De printer hanteren] In dit gedeelte komen onder meer de richtlijnen voor het hanteren van de printer en de onderhoudsmethoden aan de orde. (2) [Afdrukken] In dit gedeelte worden verschillende afdrukmethoden beschreven, zoals de basismethode voor afdrukken en de geavanceerde methode waarbij verschillende printerfuncties worden gebruikt.
Pagina 23
De handelsmerken worden weergegeven. (13) [Software van derden] De informatie over software van andere leveranciers wordt weergegeven. (14) [Vestigingen] De informatieadressen voor deze printer worden weergegeven.
Pagina 24
0952-00A Onderwerppagina (1) Hoofdstukinhoud Dit is de lijst met de hoofdstukinhoud. Door te klikken op een item wordt de beschrijving in de onderwerppagina weergegeven. Klik op [ ] om een menu uit te klappen en klik op [ ] om een menu in te klappen. U kunt ook op [ Alles uitvouwen] klikken om alle menu's uit te klappen en op [...
Pagina 25
0952-00C Sitemap (1) Categorieën Toont de hoofdstukken van de e-Handleiding. Klik op een item om de uitgebreide lijst van het hoofdstuk weer te geven. (2) Volledige inhoud Toont de hoofdstukken en gedeelten van de e-Handleiding. Klik op een item om de inhoud weer te geven.
Pagina 26
0952-00E Zoekmethode (1) Zoeken Door het invoeren van een karakterreeks in [Zoeken] bovenaan de pagina of in het tekstvak [Trefwoord] op het zoekpaneel en door vervolgens te klikken op [ ] worden de zoekresultaten weergegeven. Bovendien kunt u in de e-Handleiding zoeken met EN, zodat u de zoekresultaten kunt verfijnen door twee of meer trefwoorden in te voeren.
Pagina 27
0952-00F De e-Handleiding bekijken Symbolen in de e-Handleiding In deze e-Handleiding worden de volgende waarschuwingen en aandachtspunten gebruikt ter aanduiding van beperkingen bij het omgaan met benodigdheden, evenals richtlijnen en instructies die voor uw veiligheid moeten worden opgevolgd. WAARSCHUWING Hiermee wordt een waarschuwing aangeduid voor handelingen die de dood of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben als ze niet juist worden uitgevoerd.
Pagina 28
Afbeeldingen in de e-Handleiding In de afbeeldingen van de tonercassette in de e-Handleiding wordt de Canon Cartridge 719 weergegeven. Hoewel het netsnoer dat in deze handleiding wordt getoond vergelijkbaar is met het netsnoer in de volgende afbeelding, kan de vorm van uw netsnoer anders zijn, afhankelijk van uw land of regio.
Pagina 29
Disclaimer De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. CANON INC. BIEDT TEN AANZIEN VAN DIT MATERIAAL GEEN GARANTIE VAN WELKE AARD DAN OOK, NOCH EXPLICIET, NOCH IMPLICIET, MET UITZONDERING VAN HET IN DIT DOCUMENT BEPAALDE, INCLUSIEF...
Pagina 30
0952-00J Copyright Copyright 2012 by Canon Inc. All rights reserved. Niets uit deze publicatie mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, elektronisch of mechanisch, worden verveelvoudigd of overgedragen, inclusief fotokopiëren en opnemen, of via enig systeem voor opslag of inwinning van informatie, zonder...
Pagina 31
0952-00K Handelsmerken Canon, het Canon-logo, LBP, NetSpot en PageComposer zijn handelsmerken van Canon Inc. Adobe, Adobe Acrobat en Adobe Reader zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows Server en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Pagina 32
SOFTWARE aan u overgedragen of verleend voor enig intellectueel eigendom van rechtenhouders van de SOFTWARE. (3) U mag de SOFTWARE uitsluitend gebruiken bij het Canon-product dat u hebt aangeschaft (het "PRODUCT"). (4) U mag de SOFTWARE niet toekennen, in sublicentie geven, op de markt brengen, distribueren of overdragen aan derden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechtenhouders van de SOFTWARE.
Pagina 33
0952-00R Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees deze "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. Deze voorschriften zijn bedoeld ter voorkoming van lichamelijk letsel van de gebruiker en anderen en om beschadiging van eigendommen te voorkomen. Volg daarom altijd deze voorschriften. Voer geen andere handelingen uit dan die in de handleiding worden beschreven, aangezien dit kan leiden tot onverwachte ongelukken of verwondingen.
Pagina 34
(2). Vervolgens verwijdert u het netsnoer uit de wandcontactdoos (3) en neemt u contact op met uw bevoegde Canon-dealer. Schakel de printer uit, haal het netsnoer uit de wandcontactdoos en koppel alle interfacekabels en het netsnoer los van de printer wanneer u de optionele accessoires installeert of verwijdert.
Pagina 35
0952-00U Voeding WAARSCHUWING Zorg ervoor dat u het netsnoer niet beschadigt of wijzigt. Plaats geen zware objecten op het netsnoer, trek niet aan het netsnoer en zorg dat het niet bekneld raakt. Dit kan elektrische schade veroorzaken en brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Pagina 36
Haal vervolgens de stekker uit de wandcontactdoos en neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer. Als u de printer blijft gebruiken, dan kan dit resulteren in brand of een elektrische schok.
Pagina 37
De laserstraal die in de printer wordt gebruikt, kan schadelijk zijn voor het menselijk lichaam. Omdat de laserstraal in de scannereenheid volledig is afgesloten door een beschermde behuizing, bestaat er geen gevaar dat de laserstraal bij gewoon gebruik van de printer kan vrijkomen. Lees de volgende opmerkingen en instructies door voor uw veiligheid.
Pagina 38
Controleer het netsnoer en de stekker regelmatig. In de volgende omstandigheden ontstaat brandgevaar en moet u contact opnemen met uw bevoegde Canon-dealer of de Canon-helplijn. De stekker vertoont schroeiplekken. De stekker is vervormd of beschadigd.
Pagina 39
oplopen. Wees bij het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van een tonercassette voorzichtig dat er geen toner op uw handen of kleding terechtkomt. Mocht dat toch gebeuren, was uw handen of kleding dan onmiddellijk met koud water. Als u vlekken probeert te verwijderen met warm water, kan de toner zich hechten en kunt u de tonervlekken niet meer verwijderen.
Pagina 40
0952-00Y Benodigdheden WAARSCHUWING Werp gebruikte tonercassettes niet in open vuur. Hierdoor kan de toner in de cassettes ontbranden en brandwonden of vuur veroorzaken. Bewaar tonercassettes of papier niet op een plaats die is blootgesteld aan open vuur. Hierdoor kan de toner of het papier ontbranden en brandwonden of vuur veroorzaken.
Pagina 41
0952-010 Overige WAARSCHUWING De printer genereert een laagfrequent magnetisch veld. Als u een pacemaker hebt en afwijkingen bemerkt, raden wij u dringend aan zich van de printer te verwijderen en onmiddellijk een arts te raadplegen.
Pagina 42
0952-011 Over deze printer Printerspecificaties Systeemvereisten voor afdrukken Introductie van de optionele toebehoren Namen en afmetingen van elk onderdeel Bedieningspaneel Printerstatusvenster Energiespaarstand Introductie van de hulpfuncties Aandachtspunten bij het hanteren van de printer Benodigdheden...
Pagina 43
0952-012 Printerspecificaties Hardwarespecificaties Type Bureaubladprinter Afdrukmethode Elektrografische methode (Fixeren op aanvraag) 33 pagina's/min. (Enkelzijdig afdrukken) Afdruksnelheid 16,8 pagina's/min. / 8,4 vellen/min. (Dubbelzijdig afdrukken) (Normaal papier (60 tot 90 g/m ), bij De afdruksnelheid kan afnemen, afhankelijk van de instellingen voor papierformaat, continu afdrukken papiersoort, invoerrichting en aantal exemplaren.
Pagina 44
Printereenheid (exclusief tonercassette): circa 11,2 kg Tonercassette: circa 0,8 kg Benodigdheden en optionele toebehoren Gewicht Tonercassette (Canon Cartridge 719): circa 0,8 kg Tonercassette (Canon Cartridge 719 H): circa 1,0 kg Papierinvoereenheid PF-44 (inclusief de lade): circa 4,1 kg Softwarespecificaties Afdruksoftware CAPT-software (Canon Advanced Printing Technology) Gegevens kunnen worden afgedrukt met een marge van 5,0 mm.
Pagina 45
Netwerkinterface Afdruksoftware Windows Standard TCP/IP-poort (Poort 9100) Deze printer ondersteunt alleen de indeling Raw. LPR wordt niet ondersteund.
Pagina 46
Apparatuur voor unidirectionele communicatie De printer communiceert in twee richtingen (bidirectioneel). Bediening van de printer bij aansluiting op apparatuur met unidirectionele communicatie is niet getest. Canon kan de printerwerking derhalve niet garanderen als de printer is aangesloten via unidirectionele afdrukservers, USB-hubs of schakelaars.
Pagina 47
Introductie van de optionele toebehoren De volgende optionele toebehoren zijn beschikbaar om volledig gebruik te kunnen maken van de printerfuncties. Voor de optionele toebehoren kunt u contact opnemen met uw bevoegde Canon-dealer. Papierinvoer In de papierinvoer kunnen maximaal 500 vellen normaal papier (80 g/m ) van de volgende formaten worden geplaatst.
Pagina 48
0952-015 Namen en afmetingen van elk onderdeel Naam onderdeel Vooraanzicht (1) Uitvoerlade (4) Transportgeleider voor dubbelzijdig afdrukken (7) Bedieningspaneel (10) Handgrepen (2) Voorklep (5) Papierlade (8) Ventilatie-openingen (11) Aan-/uit-schakelaar (3) Multifunctionele lade (6) Aanvullende lade (9) Knop Openen Achteraanzicht (1) Aansluiting netvoeding (6) Klep uitvoerselectie (11) ERR-indicatielampje (Oranje) (2) Klep Duplex-eenheid...
Pagina 51
0952-016 Bedieningspaneel In tegenstelling tot de bovenstaande afbeelding, worden de namen van de indicatielampjes boven de respectievelijke pictogrammen weergegeven, al naar gelang het land of de regio. Indicatielampjes Naam Status Raadpleeg Er kan niet worden afgedrukt omdat geen papier is geplaatst. "Papierinvoer en - (1) Indicatielampje Papier laden uitvoer"...
Pagina 52
(Knippert) Toets Naam Functie Raadpleeg "Een afdruktaak annuleren Druk op deze toets om de taak die op dat moment met behulp van de toets Taak (5) Toets Taak annuleren wordt afgedrukt of een taak met een fout te annuleren" annuleren.
Pagina 53
0952-017 Printerstatusvenster Met het printerstatusvenster kunt u de status van de printer controleren (zoals de werkingsstatus en de informatie over afdruktaken), hulpfuncties uitvoeren, de instellingen voor de printer opgeven, enzovoort. Menu [Taak] Hiermee kunt u een taak annuleren, een taak hervatten die om welke reden dan ook tijdens het afdrukken is onderbroken of de afdrukwachtrij weergeven.
Pagina 54
Toont de voortgang van de huidige taak. De balk wordt langer naarmate het (8) [Voortgangsbalk] afdrukken vordert. (9) [Statusbalk] Geeft aan met welk apparaat de printer is verbonden. Hiermee kunt u een taak hervatten wanneer deze om welke reden dan ook werd (10) [ ] (Fout oplossen) onderbroken.
Pagina 55
0952-018 Energiespaarstand U kunt het energieverbruik van de printer efficiënt verminderen door een slaapstand of automatische uitschakeling te gebruiken wanneer de printer gedurende bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Slaapstand U kunt de printer zo configureren dat de slaapstand wordt ingeschakeld wanneer er geen gegevens van de computer worden verzonden of wanneer de printerstatus langer dan de opgegeven tijd ongewijzigd blijft.
Pagina 56
0952-019 Slaapstand U kunt de instellingen specificeren voor de slaapstand aan de hand van de volgende procedure. Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2SHQ KHW PHQX >2SWLHV@ HQ VHOHFWHHU >$SSDUDDWLQVWHOOLQJHQ@ >6ODDSLQVWHOOLQJHQ@ Geef de instellingen op voor de slaapstand. (1) Selecteer het selectievakje [Slaapmodus inschakelen na vastgelegde periode].
Pagina 57
0952-01A Automatisch uitschakelen U kunt de instellingen specificeren voor de automatische uitschakeling aan de hand van de volgende procedure. OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het delen van de printer U kunt de instellingen niet wijzigen voor de gedeelde printer. Wijzig de instellingen in een omgeving waarin een lokale printer is geïnstalleerd.
Pagina 58
Selecteer een printer en klik vervolgens op [Auto Shutdown Instellingen]. Specificeer de instellingen voor automatisch uitschakelen. (1) Selecteer het selectievakje [Auto Shutdown na Ingestelde Tijd]. (2) Specificeer de tijd voor uitschakeling [Auto Shutdown Na]. (3) Klik op [OK]. OPMERKING Over de instelling voor de tijd om automatisch uitschakelen uit te voeren Als [Auto Shutdown Na] gewijzigd wordt tijdens de slaapstand, dan wordt de opgegeven tijd om automatisch uitschakelen uit te voeren gereset.
Pagina 59
U kunt de FTP-client openen via de opdrachtprompt van Windows. U hebt geen specifieke software nodig om de FTP- client te gebruiken. U kunt de verschillende printerstatussen controleren. "NetSpot Device Installer" U kunt gemakkelijk de lijst met statussen van de Canon-apparaten in een netwerk weergeven. Bovendien kunt u de standaardnetwerkinstellingen of basisprotocolinstellingen wijzigen.
Pagina 60
U hoeft NetSpot Device Installer niet te installeren. NetSpot Device Installer is software die op de meegeleverde cd-rom beschikbaar is. U kunt NetSpot Device Installer rechtstreeks vanaf de cd-rom starten zonder het programma te installeren. U kunt NetSpot Device Installer desgewenst ook op een computer installeren.
Pagina 61
0952-01E Aandachtspunten bij het hanteren van de printer Deze printer bestaat uit verschillende elektronische en optische precisieonderdelen. Lees het volgende gedeelte zodat u goed met de printer kunt omgaan. Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". Plaats geen andere objecten dan papier op de printer, de laden of de kleppen. Dit kan leiden tot schade aan de printer. Voorkom trillen of schudden van de printer.
Pagina 62
0952-01F Benodigdheden Voor deze printer zijn de volgende benodigdheden leverbaar. U kunt deze kopen bij uw geautoriseerde Canon-dealer. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het vervangen van benodigdheden. Vervanging kan mogelijk eerder nodig zijn dan de voorgeschreven levensduur afhankelijk van de printerinstallatieomgeving, het papierformaat of het documenttype.
Pagina 63
0952-01H Onderhoud Tonercassette vervangen Voordat u de tonercassette vervangt De tonercassette vervangen Tonercassettes bewaren De printer verplaatsen De printer reinigen De binnenkant van de printer reinigen De buitenkant van de printer reinigen Locatie van het serienummer...
Pagina 64
0952-01J Tonercassette vervangen Zie "Benodigdheden" voor informatie over de capaciteit van de tonercassette en informatie over vervangende tonercassettes. Tonercassettes zijn verbruiksproducten. Wanneer een tonercassette bijna aan het eind van de levensduur is, treden de volgende symptomen op. <De tonercassette moet binnenkort worden vervangen.> wordt weergegeven in het Printerstatusvenster. De afdruk bevat witte vegen, onregelmatigheden of is vaag.
Pagina 65
Wees erop bedacht dat niet-originele tonercassettes op de markt worden verkocht. Het gebruik van niet-originele tonercassettes kan zorgen voor een slechte afdrukkwaliteit of slechte printerprestaties. Canon is niet verantwoordelijk voor storingen, ongelukken of schade veroorzaakt door het gebruik van niet-originele tonercassettes.
Pagina 66
OPMERKING Afbeeldingen van de tonercassette In de e-Handleiding wordt de procedure beschreven aan de hand van afbeeldingen van de Canon Cartridge 719. Het verpakkingsmateriaal De vorm en plaatsing van het verpakkingsmateriaal kan zijn gewijzigd en verpakkingsmateriaal kan zonder kennisgeving...
Pagina 67
0952-01L Voordat u de tonercassette vervangt Wanneer een tonercassette bijna aan het eind van de levensduur is, voert u de volgende procedure uit voordat u de tonercassette vervangt. Mogelijk kunt u nog enige tijd afdrukken voordat de tonercassette helemaal leeg is. "Let op (Tonercassette)"...
Pagina 68
Installeer de tonercassette. Druk de tonercassette stevig in de printer totdat de cassette de achterkant van de printer raakt. Lijn daarbij beide zijden van de tonercassette uit met de geleiders binnenin de printer (A). Sluit de voorklep. Als u de voorklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercassette goed in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 69
0952-01R De tonercassette vervangen "Let op (Tonercassette)" voordat u de tonercassette vervangt. Open de voorklep door op de knop Openen te drukken. Verwijder de tonercassette. Haal de nieuwe tonercassette uit de beschermende verpakking. U kunt de beschermende verpakking met de hand openen bij de uitsparing. Bewaar de beschermende verpakking en werp deze niet weg.
Pagina 70
Schud de tonercassette vijf of zes keer heen en weer (zie afbeelding) zodat de toner gelijkmatig in de cassette wordt verdeeld. Plaats de tonercassette op een egale ondergrond. Neem het tabje vast en trek de afdichtingstape naar buiten (circa 48 cm). BELANGRIJK Aandachtspunten bij het verwijderen van de afdichtingstape Trek de afdichtingstape niet in een diagonale, opwaartse of neerwaartse richting.
Pagina 71
Sluit de voorklep. Als u de voorklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercassette goed in de printer is geïnstalleerd. Probeer de voorklep niet met kracht te sluiten, omdat dit kan resulteren in schade aan de printer.
Pagina 72
0952-01S Tonercassettes bewaren Let op de volgende punten wanneer u een nieuwe tonercassette opslaat of een tonercassette hanteert die werd verwijderd voor onderhoud aan de printer of het verplaatsen van de printer. BELANGRIJK Richtlijnen voor het bewaren van tonercassettes Voor veilig en probleemloos gebruik van tonercassettes moeten deze worden opgeslagen op een locatie die aan de volgende voorwaarden voldoet.
Pagina 73
0952-01U De printer verplaatsen Ga als volgt te werk als u de printer een andere plaats wilt geven of als u de printer wilt verplaatsen voor onderhoudswerkzaamheden. Zie "Printerinstallatie" voor meer informatie over de installatie. Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". Schakel de printer uit en koppel de kabels of snoeren los van de printer. <De kabel of het snoer loskoppelen>...
Pagina 74
Draag de printereenheid naar de installatielocatie. Controleer of alle kleppen en lades zijn gesloten en draag de printer met de voorzijde naar u toe aan de handgrepen naar de gewenste locatie. Als de optionele papierinvoer is geïnstalleerd Verwijder de papierinvoer van de printer en plaats de papierinvoer op de nieuwe installatielocatie voordat u de printer naar die locatie overbrengt.
Pagina 75
Ga als volgt te werk om schade aan de printer tijdens het vervoer te voorkomen. Verwijder de tonercassette. Zie ook "Tonercassettes bewaren". Verpak de printer goed met het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal en de oorspronkelijke doos. Als de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal niet beschikbaar zijn, zoekt u een geschikte doos en geschikt verpakkingsmateriaal en pakt u de printer en de onderdelen goed in.
Pagina 76
0952-01W De printer reinigen De binnenkant van de printer reinigen Als het afgedrukte papier tonervlekken vertoont, reinigt u de binnenkant van de printer. Door de binnenkant van de printer te reinigen, kunt u afname van de afdrukkwaliteit voorkomen. De buitenkant van de printer reinigen Reinig zo nu en dan de buitenkant en de ventilatiesleuven van de printer zodat de printer optimaal blijft presteren.
Pagina 77
0952-01X De binnenkant van de printer reinigen Als het afgedrukte papier tonervlekken vertoont, reinigt u de fixeerrol door de volgende procedure te volgen. Voor het reinigen van de fixeerrol is normaal A4-papier vereist. Zorg dat u normaal A4-papier bij de hand hebt. Plaats papier van A4-formaat in de multifunctionele lade of de papierlade.
Pagina 78
Het papier wordt langzaam in de printer gevoerd en de printer begint met het reinigen van de fixeerrol. OPMERKING Benodigde tijd voor het reinigen Dit duurt ongeveer 60 seconden. Het reinigen van de fixeerrol kan niet worden geannuleerd. Wacht totdat het reinigen is voltooid. (Het reinigen is voltooid wanneer het papier volledig is uitgevoerd.)
Pagina 79
0952-01Y De buitenkant van de printer reinigen "Let op (Reinigen)" voordat u de buitenkant van de printer reinigt. Schakel de printer uit en koppel de kabels of snoeren los van de printer. <De kabel of het snoer loskoppelen> (2) Schakel de computer uit. USB-kabel (3) Maak de kabel los van de printer.
Pagina 80
Wanneer de printer volledig is gedroogd, sluit u de verwijderde kabels en snoeren weer aan. <De kabel of het snoer aansluiten> Sluit de USB-connector aan op de printer. USB-kabel Sluit de LAN-connector aan op de printer. LAN-kabel (1) Sluit het netsnoer aan op de aansluiting van de printer. Netsnoer (2) Sluit de stekker van het netsnoer aan op een wandcontactdoos.
Pagina 81
0952-020 Let op (Reinigen) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK Gebruik geen ander reinigingsmiddel dan water of een mild reinigingsmiddel, omdat anders de kunststof materialen in de printer kunnen vervormen of scheuren. Los een mild reinigingsmiddel eerst op in water. Als u een mild reinigingsmiddel gebruikt, zorg er dan voor dat u het reinigingsmiddel wegveegt met een zachte doek bevochtigd met water.
Pagina 82
0952-021 Locatie van het serienummer Het serienummer is vereist voor onderhoudsservices. De locatie van het serienummer wordt weergegeven in de volgende afbeelding. Zorg ervoor dat u de labels waarop het serienummer wordt vermeld, niet verwijdert. Achterkant van de printer Buitenkant van de verpakking...
Pagina 83
0952-022 Printerinstallatie Voer de volgende procedures uit al naar gelang uw voorkeur. "Let op (Printerinstallatie)" voordat u de printer installeert. Controlepunten voordat u de printer installeert Controleren of alle "Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd en de installatielocatie accessoires zijn controleren"...
Pagina 84
0952-023 Let op (Printerinstallatie) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK De printer beschermen tegen condensatie Laat de printer in de volgende omgevingen minstens twee uur wennen aan de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid voordat u het apparaat gebruikt. Dit voorkomt condensatievorming in de printer. Wanneer de ruimte waarin de printer is geïnstalleerd, snel wordt verwarmd Wanneer de printer van een koele of droge locatie naar een warme of vochtige locatie wordt verplaatst Als zich in de printer waterdruppeltjes (condensatie) vormen, kan dat leiden tot papierstoringen of een lagere...
Pagina 85
Wanneer u de printer voor het eerst inschakelt na de installatie Voordat u de printer inschakelt, moet u de lade in de printer plaatsen. Er kan een blanco pagina worden uitgevoerd. Dit duidt niet op een fout. Aandachtspunten bij de installatie van de papierinvoer Raak de connector (A) op de papierinvoer niet aan.
Pagina 86
Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd Controleer of alle accessoires in de doos aanwezig zijn voordat u de printer installeert. Als er een item ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met uw bevoegde Canon-dealer. OPMERKING Interfacekabels De printer wordt niet geleverd met interfacekabels. Zorg ervoor dat u beschikt over een geschikte interfacekabel voor de computer waarmee u werkt en de wijze waarop u verbinding maakt.
Pagina 87
Raadpleeg de volgende informatie voor de afmetingen van alle onderdelen, zodat u kunt zorgen voor volgende ruimte voor de installatie. Een locatie met voldoende ventilatie Een locatie met een vlakke en egale ondergrond Een locatie die het gewicht van de printer kan dragen...
Pagina 88
0952-025 Het verpakkingsmateriaal verwijderen OPMERKING Bewaar het verwijderde verpakkingsmateriaal Dit hebt u nodig wanneer u de printer moet transporteren bij verhuizing of voor onderhoud. Het verpakkingsmateriaal De vorm en plaatsing van het verpakkingsmateriaal kan zijn gewijzigd en verpakkingsmateriaal kan zonder kennisgeving zijn toegevoegd of verwijderd.
Pagina 89
Verwijder de tonercassette. Schud de tonercassette vijf of zes keer heen en weer (zie afbeelding) zodat de toner gelijkmatig in de cassette wordt verdeeld. Plaats de tonercassette op een egale ondergrond. Neem het tabje vast en trek de afdichtingstape naar buiten (circa 48 cm).
Pagina 90
BELANGRIJK Aandachtspunten bij het verwijderen van de afdichtingstape Trek de afdichtingstape niet in een diagonale, opwaartse of neerwaartse richting. Als de tape breekt, kan het moeilijk zijn om deze volledig te verwijderen. Als de afdichtingstape in het midden hapert, trek de tape dan geheel uit de tonercassette. Afdichtingstape die in de tonercassette achterblijft, kan leiden tot een afname van de afdrukkwaliteit.
Pagina 91
Sluit de voorklep. Als u de voorklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercassette goed in de printer is geïnstalleerd. Probeer de voorklep niet met kracht te sluiten, omdat dit kan resulteren in schade aan de printer. Controleren! Controleren of het verpakkingsmateriaal is verwijderd Controleer of de volgende verpakkingsmaterialen volledig zijn verwijderd.
Pagina 92
Sluit de kleppen na uw controle. Voer dan één van de volgende procedures uit. Als u de printer wilt gebruiken met de papierinvoer geïnstalleerd Plaats de papierinvoer op de installatielocatie voordat u de printer installeert. "De papierinvoer installeren" Als u de printer wilt gebruiken zonder de papierinvoer Installeer de printer.
Pagina 93
0952-026 De printer installeren Als u de printer wilt gebruiken met de optionele papierinvoer geïnstalleerd, moet u de papierinvoer op de installatielocatie plaatsen voordat u de printer installeert. "De papierinvoer installeren" De printer naar de installatielocatie verplaatsen Trek de papierlade eruit. Draag de printereenheid naar de installatielocatie.
Pagina 94
OPMERKING De vorm van het meegeleverde netsnoer De vorm van het meegeleverde netsnoer kan afwijken van de bovenstaande afbeelding. Voer daarna de volgende procedures uit. "Papier in de papierlade plaatsen" Plaats papier. "Papier in de multifunctionele lade plaatsen" Installeer het "Het printerstuurprogramma installeren"...
Pagina 95
0952-027 De papierinvoer installeren Door in aanvulling op de meegeleverde multifunctionele lade en papierlade ook de optionele papierinvoer te installeren, kan de printer tot 800 vel papier continu en automatisch invoeren. <Als de printer al is geïnstalleerd> Wanneer u de papierinvoer na installatie van de printer wilt installeren, moet u de printer tijdelijk op een andere plaats zetten.
Pagina 96
Draag de papierinvoer naar de installatielocatie. Houd de papierinvoer vast bij de handgrepen als u deze verplaatst. Trek de papierlade uit de printer. Draag de printereenheid naar de installatielocatie. Controleer of alle kleppen en lades zijn gesloten en draag de printer met de voorzijde naar u toe aan de handgrepen naar de gewenste locatie.
Pagina 97
Plaats de printer voorzichtig op de papierinvoer en zorg ervoor dat alle oppervlakken van de printer juist zijn uitgelijnd met de voor- en zijkanten van de papierinvoer. Lijn tevens de bevestigingspennen (A) en connector (B) uit bij het plaatsen van de printer. Plaats de papierlades in de printer en de papierinvoer.
Pagina 98
"Het printerstuurprogramma installeren" printerstuurprogramma. Registreer een "Het papierformaat registreren" papierformaat. Controleer de werking aan de hand van een configuratiepagina-afdruk. Controleer de printerwerking. "De printerinstellingen controleren" Als u de papierinvoer naderhand installeert (Als u de printer al gebruikt) Sluit de kabels en Sluit de kabels en snoeren die u hebt verwijderd, weer aan.
Pagina 99
0952-028 Installatie van het stuurprogramma Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma verwijderen...
Pagina 100
0952-029 Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma is software die vereist is voor afdrukken met deze printer. "Systeemvereisten voor afdrukken" voor meer informatie over de vereiste systeemomgeving voor het gebruik van het printerstuurprogramma. De procedure voor het installeren van een printerstuurprogramma hangt af van de systeemomgeving. Zie de volgende procedures, afhankelijk van uw systeemomgeving.
Pagina 101
"Het IP-adres instellen" "Een poort configureren en het printerstuurprogramma installeren" Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving Wanneer uw computer de afdrukserver is Zie "Als u de printer en computer aansluit met een USB-kabel" en "Als u de printer en computer aansluit met een LAN- kabel"...
Pagina 102
0952-02A Eenvoudige installatie Sluit een USB-kabel of LAN-kabel aan, afhankelijk van uw omgeving. "De printer en computer aansluiten" Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Als een wizard of dialoogvenster verschijnt tijdens de automatische Plug en Play-installatie (USB-verbinding) Klik op [Annuleren], schakel de printer uit en gebruik de procedure in dit onderwerp om het printerstuurprogramma te installeren.
Pagina 103
Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Klik op [AUTORUN.EXE uitvoeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Klik op [Installeren]. Lees de inhoud van de licentieovereenkomst en klik vervolgens op [Ja].
Pagina 104
Klik op [Volgende]. De volgende procedure verschilt al naar gelang uw omgeving. Gebruik de juiste procedure voor uw omgeving. "Eenvoudige installatie (USB-verbinding)" "Eenvoudige installatie (LAN-verbinding)" "Eenvoudige installatie (via de afdrukserver)"...
Pagina 105
Apparatuur voor unidirectionele communicatie De printer communiceert in twee richtingen (bidirectioneel). Bediening van de printer bij aansluiting op apparatuur met unidirectionele communicatie is niet getest. Canon kan de printerwerking derhalve niet garanderen als de printer is aangesloten via unidirectionele afdrukservers, USB-hubs of schakelaars.
Pagina 106
Als u de printer wilt aansluiten op een 100BASE-TX Ethernet-netwerk, moeten alle apparaten die op het LAN moeten worden aangesloten (hub, LAN-kabel en netwerkkaart voor de computer) 100BASE-TX ondersteunen. Neem voor meer informatie contact op met uw bevoegde Canon-dealer. Sluit de LAN-kabel aan.
Pagina 107
Wanneer het ERR-indicatielampje (oranje) brandt De hardware van de printer bevindt zich in een abnormale staat. Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. Als alle indicatielampjes zijn uitgeschakeld "Alle indicatielampjes van de netwerkinterface zijn uit"...
Pagina 108
0952-02E Eenvoudige installatie (USB-verbinding) "Eenvoudige installatie" voor meer informatie over de procedure voorafgaand aan de selectie van de installatiemethode (de procedure voorafgaand aan stap 1). Selecteer de installatiemethode. (1) Selecteer [Installeren met USB-verbinding]. (2) Klik op [Volgende]. Als een bericht wordt weergegeven met de melding dat u de computer opnieuw moet opstarten Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Pagina 109
Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. (De installatie van het printerstuurprogramma kan enige tijd in beslag nemen.) Als de USB-kabel is aangesloten maar de printer niet automatisch wordt herkend "De printer wordt niet automatisch herkend (Eenvoudige installatie)" Controleer of [ ] wordt weergegeven bij [Installeren] en klik op [Volgende].
Pagina 110
Wanneer de installatie is voltooid, worden een pictogram en een map voor deze printer gemaakt. "Na installatie"...
Pagina 111
0952-02F Eenvoudige installatie (LAN-verbinding) "Eenvoudige installatie" voor meer informatie over de procedure voorafgaand aan de selectie van de installatiemethode (de procedure voorafgaand aan stap 1). Selecteer de installatiemethode. (1) Selecteer [Zoek netwerkprinters om te installeren]. (2) Klik op [Volgende]. Klik op [Ja] wanneer het volgende scherm verschijnt. De procedure kan verschillen, afhankelijk van de inhoud die wordt weergegeven bij [Productnaam] in [Lijst met printers].
Pagina 112
2. Ga verder met stap 3. Als [Onbekend apparaat] wordt weergegeven bij [Productnaam] 1. Open het dialoogvenster [Stel IP-adres in]. (1) Selecteer [Onbekend apparaat]. (2) Klik op [Stel IP-adres in]. 2. Configureer het IP-adres. (1) Voer het IP-adres van de printer in. (2) Klik op [OK].
Pagina 113
Voer de volgende procedure uit. (1) Schakel het selectievakje [Printerinformatie instellen] in. (2) Klik op [Volgende]. Stel de printerinformatie in. (1) Geef voor elke optie de benodigde instellingen op. (2) Klik op [Volgende]. [Printernaam] Voer een nieuwe naam in als u de printernaam wilt wijzigen. [Als standaard instellen] Schakel dit selectievakje in als u deze printer als de standaardprinter wilt gebruiken.
Pagina 114
(1) Klik op [Toe te voegen stuurprogramma's]. (2) Selecteer een besturingssysteem dat bij [Toe te voegen stuurprogramma's] wordt weergegeven. (3) Klik op [OK]. Klik op [Starten]. Klik op [Ja]. De installatie wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. (De installatie van het printerstuurprogramma kan enige tijd in beslag nemen.)
Pagina 115
Controleer of [ ] wordt weergegeven bij [Installeren] en klik op [Volgende]. Als [ ] wordt weergegeven "U kunt het printerstuurprogramma niet installeren" Start de computer opnieuw op. (1) Schakel het selectievakje [De computer nu opnieuw opstarten (aanbevolen)] in. (2) Klik op [Opnieuw starten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen.
Pagina 116
Wanneer de installatie is voltooid, worden een pictogram en een map voor deze printer gemaakt. "Na installatie" "De netwerkinstellingen voor de printer wijzigen" als u de netwerkinstellingen voor de printer wilt wijzigen.
Pagina 117
0952-02H Eenvoudige installatie (via de afdrukserver) "Eenvoudige installatie" voor meer informatie over de procedure voorafgaand aan de selectie van de installatiemethode (de procedure voorafgaand aan stap 1). Selecteer de installatiemethode. (1) Selecteer [Handmatig poort voor installatie instellen]. (2) Klik op [Volgende]. Klik op [Poort toevoegen].
Pagina 118
Selecteer een gedeelde printer. (1) Selecteer een gedeelde printer op de afdrukserver. (2) Klik op [OK]. Geef aan of u de printer al dan niet als standaardprinter wilt gebruiken. (1) Als u de printer wilt instellen als de standaardprinter, schakelt u het selectievakje [Als standaard instellen] in. (2) Klik op [Volgende].
Pagina 119
Klik op [Ja]. De installatie wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. (De installatie van het printerstuurprogramma kan enige tijd in beslag nemen.) Als het dialoogvenster [Printer] wordt weergegeven Klik op [Stuurprogramma installeren]. Controleer of [ ] wordt weergegeven bij [Installeren] en klik op [Volgende].
Pagina 120
Als [ ] wordt weergegeven "U kunt het printerstuurprogramma niet installeren" Start de computer opnieuw op. (1) Schakel het selectievakje [De computer nu opnieuw opstarten (aanbevolen)] in. (2) Klik op [Opnieuw starten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen. Wanneer de installatie is voltooid, worden een pictogram en een map voor deze printer gemaakt.
Pagina 121
Het pictogram wordt niet weergegeven als u de computer niet opnieuw hebt opgestart na de installatie van het printerstuurprogramma. [Alle programma's] of [Programma's] in het menu [Start] [Canon Printer De-installeerder] - [Canon LBP6310 De-installeerder] Gebruik deze optie om het printerstuurprogramma te verwijderen. Bureaublad...
Pagina 122
Als de pictogrammen en mappen niet worden weergegeven De installatie is niet juist voltooid. "U kunt het printerstuurprogramma niet installeren" en installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Pagina 123
0952-02K Installeren met Plug en Play Sluit de USB-kabel aan. "De printer en computer aansluiten" Schakel de printer in. Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Tijdens de automatische Plug en Play-installatie verschijnt een wizard of dialoogvenster. Als het printerstuurprogramma automatisch wordt geïnstalleerd Als u het printerstuurprogramma voor deze printer eerder hebt geïnstalleerd, wordt het stuurprogramma automatisch geïnstalleerd.
Pagina 124
Mogelijk kunt u het printerstuurprogramma niet juist installeren vanwege de Windows-beperking, zelfs nadat de printer is gedetecteerd met Plug en Play. Klik op [Wat kan ik doen als mijn apparaat niet correct is geïnstalleerd?] en raadpleeg de Helpfunctie van Windows of installeer het printerstuurprogramma opnieuw via de "Eenvoudige installatie."...
Pagina 125
Wanneer de installatie is voltooid, worden een pictogram en een map voor deze printer gemaakt. "Na installatie"...
Pagina 126
0952-02L Het printerstuurprogramma verwijderen De procedure voor het verwijderen van het printerstuurprogramma is de procedure waarbij de computer wordt teruggezet op de status van voor de installatie van het printerstuurprogramma. Voer de volgende procedure uit om het printerstuurprogramma te verwijderen. Als er een USB-kabel is aangesloten, schakelt u eerst de printer uit en maakt u vervolgens de USB- kabel los.
Pagina 127
Als deze printer niet wordt weergegeven Klik op [Verwijderen]. Klik op [Ja]. Het verwijderen wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. (Het verwijderen van het printerstuurprogramma kan enige tijd in beslag nemen.) Klik op [Ja] of [Ja op alles] wanneer het volgende scherm verschijnt. Klik op [Afsluiten].
Pagina 128
Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Controleer of het pictogram van deze printer is verdwenen. BELANGRIJK Als het pictogram voor deze printer wordt weergegeven 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteer [Verwijderen] of [Apparaat verwijderen] in de keuzelijst.
Pagina 129
Klik op [Extra software]. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Klik op [AUTORUN.EXE uitvoeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Klik op [Starten] bij [Verwijderprogramma handleidingen].
Pagina 130
Klik op [Verwijderen] om de procedure voor het verwijderen te starten. Wacht een ogenblik totdat het verwijderen is voltooid. (Het verwijderen van het printerstuurprogramma kan enige tijd in beslag nemen.) Klik op [Afsluiten]. Klik op [Vorige]. Klik op [Afsluiten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen.
Pagina 132
(1) Selecteer [Canon LBP6310]. (2) Klik op [Wijzigen/Verwijderen]. (1) Selecteer [Canon LBP6310]. (2) Klik op [Verwijderen/wijzigen]. Als [Canon LBP6310] niet wordt vermeld "Het verwijderprogramma starten vanaf de cd-rom" Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja].
Pagina 133
0952-02S Basisbewerkingen met de printer Geschikt papier Richtlijnen voor papier Afdrukgebied Papierinvoer en -uitvoer Papier in de papierlade plaatsen Papier in de multifunctionele lade plaatsen Basisprocedure voor afdrukken De helpfunctie gebruiken Een taak annuleren De printerstatus controleren...
Pagina 134
0952-02U Geschikt papier Onderstaand worden de papierformaten weergegeven die met deze printer kunnen worden gebruikt. : Beschikbaar : Niet beschikbaar Papierbron Dubbelzijdig Instelling voor Papiersoort Papierformaat Multifunctionele Lade 2 Afdrukken [Papiersoort] Lade 1 lade (optioneel) Normaal Papier [Normaal papier] (Standaard) Legal (60 tot 90 g/m [Normaal papier L]...
Pagina 135
Aangepast papierformaat Indexkaart [Envelop] Indexkaart Envelop Monarch Envelop Nr.10 (COM10) Envelop [Envelop] Envelop DL Envelop C5 Envelop B5 De instelling kan worden geselecteerd op het tabblad [Papierbron] in het printerstuurprogramma. Er kan ook gerecycled papier worden gebruikt. Als het afgedrukte papier krult (de afgedrukte kant krult naar buiten) wanneer u afdrukt met [Normaal papier] geselecteerd, selecteert u [Normaal papier L].
Pagina 136
0952-02W Richtlijnen voor papier Papier dat voor gebruik moet worden behandeld Het gebruik van de volgende soorten papier kan invloed hebben op het afdrukresultaat of de printerwerking. Onzorgvuldig opgeslagen papier Papier met vouwen Gescheurd of beschadigd papier Gekreukt papier Gekruld papier Nat of vochtig papier Papier met ruwe randen Papier met een onregelmatige vorm...
Pagina 137
Opslag van papier De kwaliteit van papier kan achteruitgaan als het niet goed wordt bewaard, zelfs als het papier voldoet aan de normale specificaties. Papier van mindere kwaliteit wordt mogelijk niet goed ingevoerd, kan leiden tot papierstoringen of tot een afname van de afdrukkwaliteit.
Pagina 138
0952-02X Afdrukgebied OPMERKING Als u het afdrukgebied wilt vergroten Geef de volgende instellingen op in het printerstuurprogramma. 1. Klik op [Geavanceerde instellingen] op het tabblad [Afwerking]. 2. Stel [Afdrukregio uitbreiden en afdrukken] in op [Aan]. Afhankelijk van de eigenschappen van het document dat u wilt afdrukken, kunnen de randen van de afdruk gedeeltelijk ontbreken.
Pagina 139
0952-02Y Papierinvoer en -uitvoer Deze printer is uitgerust met de volgende papierbronnen en uitvoerladen. "Papier in de multifunctionele lade plaatsen" (A): Multifunctionele lade Papierbron (B): Lade 1 "Papier in de papierlade plaatsen" (C): Lade 2 (optioneel) (D): Uitvoerlade Papier wordt uitgevoerd met de bedrukte zijde onder. Papier wordt uitgevoerd met de bedrukte zijde boven.
Pagina 140
Capaciteit van de papierbronnen en uitvoerladen : De papierbron kan niet worden gebruikt. Papierbron Uitvoerlade Papiersoort Lade 2 Multifunctionele lade Lade 1 Extra uitvoerlade Uitvoerlade (optioneel) Circa 50 vellen Circa 150 vellen 1 vel Normaal papier (Bv. 80 g/m Circa 250 vellen Circa 500 vellen Circa 40 vellen Circa 20 vellen...
Pagina 141
0952-030 Papier in de papierlade plaatsen OPMERKING Wanneer u papier van aangepast formaat plaatst "Papier van aangepast formaat plaatsen." De procedure voor het plaatsen van papier van aangepast formaat is anders dan voor het plaatsen van papier van standaardformaat. Papier van standaardformaat plaatsen "Geschikt papier"...
Pagina 142
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden, zodanig dat de papierstapel is uitgelijnd met de achterste papiergeleider. Plaats papier in staande richting. OPMERKING Wanneer wordt afgedrukt op papier met een briefhoofd of logo "Invoerrichting van papier" en plaats het papier in de juiste richting. Duw het papier omlaag en schuif het papier vervolgens onder de haken (A) van de papiergeleiders.
Pagina 143
markeringen voor de invoerlimiet, kan dit leiden tot invoerproblemen. Plaats de papierlade in de printer. Registreer vervolgens een papierformaat. "Het papierformaat registreren"...
Pagina 144
0952-031 Let op (Papierlade) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK Wanneer u voor het eerst na installatie van de papierinvoer papier plaatst Voordat u papier plaatst, moet u de printer eenmaal inschakelen. Raak het zwarte rubberen kussen (A) in de lade niet aan. Dat kan problemen met de invoer tot gevolg hebben.
Pagina 145
0952-032 Het papierformaat registreren De papierlade van deze printer kan het papierformaat niet automatisch detecteren. U moet daarom het formaat van het geplaatste papier registreren. Registreer het papierformaat aan de hand van de volgende procedure. OPMERKING Wanneer u een papierformaat registreert Aangezien u geen papierformaat kunt registreren wanneer de printer bezig is, controleert u of de printer inactief is voordat u het papierformaat registreert.
Pagina 146
printerstuurprogramma registreren. "Een aangepast papierformaat registreren"...
Pagina 147
0952-033 Papier in de multifunctionele lade plaatsen "Geschikt papier" voor informatie over het papier dat u in de multifunctionele lade kunt plaatsen. "Let op (Multifunctionele lade)" voordat u papier plaatst. Open de multifunctionele lade en trek de aanvullende lade uit. Lang papier plaatsen Open ook het ladeverlengstuk.
Pagina 148
BELANGRIJK Wanneer wordt afgedrukt op enveloppen "Afdrukken op enveloppen" en plaats het papier in de juiste richting. OPMERKING Wanneer wordt afgedrukt op papier met een briefhoofd of logo "Invoerrichting van papier" en plaats het papier in de juiste richting. Stel de papiergeleiders af op de breedte van het papier. BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de papiergeleiders afstelt op de breedte van het papier.
Pagina 149
"Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken. Als u afdrukt op papier van een aangepast formaat, moet u het formaat van dat papier vooraf in het printerstuurprogramma registreren. "Een aangepast papierformaat registreren"...
Pagina 150
0952-034 Let op (Multifunctionele lade) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK Richtlijnen voor het plaatsen van papier in de multifunctionele lade Plaats het papier recht in de lade. Als de achterste rand van de stapel niet goed is uitgelijnd, kan dit leiden tot invoerproblemen of papierstoringen. Als het papier aan de hoeken gekruld of gevouwen is, strijkt u het papier glad voordat u het in de printer plaatst.
Pagina 151
0952-035 Basisprocedure voor afdrukken In dit gedeelte wordt de basisprocedure beschreven voor het afdrukken vanuit een toepassing, waarbij Adobe Reader als voorbeeld wordt gebruikt. De afdrukprocedure kan verschillen, al naar gelang de toepassing die u gebruikt. "Let op (Basisprocedure voor afdrukken)"...
Pagina 152
Klik op [Eigenschappen]. Geef de instelling op voor [Afdrukstijl]. (1) Open het tabblad [Afwerking]. (2) Selecteer [Dubbelzijdig afdrukken] of [Enkelzijdig afdrukken].
Pagina 153
Geef de instellingen op voor [Paginaformaat] en [Uitvoerformaat]. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Selecteer het paginaformaat van het document dat met een toepassing werd gemaakt. (3) Selecteer deze optie als het formaat van het geplaatste papier afwijkt van het formaat van de gegevens. BELANGRIJK Als de instellingen [Paginaformaat] en [Uitvoerformaat] niet hetzelfde zijn De grootte van de afdruk wordt automatisch aangepast aan de grootte van de pagina.
Pagina 154
Als het afgedrukte papier krult (de afgedrukte kant krult naar buiten) wanneer u afdrukt met [Normaal papier] geselecteerd, selecteert u [Normaal papier L]. OPMERKING Het voorbeeldvenster gebruiken om een papierbron op te geven U kunt een papierbron ook opgeven door op de papierbron of op [Auto] te klikken in het voorbeeld wanneer ] is geselecteerd.
Pagina 155
0952-036 Let op (Basisprocedure voor afdrukken) BELANGRIJK Wanneer wordt afgedrukt vanuit de papierlade Controleer of het formaat van het papier in de papierlade overeenkomt met het geregistreerde papierformaat. "Het papierformaat registreren" OPMERKING Installeer het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma is software die vereist is voor afdrukken met deze printer. Installeer het printerstuurprogramma voordat u gaat afdrukken.
Pagina 156
0952-037 De helpfunctie gebruiken Raadpleeg de instructies in de Help voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma of het printerstatusvenster. Navigatievenster Selecteer een onderwerp voor de gewenste optie. Tabblad [Inhoud] De titels van de tabbladen, dialoogvensters, enzovoort worden weergegeven. Selecteer een tabblad, dialoogvenster, enzovoort voor uw gewenste optie.
Pagina 158
0952-038 Een taak annuleren U kunt een afdruktaak annuleren aan de hand van een van de volgende methoden. U kunt geen taken van andere gebruikers annuleren. (Voor de afdrukserveromgeving kunt u afdruktaken annuleren op de afdrukserver.) Een afdruktaak annuleren met behulp van de afdrukwachtrij Wanneer meerdere taken worden afgedrukt, kunt u een taak selecteren en annuleren.
Pagina 159
0952-039 Een afdruktaak annuleren met behulp van de afdrukwachtrij Open de afdrukwachtrij. Bij weergave vanuit het printerstatusvenster 1. Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2. Klik op [ ] (Afdrukwachtrij). Bij weergave vanuit de printermap 1.
Pagina 160
om de taak te annuleren. "Een afdruktaak annuleren met behulp van de toets Taak annuleren" OPMERKING Meer informatie over de afdrukwachtrij Raadpleeg de Help van Windows. Klik op [Ja] om de afdruktaak te annuleren. Als u een taak niet kunt annuleren U kunt geen taak annuleren waarvan de pagina's al worden afgedrukt.
Pagina 161
0952-03A Een afdruktaak annuleren met behulp van het printerstatusvenster Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. Klik op [ ] (Taak annuleren) om de afdruktaak te annuleren. Als u een taak niet kunt annuleren U kunt geen taak annuleren waarvan de pagina's al worden afgedrukt.
Pagina 162
0952-03C Een afdruktaak annuleren met behulp van de toets Taak annuleren Druk op de toets [ ] (Taak annuleren) op het bedieningspaneel om de taak te annuleren. Zodra u de toets loslaat, wordt het annuleren van de taak gestart. Als u een taak niet kunt annuleren De pagina's die al worden afgedrukt, kunt u niet annuleren Wanneer de printer van de ene afdruktaak op de andere overgaat op het moment dat de toets [ ] (Taak...
Pagina 163
0952-03E De printerstatus controleren U kunt de huidige printerstatus controleren in het printerstatusvenster. "Printerstatusvenster" In het printerstatusvenster wordt de huidige printerstatus aangegeven met berichten, animaties en pictogrammen. Als u problemen ondervindt tijdens het afdrukken, controleert u het printerstatusvenster. OPMERKING Als u de printer en computer aansluit met een LAN-kabel U kunt de printerstatus ook bekijken op het tabblad [Status] in de Remote UI.
Pagina 164
0952-03F Afdrukken op verschillende soorten papier Afdrukken op normaal papier, zwaar papier of indexkaarten Afdrukken op transparanten Afdrukken op etiketten Afdrukken op enveloppen Afdrukken op papier van een aangepast formaat Invoerrichting van papier...
Pagina 165
0952-03H Afdrukken op normaal papier, zwaar papier of indexkaarten Geschiktheid papier controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op normaal papier (60 tot 90 g/m ) en zwaar papier (91 tot 163 g/m ) van de volgende formaten, of op indexkaarten. Standaardformaten , B5, A5, A6, Legal , Letter...
Pagina 166
0952-03J Afdrukken op transparanten Geschiktheid transparanten controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op transparanten met het volgende formaat. Standaardformaten A4, Letter Transparanten plaatsen Transparanten kunnen alleen in de multifunctionele lade worden geplaatst. "Papier in de multifunctionele lade plaatsen" <Richtlijnen voor het plaatsen van transparanten> Waaier de transparanten goed uit en lijn de randen uit voordat u de transparanten plaatst om te voorkomen dat ze aan elkaar blijven plakken.
Pagina 167
0952-03K Afdrukken op etiketten Geschiktheid etiketten controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op etiketten met het volgende formaat. Standaardformaten A4, B5, A5, A6, Legal, Letter, Executive en 16K Aangepaste papierformaten Breedte 76,2 tot 215,9 mm, Lengte 127,0 tot 355,6 mm Het gebruik van de volgende typen etiketten kan papierstoringen tot gevolg hebben die lastig zijn op te lossen, of kan leiden tot schade aan de printer.
Pagina 168
0952-03L Afdrukken op enveloppen Geschiktheid enveloppen controleren Met deze printer kan op de volgende enveloppen worden afgedrukt. Het gebruik van de volgende typen enveloppen kan papierstoringen tot gevolg hebben die lastig zijn op te lossen, of kan leiden tot schade aan de printer. Enveloppen met sluitclips of druksluitingen Enveloppen met adresvensters Enveloppen met lijm op de oppervlakte...
Pagina 169
Lijn enveloppen als volgt uit voordat u ze plaatst. 1. Plaats de stapel enveloppen op een 2. Maak stevige hoeken van de 3. Maak van de enveloppen vlak oppervlak en druk de stapel plat enveloppen soepel en strijk een rechte stapel door ze om de resterende lucht te laten eventuele oneffenheden glad met de zijkanten op een...
Pagina 170
0952-03R Afdrukken op papier van een aangepast formaat Geschiktheid van papier van aangepast formaat controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op de volgende aangepaste papierformaten. Papierlade Breedte 105,0 tot 215,9 mm, Lengte 148,0 tot 355,6 mm Multifunctionele lade Breedte 76,2 tot 215,9 mm, Lengte 127,0 tot 355,6 mm Papier van aangepast formaat plaatsen U kunt verschillende papiersoorten van aangepast formaat in de papierlade of multifunctionele lade plaatsen.
Pagina 171
0952-03S Papier van aangepast formaat plaatsen OPMERKING Wanneer u papier van aangepast formaat in de multifunctionele lade plaatst Plaats papier van aangepast formaat op dezelfde manier als papier van standaardformaat. "Papier in de multifunctionele lade plaatsen" Het laden van papier van aangepast formaat in de papierlade "Geschikt papier"...
Pagina 172
OPMERKING Wanneer wordt afgedrukt op papier met een briefhoofd of logo "Invoerrichting van papier" en plaats het papier in de juiste richting. Stel de papiergeleiders af op het geplaatste papier. Houd de ontgrendeling (A) ingedrukt en verschuif de papiergeleiders. Wanneer u papier met een lengte korter dan A5 plaatst Stel de achterste papiergeleider af op de lengte van het papier.
Pagina 173
Plaats de papierlade in de printer. Registreer vervolgens een papierformaat. "Het papierformaat registreren"...
Pagina 174
0952-03U Een aangepast papierformaat registreren Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in de keuzelijst. Geef het dialoogvenster [Instellingen van aangepast papierformaat] weer. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Klik op [Aangepast papierformaat].
Pagina 175
Voer de naam in van het toe te voegen aangepaste papierformaat. U kunt [Naam van aangepast papierformaat] maximaal 31 tekens invoeren. Stel de eenheid in die voor het instellen van het aangepaste papierformaat [Eenheid] moet worden gebruikt. Stel de hoogte en breedte in voor het aangepaste papierformaat ([Hoogte] [Breedte]).
Pagina 176
0952-03W Invoerrichting van papier Als u papier wilt bedrukken dat is voorzien van een briefhoofd of logo, plaatst u het papier als volgt in de juiste invoerrichting. "Afdrukken op enveloppen" wanneer u afdrukt op enveloppen. : Invoerrichting) Lay-out Staand Lay-out Liggend Papierlade (Enkelzijdig afdrukken) (Met de afdrukzijde naar beneden)
Pagina 177
0952-03X Handige afdrukfuncties Het instellingenscherm weergeven Enkelzijdig afdrukken en Dubbelzijdig afdrukken Afdrukken op schaal Lay-out afdrukken (N-pagina afdrukken) Een afbeelding afdrukken op papierformaat groter dan A4 (Poster afdrukken) Boekje afdrukken Een watermerk toevoegen aan een document dat u wilt afdrukken (Watermerk afdrukken) Randen, de datum, enzovoort afdrukken Gegevens combineren voordat u afdrukt...
Pagina 178
0952-03Y Het instellingenscherm weergeven U kunt de verschillende afdrukvoorkeuren weergeven in het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. U kunt het instellingenscherm op de volgende manieren weergeven. Het venster openen vanuit een toepassing De instellingen die hier worden opgegeven, gelden alleen voor gegevens die vanuit dezelfde toepassing worden afgedrukt. Als de toepassing wordt gesloten, worden de gewijzigde instellingen teruggezet op de standaardwaarden.
Pagina 179
Procedure Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Eigenschappen] of [Eigenschappen voor printer] in de keuzelijst. OPMERKING Voor meer informatie over de instellingen Raadpleeg de Helpfunctie. "De helpfunctie gebruiken" De tabbladen die in Windows worden weergegeven De volgende tabbladen worden weergegeven in Windows.
Pagina 180
0952-040 Enkelzijdig afdrukken en Dubbelzijdig afdrukken U kunt selecteren of u wilt afdrukken op één zijde of beide zijden van elk papier vel. De standaardinstelling is dubbelzijdig afdrukken. Het volgende papier kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Papiersoort Papierformaat Normaal papier (60 tot 90 g/m A4, Legal, Letter Zwaar papier (91 tot 120 g/m "Let op (Enkelzijdig afdrukken en Dubbelzijdig...
Pagina 181
2. Stel de blauwe hendel voor het papierformaat (A) in op de juiste stand. Trek de hendel naar u toe. Letter of Legal: Druk de hendel verder in de printer. 3. Sluit de klep van de duplex-eenheid. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven"...
Pagina 182
: [Enkelzijdig afdrukken] : [Dubbelzijdig afdrukken] Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 183
0952-041 Let op (Enkelzijdig afdrukken en Dubbelzijdig afdrukken) OPMERKING Invoerrichting van papier Bij dubbelzijdig afdrukken wordt de achterzijde van het papier het eerst bedrukt. Daarom moet het papier in tegengestelde richting worden geplaatst ten opzichte van enkelzijdig afdrukken. Bij het afdrukken op dergelijk papier met een briefhoofd, waarbij de voorzijde en de richting vaststaan, leest u "Invoerrichting van papier"...
Pagina 184
0952-042 Afdrukken op schaal U kunt afdrukken met automatisch schalen overeenkomstig het papierformaat of met willekeurig schalen. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Geef de instellingen op voor schaling. Afdrukken met automatisch schalen overeenkomstig het papierformaat (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Selecteer het paginaformaat van het document dat met een toepassing werd gemaakt.
Pagina 185
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 186
0952-043 Lay-out afdrukken (N-pagina afdrukken) U kunt meerdere pagina's op één vel afdrukken. Dit is een afdrukmethode die ook wel intensief afdrukken of N-pagina's afdrukken wordt genoemd. BELANGRIJK De functie van een toepassing voor het afdrukken van een document als een gesorteerde set exemplaren Sommige toepassingen bieden de functie een document af te drukken als een gesorteerde set exemplaren.
Pagina 187
"De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd" OPMERKING Het voorbeeldvenster gebruiken om de instelling op te geven U kunt ook een pagina-opmaak opgeven door meermaals met de linkermuisknop te klikken in de documentafbeelding of door met de rechtermuisknop te klikken op het voorbeeld wanneer [ ] is geselecteerd.
Pagina 188
0952-044 Een afbeelding afdrukken op papierformaat groter dan A4 (Poster afdrukken) U kunt een enkel paginabeeld vergroten en verdelen om het af te drukken op meerdere vellen papier. U kunt één grote poster maken door deze afdrukken aan elkaar te plakken. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma.
Pagina 189
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 190
0952-045 Boekje afdrukken Met Boekje afdrukken kunt u een boekje maken door afdrukken dubbel te vouwen. Bijvoorbeeld bij het maken van een boekje van 8 pagina's, worden in het totaal 2 vellen gebruikt omdat op elke zijde van het papier 2 pagina's worden afgedrukt. Als u een boekje wilt maken met een groot aantal pagina's, kunt u ook een stapel vellen die in tweeën moeten worden gevouwen, opdelen in verschillende porties.
Pagina 191
3. Sluit de klep van de duplex-eenheid. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Geef de instelling op voor [Afdrukstijl]. (1) Open het tabblad [Afwerking]. (2) Selecteer [Boekje afdrukken]. Als u de instelling niet kunt opgeven "De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd"...
Pagina 192
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 193
0952-046 Een watermerk toevoegen aan een document dat u wilt afdrukken (Watermerk afdrukken) U kunt een watermerk (bijvoorbeeld [KOPIE] of [CONCEPT]) afdrukken over de documenten die door een toepassing zijn gemaakt. Bovendien kunt u nieuwe watermerken toevoegen en de toegevoegde watermerken bewerken of verwijderen. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma.
Pagina 194
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 195
0952-047 Een watermerk toevoegen, bewerken of verwijderen Open het dialoogvenster [Watermerk bewerken]. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Schakel het selectievakje [Watermerk] in. (3) Klik op [Watermerk bewerken]. Als u het selectievakje [Watermerk] niet kunt selecteren "De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd"...
Pagina 196
Wanneer u een watermerk wilt bewerken (1) Selecteer het watermerk dat u wilt bewerken in [Watermerkenlijst]. (2) Bewerk het watermerk. U kunt de standaardwatermerken niet bewerken. Zie de Helpfunctie voor meer informatie over elke instelling. "De helpfunctie gebruiken" Wanneer u een watermerk wilt verwijderen (1) Selecteer het watermerk dat u wilt verwijderen in [Watermerkenlijst].
Pagina 197
Klik op [OK]. Het tabblad [Pagina-instelling] wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 198
0952-048 Randen, de datum, enzovoort afdrukken U kunt randen, de datum en paginanummers in het document afdrukken. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Open het dialoogvenster [Pagina-opties]. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Klik op [Pagina-opties]. Als u niet op [Pagina-opties] kunt klikken "De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd"...
Pagina 199
"De helpfunctie gebruiken" (2) Klik op [OK]. Het tabblad [Pagina-instelling] wordt opnieuw weergegeven. Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 200
0952-049 Gegevens combineren voordat u afdrukt U kunt twee of meer sets gegevens combineren tot één taak. U kunt tevens de instellingen wijzigen voor de gecombineerde afdrukgegevens en afdrukgegevens uit verschillende toepassingen bewerken. Bovendien kunt u een voorbeeld weergeven van de afdrukgegevens. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma vanuit een toepassing.
Pagina 201
De lijst met afdrukgegevens wordt weergegeven in het dialoogvenster [Canon PageComposer]. OPMERKING De instelling opgeven om bij het afdrukken altijd het dialoogvenster [Canon PageComposer] weer te geven Stel [Uitvoermethode] in op [Bewerken/Voorbeeld] als standaardwaarde bij afdrukvoorkeuren en schakel vervolgens het selectievakje [Vergrendelen] in.
Pagina 202
Wanneer het volgende bericht verschijnt, leest u de inhoud en klikt u op [OK]. Voer de volgende procedure uit. (1) Geef de naam van de gecombineerde afdrukgegevens op. (2) Klik op [Combineren]. Druk de gecombineerde afdrukgegevens af. (1) Selecteer de gecombineerde afdrukgegevens. (2) Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
Pagina 203
Gecombineerde afdrukgegevens worden niet opgeslagen. Nadat de gecombineerde afdrukgegevens zijn afgedrukt, worden de afdrukgegevens verwijderd uit het dialoogvenster Canon PageComposer. De afdrukgegevens worden eveneens verwijderd als het dialoogvenster Canon PageComposer wordt gesloten zonder de gegevens af te drukken. Raadpleeg de Helpfunctie van Canon PageComposer Voor meer informatie over Canon PageComposer.
Pagina 204
0952-04A De uitvoermethode wijzigen al naar gelang de afdrukgegevens of het aantal exemplaren Gegevens in verschillende afdrukstanden afdrukken binnen dezelfde gegevens Afdrukken met een rugmarge De uitvoermethode selecteren De afdrukgegevens 180 graden draaien Papier selecteren voor elke pagina...
Pagina 205
0952-04C Gegevens in verschillende afdrukstanden afdrukken binnen dezelfde gegevens Bij het afdrukken van een document met pagina's in verschillende richtingen, kunt u de papieruitlijning en de rugmarge- instellingen voor de uitvoer opgeven. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Voer de volgende procedure uit.
Pagina 206
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 207
0952-04E Afdrukken met een rugmarge U kunt een rugmarge instellen van 0 tot 30 mm voor het te bedrukken papier. Wanneer een rugmarge wordt opgegeven, wordt de positie van het paginabeeld aangepast om ruimte te maken voor de rugmarge. Op dit punt kunt u selecteren of het beeld moet worden verkleind zodat het in de resterende ruimte past. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma.
Pagina 208
Stel de rugmarge in. (1) Klik op [Rugmarge]. (2) Geef alle instellingen op. Zie de Helpfunctie voor meer informatie over elke instelling. "De helpfunctie gebruiken" (3) Klik op [OK]. Het tabblad [Afwerking] wordt opnieuw weergegeven. Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken"...
Pagina 209
0952-04F De uitvoermethode selecteren U kunt voorafgaand aan het afdrukken de papieruitvoermethode selecteren. <Als u de papieruitvoermethode niet opgeeft> <Als u de afdrukken sorteert> De afdrukken van een complete taak worden gegroepeerd. Afdrukken van een complete taak worden gesorteerd. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven"...
Pagina 210
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 211
0952-04H De afdrukgegevens 180 graden draaien U kunt afdrukken met de afdrukgegevens 180 graden gedraaid wanneer de invoerrichting van het in de papierbron geplaatste papier niet overeenkomt met de afdrukstand van het document. Deze optie is handig voor het afdrukken van enveloppen en indexkaarten die alleen in een bepaalde richting kunnen worden geplaatst.
Pagina 212
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 213
0952-04J Papier selecteren voor elke pagina U kunt voor elke pagina afzonderlijk het papier selecteren, bijvoorbeeld om op te geven dat alleen de omslag op een andere papiersoort moet worden afgedrukt. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Geef de instelling op voor [Papierselectie].
Pagina 214
OPMERKING Het voorbeeldvenster gebruiken om een papierbron op te geven U kunt een papierbron ook opgeven door op de papierbron of op [Auto] te klikken in het voorbeeld wanneer [ ] is geselecteerd. Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 215
0952-04K De beeldkwaliteit of grijsschaal aanpassen Afdrukken optimaliseren voor bepaalde af te drukken gegevens Afbeeldingen met een ruwe structuur bijwerken De tonerdichtheid aanpassen Afdrukken met aangepaste helderheid en contrast...
Pagina 216
0952-04L Afdrukken optimaliseren voor bepaalde af te drukken gegevens Door de juiste modus te selecteren op basis van de inhoud van het document, kunt u afdrukken met de juiste instelling. Als u bijvoorbeeld [Foto's] selecteert voor het afdrukken van een foto, worden in de afdrukvoorkeuren de optimale instellingen aangebracht voor het afdrukken van foto's.
Pagina 217
0952-04R Afbeeldingen met een ruwe structuur bijwerken Als in een toepassing het formaat van beeldgegevens zoals van fotografische afbeeldingen wordt vergroot en afgedrukt, kunnen de afgedrukte afbeeldingen er oneffen of rafelig uitzien. U kunt dit soort afbeeldinggegevens met lage resolutie corrigeren en verbeteren. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma.
Pagina 218
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 219
0952-04S De tonerdichtheid aanpassen U kunt afdrukken met een aangepaste tonerdichtheid. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Open het dialoogvenster [Geavanceerde instellingen]. (1) Open het tabblad [Kwaliteit]. (2) Klik op [Geavanceerde instellingen]. Pas de tonerdichtheid aan. (1) Selecteer [Tonerdichtheid]. (2) Selecteer de tonerdichtheid en pas deze aan.
Pagina 220
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 221
0952-04U Afdrukken met aangepaste helderheid en contrast U kunt afdrukken met aangepaste helderheid en contrast. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Open het dialoogvenster [Grijswaarden Instellingen]. (1) Open het tabblad [Kwaliteit]. (2) Schakel het selectievakje [Handmatige grijswaarden instellingen] in. (3) Klik op [Grijswaarden Instellingen].
Pagina 222
Klik op [OK]. Het tabblad [Kwaliteit] wordt opnieuw weergegeven. Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 223
0952-04W De afdrukvoorkeuren registreren De standaardwaarden voor de afdrukvoorkeuren wijzigen U kunt de standaardwaarden wijzigen voor afdrukvoorkeuren die voor alle gegevens gelden. Als u bijvoorbeeld vaak dubbelzijdig afdrukt, hoeft u de instellingen niet steeds te veranderen als u de standaardwaarden voor [Pagina-opmaak] verandert.
Pagina 224
0952-04X De standaardwaarden voor de afdrukvoorkeuren wijzigen Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in de keuzelijst. Wijzig de afdrukvoorkeuren op de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] en [Kwaliteit].
Pagina 225
0952-04Y Veelgebruikte afdrukvoorkeuren opslaan (Een "Profiel" toevoegen/bewerken/verwijderen) Een "Profiel" toevoegen Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Wijzig de afdrukvoorkeuren op de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] en [Kwaliteit]. De inhoud die u hier opgeeft, wordt geregistreerd in "Profielen". Zie de Helpfunctie voor meer informatie over de instellingen.
Pagina 226
[Naam] Voer de naam in voor het profiel. U kunt maximaal 31 tekens invoeren. [Pictogram] U kunt een pictogram selecteren voor het "Profiel". [Opmerkingen] Voer een opmerking in voor het "Profiel". U kunt maximaal 255 tekens invoeren. [Instellingen Open het dialoogvenster [Instellingen weergeven]. U kunt de huidige instellingen van het weergeven] printerstuurprogramma controleren.
Pagina 227
Klik op [OK]. Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma wordt opnieuw weergegeven. Een toegevoegd "Profiel" verwijderen Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Klik op [Bewerken]. Als u niet op [Bewerken] kunt klikken "Profielen kunnen niet worden geselecteerd of bewerkt"...
Pagina 228
(3) Klik op [Ja]. Klik op [OK]. Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 229
0952-050 Een "Profiel" selecteren Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Selecteer een "Profiel". Als de naam van de printer is gewijzigd, kunnen toegevoegde "Profielen" niet meer worden gebruikt. Om het toegevoegde "Profiel" te kunnen gebruiken, wijzigt u de naam van de printer in de oude naam. Als u geen "Profiel"...
Pagina 230
0952-051 De netwerkinstellingen configureren (De printer delen) De afdrukomgeving controleren Als u de printer gebruikt via een directe verbinding Het printerstuurprogramma installeren (LAN-verbinding) De netwerkinstellingen voor de printer wijzigen Wanneer u het IP-adres wijzigt (De poort wijzigen) Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving De afdrukserver configureren Installatie op clients...
Pagina 231
0952-052 De afdrukomgeving controleren Wanneer u de printer deelt met meerdere computers, verschilt de instellingsprocedure al naar gelang uw omgeving. Als u de printer gebruikt via een directe verbinding Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving <De afdrukserveromgeving> Als u één van de computers in een netwerk instelt als afdrukserver, kunt u de printer als volgt efficiënt beheren. U kunt alle taken van clients beheren op de afdrukserver.
Pagina 232
0952-053 Als u de printer gebruikt via een directe verbinding U kunt deze printer rechtstreeks op een netwerk aansluiten. Wanneer u de printer via een rechtstreekse verbinding met het netwerk wilt gebruiken, voert u de volgende taken uit. 1. Installeer het printerstuurprogramma. "Het printerstuurprogramma installeren (LAN-verbinding)"...
Pagina 233
0952-054 Het printerstuurprogramma installeren (LAN-verbinding) U kunt het printerstuurprogramma op twee manieren installeren. De procedures voor het instellen van het IP-adres of het instellen van een poort voor het afdrukken in een netwerkomgeving hangt af van de installatiemethode. <Automatische installatie> Hiermee worden de volgende handelingen die nodig zijn om te kunnen afdrukken, gelijktijdig uitgevoerd.
Pagina 234
0952-055 Het IP-adres instellen U kunt het IP-adres op de volgende drie manieren instellen. Het IP-adres instellen met NetSpot Device Installer Het IP-adres instellen met NetSpot Device Installer van de meegeleverde cd-rom. Het IP-adres instellen met de opdracht ARP/PING Het IP-adres instellen met de opdracht ARP/PING vanaf de opdrachtprompt. Het IP-adres configureren met behulp van het printerstatusvenster Als het printerstuurprogramma is geïnstalleerd en de printer is met een USB-kabel met de computer verbonden, stelt u het IP-adres in met het printerstatusvenster.
Pagina 235
0952-056 Het IP-adres instellen met NetSpot Device Installer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u NetSpot Device Installer gebruikt zonder het te installeren. "NetSpot Device Installer installeren" voor meer informatie over de procedure voor installatie van NetSpot Device Installer. Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. "De printer en computer aansluiten"...
Pagina 236
Klik op [AUTORUN.EXE uitvoeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Klik op [Starten] bij [NetSpot Device Installer voor TCP/IP]. Als de [Licentieovereenkomst] wordt weergegeven, leest u deze en klikt u op [Ja]. Configureer het IP-adres. Als [Status] is ingesteld op [Not Configured] en het apparaat wordt weergegeven waarvan [Device Name] een MAC- adres is Wanneer apparaten worden getoond waarvoor het [IP Address] is ingesteld op [192.168.0.215]...
Pagina 237
2. Configureer het IP-adres. Wanneer u een IP-adres ophaalt via (De DHCP-server moet actief zijn.) 6HOHFWHHU >,3 $GGUHVV 6HWWLQJV@ >'+&3@ LQ KHW PHQX >'HYLFH@ Wanneer u een IP-adres toewijst via IP Address Pool (IP Address Pool moet worden opgegeven.) Raadpleeg de Helpfunctie bij NetSpot Device Installer voor meer informatie over IP Address Pool. (U kunt de Helpfunctie weergeven door te klikken op [Help] in het menu [Help].) 6HOHFWHHU >,3 $GGUHVV 6HWWLQJV@ >,3 $GGUHVV 3RRO@ LQ KHW PHQX >'HYLFH@...
Pagina 238
Nadat de reset-bewerking is voltooid, zijn de instellingen actief. Installeer vervolgens het printerstuurprogramma. "Een poort configureren en het printerstuurprogramma installeren" Wanneer apparaten worden getoond waarvoor het [IP Address] is ingesteld op [192.168.0.215] 1. Selecteer het apparaat. 2. Selecteer [Protocol Settings] in het menu [Device]. 3.
Pagina 239
(De RARP-daemon moet actief zijn.) [BOOTP] Hiermee wordt het IP-adres opgehaald met BOOTP. (De BOOTP-daemon moet actief zijn.) [DHCP] Hiermee wordt het IP-adres opgehaald via DHCP. (De DHCP-server moet actief zijn.) [IP Address] Voer het IP-adres van de printer in. [Subnet Mask] Voer het juiste subnetmasker in.
Pagina 240
0952-057 Het IP-adres instellen met de opdracht ARP/PING Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. "De printer en computer aansluiten" Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Open de opdrachtprompt.
Pagina 241
Typ bijvoorbeeld: "ping 192.168.0.215 -l 479" Het IP-adres voor de printer is ingesteld. Het subnetmasker wordt automatisch ingesteld op basis van het IP-adres. Het gateway-adres wordt ingesteld op [0.0.0.0]. Typ "exit" en druk vervolgens op [ENTER] op het toetsenbord. De opdrachtprompt wordt gesloten. Installeer vervolgens het printerstuurprogramma.
Pagina 242
0952-058 Het IP-adres configureren met behulp van het printerstatusvenster Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2SHQ KHW PHQX >2SWLHV@ HQ VHOHFWHHU >$SSDUDDWLQVWHOOLQJHQ@ >1HWZHUNLQVWHOOLQJHQ@ Configureer het IP-adres. (1) Geef alle instellingen op. (2) Voer het beheerderswachtwoord in voor de printer (het wachtwoord dat is opgegeven in de Remote UI). Als geen wachtwoord is opgegeven, hoeft u hier geen wachtwoord in te voeren.
Pagina 243
(De BOOTP-daemon moet actief zijn.) [DHCP] Hiermee wordt het IP-adres opgehaald via DHCP. (De DHCP-server moet actief zijn.) [IP-adres] Voer het IP-adres van de printer in. [Subnetmasker] Voer het juiste subnetmasker in. [Gatewayadres] Voer het juiste gatewayadres in. OPMERKING Wanneer [RARP] is geselecteerd U kunt geen waarde invoeren voor [IP-adres].
Pagina 244
0952-059 Een poort configureren en het printerstuurprogramma installeren De installatieprocedure verschilt per besturingssysteem. Gebruik de juiste procedure voor uw besturingssysteem. Windows Vista, 7 en Server 2008 Windows XP en Server 2003 Windows Vista, 7 en Server 2008 Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. "De printer en computer aansluiten"...
Pagina 245
Maak een poort. (1) Selecteer [Een nieuwe poort maken]. (2) Selecteer [Standard TCP/IP Port]. (3) Klik op [Volgende]. Voer het IP-adres of de naam van de printer in. (1) Selecteer [Automatische detectie] of [TCP/IP-apparaat]. (2) Voer het IP-adres of de naam van de printer in bij [Hostnaam of IP-adres].
Pagina 246
Als u niet zeker weet welke waarde bij [Hostnaam of IP-adres] moet worden ingevoerd De waarde die moet worden ingevoerd, hangt af van de manier waarop het IP-adres van de printer is ingesteld. "Waarden voor het instellen van een poort" of raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie. Als de printer niet wordt gedetecteerd Volg de instructies op het scherm en zoek opnieuw naar de printer, of zie "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor...
Pagina 247
Voor een 32-bits besturingssysteem Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [32bit] - [Driver]. Voor een 64-bits besturingssysteem Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [x64] - [Driver]. Als u niet zeker weet of u een 32-bits of een 64-bits besturingssysteem gebruikt "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows"...
Pagina 248
Geef de printernaam op. (1) Voer een nieuwe naam in als u de printernaam wilt wijzigen. Wanneer [Als standaardprinter instellen] wordt weergegeven, geeft u aan of u de printer als de standaardprinter wilt gebruiken. (Windows Vista en Server 2008) (2) Klik op [Volgende]. De installatie wordt gestart.
Pagina 249
(1) Selecteer of u de printer wilt delen (of de computer waarop het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet worden gebruikt als afdrukserver). "Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving" voor meer informatie over het delen van de printer (afdrukserveromgeving). Wanneer u de printer wilt delen, geeft u [Share-naam], [Locatie] of [Opmerking] op, al naar gelang van toepassing.
Pagina 250
Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. "De printer en computer aansluiten" Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Geef de [Wizard Printer toevoegen] weer. Dubbelklik op [Printer toevoegen].
Pagina 251
Geef het gewenste type printer op. (1) Selecteer [Lokale printer die met deze computer is verbonden]. (2) Schakel het selectievakje [Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren] uit. (3) Klik op [Volgende]. Maak een poort. (1) Selecteer [Een nieuwe poort maken]. (2) Selecteer [Standard TCP/IP Port].
Pagina 252
Voer het IP-adres of de naam van de printer in. (1) Voer bij [Printernaam of IP-adres] het IP-adres of de naam in van de printer. De op de DNS-server te registreren DNS-naam (maximaal 78 tekens) (2) Klik op [Volgende]. Als u niet zeker weet welke waarde bij [Printernaam of IP-adres] moet worden ingevoerd De waarde die moet worden ingevoerd, hangt af van de manier waarop het IP-adres van de printer is ingesteld.
Pagina 253
Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van de computer en klik op [Bladeren]. Als Cd-rom installatie wordt weergegeven, klikt u op [Afsluiten]. Open de map waarin het printerstuurprogramma is opgenomen. (32-bits besturingssysteem) Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [32bit] - [Driver]. (64-bits besturingssysteem) Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [x64] - [Driver].
Pagina 254
Klik op [OK]. Klik op [Volgende]. Geef de printernaam op. (1) Voer een nieuwe naam in als u de printernaam wilt wijzigen. Wanneer het bericht <Wilt u deze printer als standaardprinter gebruiken?> wordt weergegeven, selecteert u [Ja] of [Nee]. (2) Klik op [Volgende]. Klik op [Volgende].
Pagina 255
OPMERKING Wanneer u de printer deelt (Wanneer u de computer waarop het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, gebruikt als de afdrukserver). "Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving" voor meer informatie over het delen van de printer (afdrukserveromgeving). Voer de volgende procedure uit. 1.
Pagina 256
De installatie wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. Wanneer het volgende scherm wordt gesloten, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen. Wanneer de installatie is voltooid, worden een pictogram en een map voor deze printer gemaakt. "Na installatie"...
Pagina 257
0952-05A De netwerkinstellingen voor de printer wijzigen De protocolinstellingen configureren De transmissiesnelheid of overdrachtsmodus van het netwerk wijzigen De netwerkinstellingen initialiseren Initialiseren via de Remote UI Initialiseren via de FTP-client Initialiseren met NetSpot Device Installer Initialiseren met de Reset-knop Netwerkinstellingen...
Pagina 258
U kunt de instellingen opgeven door via de opdrachtprompt toegang te zoeken tot de FTP-server van de printer. "Het IP-adres instellen met NetSpot Device Installer" U kunt de instellingen opgeven met de Canon-software, NetSpot Device Installer, van de meegeleverde cd-rom. Als u instellingen wilt configureren zoals de DNS-serverinstellingen, gebruikt u de Remote UI of de FTP-client.
Pagina 259
Configureer de protocolinstellingen. IP-adresinstellingen DNS-instellingen WINS-instellingen FTP-instellingen De SNTP-instellingen configureren (De tijd voor de printer instellen via een SNTP-server) Instellingen multicast-herkenning IP-adresinstellingen [IP Address] Voer het IP-adres van de printer in. [Subnet Mask] Voer het subnetmasker in dat in het TCP/IP-netwerk wordt gebruikt. [Gateway Address] Voer het gatewayadres in dat in het TCP/IP-netwerk wordt gebruikt.
Pagina 260
DNS-instellingen [Primary DNS Server Address] Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in. [Secondary DNS Server Address] Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in. [DNS Dynamic Update] Geef op of de functie DNS Dynamic Update moet worden gebruikt. [DNS Host Name] Geef de hostnaam op die aan de DNS-server moet worden toegevoegd.
Pagina 261
Ga verder met stap als u geen instellingen opgeeft voor de overige opties. FTP-instellingen Geef op of de FTP-server moet worden gebruikt. Ga verder met stap als u geen instellingen opgeeft voor de overige opties. De SNTP-instellingen configureren (De tijd voor de printer instellen via een SNTP-server) Als de DNS-server is geconfigureerd 1.
Pagina 262
Tijdzone De standaard tijdzones wereldwijd worden aangeduid in het verschil in uren (± maximaal 12 uur) ten opzichte van GMT (± 0 uur). Een tijdzone is een regio waarin hetzelfde tijdsverschil geldt. De tijd gemeten bij het Greenwich Observatory in Engeland wordt GMT (Greenwich Mean Time) genoemd. Zomertijd In sommige landen en regio's wordt de tijd vooruitgezet tijdens de zomer.
Pagina 263
Klik op [Reset]. Nadat de reset-bewerking is voltooid, zijn de instellingen actief.
Pagina 264
0952-05E Let op (Protocolinstellingen) Wanneer u het IP-adres instelt OPMERKING Als u het IP-adres hebt gewijzigd na de installatie van het printerstuurprogramma Geef de poort die moet worden gebruikt, opnieuw op in het printerstuurprogramma. "Wanneer u het IP-adres wijzigt (De poort wijzigen)" Als DHCP, BOOTP of RARP wordt gebruikt Wanneer de printer opnieuw wordt gestart of opnieuw wordt ingesteld, wordt gecontroleerd of de opties waarvoor [On] is geselecteerd beschikbaar zijn en wordt het IP-adres toegewezen op de manier die als eerste beschikbaar is.
Pagina 265
0952-05F De transmissiesnelheid of overdrachtsmodus van het netwerk wijzigen Meestal is het niet nodig de instelling te wijzigen omdat de transmissiesnelheid en overdrachtsmodus van het netwerk automatisch worden gedetecteerd. Als de printer niet goed kan communiceren met andere apparaten in het netwerk, stelt u de transmissiesnelheid en overdrachtsmodus handmatig in.
Pagina 266
Wijzig de transmissiesnelheid of overdrachtsmodus van het netwerk. (1) Selecteer de transmissiesnelheid en overdrachtsmodus op basis van uw omgeving. (2) Klik op [OK]. Klik op [Reset]. Nadat de reset-bewerking is voltooid, zijn de instellingen actief.
Pagina 267
U kunt de instellingen initialiseren door via de opdrachtprompt toegang te zoeken tot de FTP-server van de printer. Initialiseren met NetSpot Device Installer U kunt de instellingen initialiseren met de Canon-software, NetSpot Device Installer, van de meegeleverde cd-rom. Mocht geen van de methoden werken, dan kunt u de netwerkinstellingen toch initialiseren met de reset-knop op de printer.
Pagina 268
0952-05J Initialiseren via de Remote UI Start de Remote UI en meld u aan als beheerder. "De Remote UI starten" Selecteer [Network] in het menu [Device Manager]. Klik op [Show Parameter List] bij [Network Interface]. Klik op [Initialize Network Settings].
Pagina 269
Klik op [Yes] om de netwerkinstellingen te initialiseren.
Pagina 270
0952-05K Initialiseren via de FTP-client Open de opdrachtprompt. 2SHQ KHW PHQX >6WDUW@ HQ VHOHFWHHU >$OOH SURJUDPPD
V@ RI >3URJUDPPD
V@ >%XUHDXDFFHVVRLUHV@ >2SGUDFKWSURPSW@ Typ "ftp <het IP-adres van de printer>" en druk vervolgens op [ENTER] op het toetsenbord. Typ bijvoorbeeld: "ftp 192.168.0.215" Als u niet zeker bent van het IP-adres van de printer Raadpleeg de netwerkstatusafdruk ( "De printerinstellingen controleren") of raadpleeg uw netwerkbeheerder.
Pagina 271
Typ "exit" en druk vervolgens op [ENTER] op het toetsenbord. De opdrachtprompt wordt gesloten.
Pagina 272
0952-05L Initialiseren met NetSpot Device Installer Voer NetSpot Device Installer uit. "NetSpot Device Installer gebruiken" Selecteer de printer waarvoor u de netwerkinstellingen wilt initialiseren. Selecteer [Restore to Default Settings] in het menu [Device]. Klik op [Ja] om de netwerkinstellingen te initialiseren. Voer de volgende procedure uit.
Pagina 273
Als het bericht <Turn the device off and then on again.> wordt weergegeven Klik op [OK] en zet de printer uit en weer aan.
Pagina 274
0952-05R Initialiseren met de Reset-knop Schakel de printer uit. Door de printer in te schakelen terwijl u op de reset-knop (A) indrukt, worden de netwerkinstellingen geïnitialiseerd. Druk de reset-knop in met de punt van een balpen of iets degelijks.
Pagina 275
0952-05S Netwerkinstellingen OPMERKING De itemnamen In de volgende tabel gelden de tekens tussen haakjes uitsluitend voor de FTP-client. Het item "Device Name (SYS_NAME)" wordt bijvoorbeeld als volgt weergegeven, afhankelijk van de toepassing. Remote UI: [Device Name] NetSpot Device Installer: [Device Name] Configuratiebestand van FTP-client: [SYS_NAME] Algemene instellingen...
Pagina 276
De transmissiesnelheid of overdrachtsmodus van het [Ethernet Driver Setting] netwerk AUTO_SENSE (NETWORK_SPEED) (AUTO_SENSE, 10_HALF_DX, 10_FULL_DX, 100_HALF_DX, 100_FULL_DX) [SNMP v. 1] Toegang via het protocol SNMP v. 1 (SNMP_V1_ACCESS_ENB) [SNMP v. 3] Toegang via het protocol SNMP v. 3 (SNMP_V3_ACCESS_ENB) De community-naam van [Community Name] SNMP public...
Pagina 277
worden uitgevoerd door [Do Not Respond to Specified Accept gebruikers die zijn Addresses] opgegeven bij [IP (SLP_CONT_MODE) Addresses] (Accept, Reject) De IP-adressen waarvoor [IP Addresses] uitvoering van multicast- (Leeg) herkenningsopdrachten is (SLP_CONT_LIST) geblokkeerd Hiermee kunt u de [Restrict MAC Address Access] gebruikers beperken die (MAC_CONT_ENB) toegang hebben...
Pagina 278
(0 tot 32 tekens) De URL die bij [Support [URL] Links] in de Remote UI wordt http://www. weergegeven (DOWNLOAD_SITE_URL) canon.com/ (0 tot 128 tekens) De opmerkingen die bij [Support Links] in de [Comments] Update Remote UI worden firmware (DOWNLOAD_SITE_COMMENT)
Pagina 279
[Primary DNS Server Het IP-adres van de primaire Address] 0.0.0.0 DNS-server (DNS_ADDR) [Secondary DNS Server Het IP-adres van de secundaire Address] 0.0.0.0 DNS-server (DNS_ADDR2) Hiermee geeft u op of DNS [DNS Dynamic Update] dynamisch moet worden (DDNS_ENB) geregistreerd in dit apparaat [DNS Dynamic Update De tijdsinterval om de host name Time]...
Pagina 280
0952-05U Wanneer u het IP-adres wijzigt (De poort wijzigen) Als u na de installatie van het printerstuurprogramma het IP-adres of de naam van de printer hebt gewijzigd (de op de DNS-server te registreren DNS-naam), moet u in het printerstuurprogramma de te gebruiken poort wijzigen. U kunt pas afdrukken nadat u de poort hebt gewijzigd.
Pagina 281
(2) Klik op [Nieuwe poort]. Klik op [Volgende]. Voer het nieuwe IP-adres of de nieuwe naam van de printer in. (1) Voer bij [Printernaam of IP-adres] het IP-adres of de naam in van de nieuwe printer. De op de DNS-server te registreren DNS-naam (maximaal 78 tekens) (2) Klik op [Volgende].
Pagina 282
Klik op [Voltooien]. Klik op [Sluiten]. Klik op [Toepassen]. Klik op [OK].
Pagina 283
OPMERKING Een overbodige poort verwijderen Selecteer op het tabblad [Poorten] de poort die u wilt verwijderen en klik op [Poort verwijderen].
Pagina 284
0952-05W Waarden voor het instellen van een poort Bij het proces voor het toevoegen van een poort verschilt de bij [Printernaam of IP-adres] op te geven waarde in het hieronder weergegeven scherm, afhankelijk van de methode voor het instellen van het IP-adres van de printer. Als u het IP-adres handmatig aan de printer wilt toewijzen (Als u het te gebruiken IP-adres kent) Geef het IP-adres op bij [Printernaam of IP-adres].
Pagina 285
0952-05X Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving, kunt u afdrukken vanaf andere computers (clients) die niet rechtstreeks met deze printer zijn verbonden. De computer die rechtstreeks op de printer is aangesloten, heet de "afdrukserver" en de computers die de printer gebruiken via de afdrukserver, worden "clients"...
Pagina 286
OPMERKING Aandachtspunten bij het downloaden en installeren van het printerstuurprogramma Als op de afdrukserver een 64-bits besturingssysteem wordt uitgevoerd, wordt vanwege een Windows-restrictie de downloadinstallatie niet ondersteund voor client-computers waarop een van de volgende 32-bits besturingssystemen is geïnstalleerd. Windows XP (waarvoor geen servicepack of SP1 is geïnstalleerd) Windows Server 2003 (waarvoor geen servicepack geïnstalleerd) Als u het printerstuurprogramma downloadt en installeert op een van de bovengenoemde 32-bits besturingssystemen, wordt het stuurprogramma mogelijk niet geïnstalleerd en kunt u het dialoogvenster met...
Pagina 287
0952-05Y De afdrukserver configureren Controleer de instellingen van uw netwerkomgeving voordat u de afdrukserver configureert. "De instellingen van uw netwerk controleren" Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Open het tabblad [Delen]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer vervolgens [Delen] in de keuzelijst. 1.
Pagina 288
Klik op [Doorgaan] als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven. Installeer vervolgens het extra printerstuurprogramma aan de hand van de volgende procedure. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van de computer en klik op [Extra stuurprogramma's]. Als Cd-rom installatie wordt weergegeven, klikt u op [Afsluiten]. OPMERKING Wanneer u een extra stuurprogramma bijwerkt (vervangend stuurprogramma) Voer de volgende procedure uit.
Pagina 289
Selecteer als volgt het extra stuurprogramma, afhankelijk van het besturingssysteem op de afdrukserver. Afdrukserver Te selecteren extra stuurprogramma 32-bits besturingssysteem Schakel het selectievakje [x64] in. 64-bits besturingssysteem Schakel het selectievakje [Windows XP en Windows Server 2003] in voor de kolom [Versie]. (Windows XP en Server 2003) 64-bits besturingssysteem Schakel het selectievakje [x86] in voor de kolom [Processor].
Pagina 290
Klik op [OK]. De installatie van het extra printerstuurprogramma wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. Wanneer het volgende scherm wordt gesloten, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja]. Klik op [Sluiten] of op [OK].
Pagina 291
Het printerpictogram verandert in het gedeelde-printerpictogram. BELANGRIJK De instellingen voor het delen van de printer uitschakelen U kunt de volgende procedure gebruiken om deze instellingen te wissen. Selecteer [Deze printer niet delen] op het tabblad [Delen]. Schakel het selectievakje [Deze printer delen] uit op het tabblad [Delen]. Als [Opties voor delen wijzigen] wordt weergegeven, klikt u op [Opties voor delen wijzigen].
Pagina 292
0952-060 De instellingen van uw netwerk controleren Controleer aan de hand van de volgende procedure de instellingen van uw netwerkomgeving voordat u de afdrukserver configureert. Voer de volgende procedure uit. 6HOHFWHHU >&RQILJXUDWLHVFKHUP@ LQ KHW PHQX >6WDUW@ HQ NOLN YHUYROJHQV RS >1HWZHUN HQ ,QWHUQHWYHUELQGLQJHQ@ [Netwerkverbindingen].
Pagina 293
Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Controleer of [Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken] is geselecteerd. (1) Controleer of het selectievakje [Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken] is ingeschakeld. (Als het selectievakje niet is ingeschakeld, schakelt u het in.) (2) Klik op [OK].
Pagina 294
0952-061 Installatie op clients U kunt het printerstuurprogramma op twee manieren op een clientcomputer installeren: Via een lokale installatie of een downloadinstallatie. Lokale installatie U kunt het printerstuurprogramma installeren vanaf de meegeleverde cd-rom. "Eenvoudige installatie" Installatie via download U kunt het printerstuurprogramma zonder de meegeleverde cd-rom installeren door het stuurprogramma van de afdrukserver te downloaden.
Pagina 295
0952-062 Installatie vanuit de printermap De procedure voor het installeren van het printerstuurprogramma vanuit de printermap verschilt al naar gelang uw besturingssysteem. Raadpleeg de procedure voor uw besturingssysteem. Windows Vista, 7 en Server 2008 Windows XP en Server 2003 Windows Vista, 7 en Server 2008 Schakel de computer in en meld u aan bij Windows.
Pagina 296
Klik op [De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst]. Voer de volgende procedure uit. (1) Selecteer [Een gedeelde printer op naam selecteren]. (2) Klik op [Volgende]. Selecteer een gedeelde printer. (1) Selecteer een gedeelde printer op de afdrukserver. (2) Klik op [Selecteren].
Pagina 297
OPMERKING Het netwerkpad rechtstreeks invoeren Geef het netwerkpad op als "\\naam afdrukserver (computernaam van afdrukserver)\printernaam." Klik op [Stuurprogramma installeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Klik op [Volgende]. Wanneer [Als standaardprinter instellen] wordt weergegeven, geeft u aan of u de printer als de standaardprinter wilt gebruiken.
Pagina 298
Windows XP en Server 2003 Schakel de computer in en meld u aan bij Windows. Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Geef de [Wizard Printer toevoegen] weer. Klik op [Een printer toevoegen]. Dubbelklik op [Printer toevoegen]. Klik op [Volgende].
Pagina 299
Selecteer een printertype. (1) Selecteer [Netwerkprinter of een printer die met een andere computer is verbonden]. (2) Klik op [Volgende]. Voer de volgende procedure uit. (1) Selecteer [Verbinding maken met deze printer (of selecteer deze optie en klik op Volgende)]. (2) Klik op [Volgende].
Pagina 300
Als het dialoogvenster [Verbinding maken met printer] wordt weergegeven Volg de aanwijzingen in het bericht. OPMERKING Het netwerkpad rechtstreeks invoeren Geef het netwerkpad op als "\\naam afdrukserver (computernaam van afdrukserver)\printernaam." Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, selecteert u of u deze printer wel of niet als standaardprinter wilt instellen.
Pagina 301
0952-063 Installeren vanuit [Windows Verkenner] Schakel de computer in en meld u aan bij Windows. Open [Windows Verkenner]. 2SHQ KHW PHQX >6WDUW@ HQ VHOHFWHHU >$OOH SURJUDPPD
V@ RI >3URJUDPPD
V@ >%XUHDXDFFHVVRLUHV@ >:LQGRZV 9HUNHQQHU@ Voer de volgende procedure uit. (1) Selecteer de afdrukserver bij [Mijn netwerklocaties] of [Netwerk]. (2) Dubbelklik op het gedeelde-printerpictogram of sleep het pictogram naar de printermap.
Pagina 302
0952-064 De printer beheren Software voor het beheren van de printer Remote UI FTP-client NetSpot Device Installer De printerinstellingen controleren...
Pagina 303
0952-065 Software voor het beheren van de printer U kunt de printer beheren met de volgende software. Aangezien de items die u kunt beheren verschillen al naar gelang de software, gebruikt u de software op basis van uw omgeving of van het item dat u wilt beheren. : Kan worden beheerd : Kan niet worden beheerd : Kan deels worden beheerd...
Pagina 304
0952-066 Remote UI Met de Remote UI kunt u de printer beheren via een webbrowser. <Kenmerken van de Remote UI> Er is geen specifieke software nodig. De Remote UI kan worden bediend via een webbrowser. U hebt geen specifieke software nodig om de Remote UI te gebruiken.
Pagina 305
0952-067 De Remote UI starten U kunt de Remote UI op twee manieren starten. De Remote UI starten vanuit het printerstatusvenster De Remote UI rechtstreeks vanuit een webbrowser starten "Let op (Remote UI)" voordat u de Remote UI start. De Remote UI starten vanuit het printerstatusvenster Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam.
Pagina 306
OPMERKING Wanneer u de beheerdersmodus verlaat Klik op [Log Out]. De Remote UI rechtstreeks vanuit een webbrowser starten Start de webbrowser. Typ "http://<het IP-adres van de printer>/" in het adresveld en druk vervolgens op [ENTER] op het toetsenbord. Typ bijvoorbeeld: "http://192.168.0.215/" Als de hostnaam van de printer is geregistreerd op de DNS-server, kunt u ["hostnaam"."domeinnaam"] in plaats van het IP-adres invoeren.
Pagina 307
Meld u zo nodig aan als beheerder. Door u aan te melden als beheerder, kunt u alle bewerkingen uitvoeren en alle instellingen configureren van de Remote UI. (1) Voer een wachtwoord in bij [Administrator Password]. Als het beheerderswachtwoord niet is opgegeven, hoeft u hier geen wachtwoord in te voeren. (2) Klik op [Log In].
Pagina 308
0952-068 Let op (Remote UI) OPMERKING Wanneer u een proxyserver gebruikt Bij de instellingen voor de proxyserver van de webbrowser voegt u het IP-adres van de printer toe aan [Uitzonderingen] (de adressen waarvoor geen gebruik wordt gemaakt van de proxyserver). De instellingen verschillen al naar gelang de netwerkomgeving.
Pagina 309
0952-069 De Remote UI inschakelen In dit gedeelte wordt de procedure besproken voor het inschakelen van de Remote UI via het printerstatusvenster. OPMERKING Wanneer u de Remote UI inschakelt met andere software U kunt de Remote UI ook inschakelen met de volgende software. "FTP-client"...
Pagina 310
Klik op [OK]. Start de printer opnieuw op. (Schakel de printer uit, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer in.) Nadat de printer opnieuw is opgestart, is de Remote UI ingeschakeld.
Pagina 311
0952-06A Schermindeling van de Remote UI (Details van elke instellingenpagina) Hiermee wordt de bovenste pagina van de Remote UI weergegeven. Hiermee wordt de hiërarchie van de weergegeven pagina weergegeven. Wanneer u op een weergegeven paginanaam klikt, wordt de pagina met die naam weergegeven. Wanneer u zich aanmeldt als beheerder, voert u het beheerderswachtwoord in.
Pagina 312
[Device Status] Hier worden berichten over de printerstatus weergegeven. Afhankelijk van de printerstatus, verandert de kleur van het indicatielampje als volgt. De printer bevindt zich in de normale staat. (groen) (De printer is klaar voor gebruik of staat in de slaapstand.) Enige aandacht is nodig maar deze status heeft geen invloed op de afdruktaak.
Pagina 313
De pagina [Information] Toont de printergegevens, beveiligingsinstellingen, enzovoort. [Device Information] Toont algemene informatie over de printer. Door op [Change] te klikken, wordt de pagina [Change Device Information] weergegeven. Raadpleeg de Helpfunctie voor meer informatie over de pagina [Change Device Information]. (U kunt de Helpfunctie weergeven door te klikken op [ [Language] Toont de huidige weergavetaal die in de Remote UI wordt gebruikt.
Pagina 314
OPMERKING De instellingen wijzigen U kunt de instellingen alleen wijzigen wanneer u zich als beheerder hebt aangemeld. De pagina [Features] Toont de maximale afdruksnelheid, het totale aantal afgedrukte pagina's, enzovoort. De pagina [Network] Toont de netwerkinstellingen voor de printer, enzovoort. [Network Interface] Toont informatie over de netwerkinterface, enzovoort.
Pagina 315
OPMERKING De instellingen wijzigen U kunt de instellingen alleen wijzigen wanneer u zich als beheerder hebt aangemeld. Nadat u de netwerkinstellingen hebt gewijzigd, klikt u op [Reset]. Nadat de reset-bewerking is voltooid, zijn de instellingen actief.
Pagina 316
0952-06C De weergavetaal van de Remote UI wijzigen Selecteer Chinese, English, French, German, Italian, Spanish of Japanese als weergavetaal voor de Remote UI. Selecteer [Information] in het menu [Device Manager]. Klik op [Change] bij [Language]. Als [Change] niet wordt weergegeven Meld u aan als beheerder.
Pagina 318
0952-06E FTP-client In de FTP-client kunt u de netwerkinstellingen, beveiligingsinstellingen en dergelijke opgeven door via de opdrachtprompt toegang te zoeken tot de FTP-server van de printer. <Kenmerken van de FTP-client> Er is geen specifieke software nodig. U kunt de FTP-client openen via de opdrachtprompt van Windows. U hebt geen specifieke software nodig om de FTP-client te gebruiken.
Pagina 319
Bewerk het configuratiebestand in Kladblok of een vergelijkbare teksteditor. Zie "Netwerkinstellingen" voor meer informatie over elke optie. Typ "put <de bestandsnaam> CONFIG" en druk op [ENTER] op het toetsenbord. Geef bij <de bestandsnaam> de bestandsnaam op die u bij het downloaden van het configuratiebestand hebt ingevoerd. Typ "get reset"...
Pagina 320
Windows Vista (32-bits of 64-bits versie) Windows 7 (32-bits of 64-bits versie) Windows Server 2003 Windows Server 2003 x64 Editions Windows Server 2008 (32-bits of 64-bits versie) Raadpleeg de website van Canon (http://www.canon.com/) voor meer informatie over de meest recente versie van...
Pagina 321
NetSpot Device Installer. Computer Een computer waarop een van de bovengenoemde besturingssystemen kan worden uitgevoerd Vaste-schijfruimte 20 MB of meer beschikbare schijfruimte (om de software op de computer te installeren) Protocol TCP/IP Protocolstack TCP/IP-protocol, bij Windows geleverd...
Pagina 322
0952-06H NetSpot Device Installer installeren U kunt NetSpot Device Installer ook gebruiken zonder het programma te installeren. "NetSpot Device Installer gebruiken" BELANGRIJK Richtlijnen bij het installeren van NetSpot Device Installer Sluit alle overige toepassingen voordat u met de installatie begint. Een gebruiker zonder beheerdersrechten kan de installatie niet uitvoeren.
Pagina 323
Open de mappen [NetSpot_Device_Installer] - [Windows]. Dubbelklik op [nsdisetup.exe]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Lees de inhoud van de licentieovereenkomst en klik vervolgens op [Yes].
Pagina 324
Start de installatie. (1) Controleer de installatielocatie. Klik op [Browse] en selecteer een map als u de installatiemap wilt wijzigen. Als u NetSpot Device Installer niet wilt toevoegen aan het menu [Start], schakelt u het selectievakje [Add to Start Menu] uit. (2) Klik op [OK].
Pagina 325
OPMERKING Invoegtoepassingen U kunt de functies van NetSpot Device Installer uitbreiden door invoegtoepassingen te installeren. Raadpleeg het leesmij-bestand bij NetSpot Device Installer voor meer informatie over invoegtoepassingen. U kunt het leesmij-bestand weergeven door te klikken op [ ] in [NetSpot Device Installer voor TCP/IP] in het scherm [Extra software] van de cd-rom-installatie.
Pagina 326
0952-06J NetSpot Device Installer gebruiken Procedure voor het uitvoeren van NetSpot Device Installer U kunt NetSpot Device Installer op één van de volgende manieren uitvoeren. De geïnstalleerde versie van NetSpot Device Installer uitvoeren NetSpot Device Installer uitvoeren vanaf de meegeleverde cd-rom De geïnstalleerde versie van NetSpot Device Installer uitvoeren Voer NetSpot Device Installer uit.
Pagina 327
Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Klik op [AUTORUN.EXE uitvoeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. Klik op [Starten] bij [NetSpot Device Installer voor TCP/IP]. Als de [Licentieovereenkomst] wordt weergegeven, leest u deze en klikt u op [Ja].
Pagina 328
Als NetSpot Device Installer niet in het menu [Start] is opgenomen Dubbelklik op [rmnsdi.bat] in de volgende locatie. "\Documents and Settings\<de gebruikersnaam>\Local Settings\Application Data\canon.jp\nsdi" op het station waarop het systeem is geïnstalleerd "\Gebruikers\<de gebruikersnaam>\AppData\Local\canon.jp\nsdi" op het station waarop het systeem is geïnstalleerd Als NetSpot Device Installer niet volledig kan worden verwijderd Raadpleeg het leesmij-bestand in de map waarin NetSpot Device Installer is geïnstalleerd.
Pagina 329
0952-06L De printerinstellingen controleren U kunt de printerstatus, de netwerkinstellingen, en dergelijke controleren door een statusafdruk te maken. De netwerkstatusafdruk is ontworpen om te worden afgedrukt op A4-papier. Zorg er dus voor dat A4-papier is geplaatst. U kunt de netwerkinstellingen en dergelijke ook controleren met de volgende software. "Remote UI"...
Pagina 330
Als de statusafdruk niet wordt afgedrukt "Er kan niet worden afgedrukt (USB-verbinding)" "Er kan niet worden afgedrukt (LAN-verbinding)" "Er kan niet worden afgedrukt (via de afdrukserver)"...
Pagina 331
0952-06R Problemen oplossen Problemen met de printereenheid Er kan niet worden afgedrukt De printer doet er lang over om de afdruktaak te starten U kunt de printer niet inschakelen Alle indicatielampjes van de netwerkinterface zijn uit Problemen met het stuurprogramma U kunt het printerstuurprogramma niet installeren U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd...
Pagina 332
0952-06S Er kan niet worden afgedrukt Welke oplossing van toepassing is wanneer er niet kan worden afgedrukt, is afhankelijk van uw omgeving. Gebruik de oplossing die voor uw omgeving van toepassing is. Als u de printer gebruikt via een directe verbinding Als de printer is aangesloten via een USB-kabel "Er kan niet worden afgedrukt (USB-verbinding)"...
Pagina 333
0952-06U Er kan niet worden afgedrukt (USB-verbinding) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer via een USB-kabel op de computer is aangesloten, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? Ingeschakeld Naar <Vraag 2>...
Pagina 334
Probeer het volgende. Als u een hub gebruikt, sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer. Als u een lange USB-kabel gebruikt, vervangt u die door een korte kabel. Aangesloten Als u over een andere USB-kabel beschikt, gebruikt u die. Als er nog steeds niet wordt afgedrukt, ga dan verder naar <Vraag 4>.
Pagina 335
Werkt de printer nog steeds niet, ga dan verder naar <Vraag 9>. <Vraag 9> Verwijder het USB-stuurprogramma en installeer het printerstuurprogramma opnieuw. "Het USB-stuurprogramma verwijderen" "Het printerstuurprogramma verwijderen" "Het printerstuurprogramma installeren" Werkt de printer nog steeds niet, neem dan contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 336
0952-06W Er kan niet worden afgedrukt (LAN-verbinding) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer via een LAN-kabel op de computer is aangesloten, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? Ingeschakeld Naar <Vraag 2>...
Pagina 337
Het indicatielampje 100 brandt. De hardware van de printer bevindt zich in een abnormale staat. Het indicatielampje ERR brandt. Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. "Alle indicatielampjes van de netwerkinterface zijn uit" Alle indicatielampjes zijn uit.
Pagina 338
Controleer met behulp van de PING-opdracht of het IP-adres juist is ingesteld. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Ingesteld Naar <Vraag 7> Stel het IP-adres goed in. Niet ingesteld "Het IP-adres instellen" <Vraag 7> Is de te gebruiken poort juist geselecteerd? "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Geselecteerd Naar <Vraag 8>...
Pagina 339
<Vraag 11> Kunt u afdrukken vanaf een andere computer (LAN-verbinding)? Wordt afgedrukt Schakel alle residente software uit, met inbegrip van beveiligingssoftware. Wordt niet afgedrukt Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 340
0952-06X Er kan niet worden afgedrukt (via de afdrukserver) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer wordt gebruikt via de afdrukserver, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? Ingeschakeld Naar <Vraag 2>...
Pagina 341
Aangesloten Naar <Vraag 4> Sluit de kabel goed aan. Niet aangesloten "De printer en computer aansluiten" <Vraag 4> Kan uw computer verbinding maken met de afdrukserver of de gedeelde printer? Kan verbinding maken Naar <Vraag 5> "De afdrukserver waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet gevonden"...
Pagina 342
Werkt de printer nog steeds niet, ga dan verder naar <Vraag 9>. <Vraag 9> Kan een andere client wel afdrukken? Wordt afgedrukt Schakel alle residente software uit, met inbegrip van beveiligingssoftware. Wordt niet afgedrukt Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 343
0952-06Y De afdrukserver waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet gevonden Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De LAN-kabel is niet goed aangesloten. Oplossing Sluit de afdrukserver op de juiste wijze met de LAN-kabel aan op de clientcomputer. <Oorzaak 2>...
Pagina 344
0952-070 Er is geen toegang tot de gedeelde printer Voer een van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De gebruiker van de gewenste computer is niet geregistreerd of er is geen wachtwoord opgegeven. Registreer de gebruiker van de te gebruiken computer of specificeer het wachtwoord op de afdrukserver. Oplossing Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
Pagina 345
0952-071 De printer doet er lang over om de afdruktaak te starten <Oorzaak 1> De printer koelt zichzelf af zodat de afdrukkwaliteit behouden blijft (met name na het afdrukken van papier met een smallere breedte). Een ogenblik geduld. De printer koelt de binnenkant automatisch af. Oplossing Nadat de binnenkant is afgekoeld, wordt het afdrukken hervat.
Pagina 346
0952-072 U kunt de printer niet inschakelen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Het netsnoer is niet op de wandcontactdoos aangesloten. Oplossing Sluit de stekker van het netsnoer aan op een wandcontactdoos. <Oorzaak 2> De printer is aangesloten op een verlengsnoer of op een meervoudige stekkerdoos.
Pagina 347
<Oorzaak 4> Geen communicatie mogelijk met de hub. Oplossing Controleer of de hub is ingeschakeld. <Oorzaak 5> De hardware van de printer bevindt zich in een abnormale staat. Oplossing Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen.
Pagina 348
0952-074 U kunt het printerstuurprogramma niet installeren Als er zich een probleem voordoet tijdens de installatie Selecteer in de volgende lijst het probleem dat zich tijdens de installatie voordoet. Verbinding met een USB-kabel "De printer wordt niet automatisch herkend (Eenvoudige installatie)" Verbinding met een LAN-kabel "Er kan niet naar de printer worden gezocht (Automatische installatie)"...
Pagina 349
0952-075 De printer wordt niet automatisch herkend (Eenvoudige installatie) Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De printer is niet ingeschakeld. Oplossing Schakel de printer in. <Oorzaak 2> De USB-kabel is niet goed aangesloten. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de computer.
Pagina 350
0952-076 Er kan niet naar de printer worden gezocht (Automatische installatie) Als niet naar de printer kan worden gezocht (en er geen apparaten worden weergegeven in [Lijst met printers]), voert u de volgende procedure uit. Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. "De printer en computer aansluiten"...
Pagina 351
0952-077 U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen Voer de volgende procedure uit. Start het verwijderprogramma rechtstreeks vanaf de meegeleverde cd-rom en verwijder het printerstuurprogramma. Oplossing 1 "Het verwijderprogramma starten vanaf de cd-rom" "Het printerstuurprogramma verwijderen" Oplossing 2 Verwijder het USB-stuurprogramma. "Het USB-stuurprogramma verwijderen"...
Pagina 352
0952-078 Het verwijderprogramma starten vanaf de cd-rom Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. Klik op [Afsluiten] wanneer het volgende bericht verschijnt. Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Selecteer [Map openen en bestanden weergeven] en ga verder met Stap 4. Open [Deze computer] of [Computer].
Pagina 353
Open de map waarin het verwijderprogramma is opgenomen. Voor een 32-bits besturingssysteem Open de mappen [Dutch] - [32bit] - [MISC]. Voor een 64-bits besturingssysteem Open de mappen [Dutch] - [x64] - [MISC]. Dubbelklik op het EXE-bestand.
Pagina 354
Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Doorgaan] of op [Ja]. "Het printerstuurprogramma verwijderen" voor meer informatie over het verwijderen.
Pagina 355
Open het menu [Start], selecteer [Configuratiescherm] en dubbelklik op [Programma's en onderdelen]. Controleer of [Canon LBP6310] niet wordt weergegeven. (1) Controleer of [Canon LBP6310] niet wordt weergegeven in het dialoogvenster. (2) Klik op [ ] om het dialoogvenster te sluiten.
Pagina 356
Open [Apparaatbeheer]. 1. Selecteer [Configuratiescherm] in het menu [Start]. 2. .OLN RS >3UHVWDWLHV HQ RQGHUKRXG@ >6\VWHHP@ 3. 2SHQ KHW WDEEODG >+DUGZDUH@ >$SSDUDDWEHKHHU@ 1. Selecteer [Configuratiescherm] in het menu [Start]. 2. .OLN RS >+DUGZDUH HQ JHOXLGHQ@ RI >+DUGZDUH@ >$SSDUDDWEHKHHU@ 1. 2SHQ KHW PHQX >6WDUW@ HQ VHOHFWHHU >&RQILJXUDWLHVFKHUP@ >6\VWHHP@ 2.
Pagina 357
Als het USB-stuurprogramma wordt weergegeven bij [Overige apparaten] Selecteer het USB-stuurprogramma dat wordt weergegeven als [Onbekend apparaat] en verwijder het stuurprogramma. Klik op [OK]. Klik op [ ] om het dialoogvenster [Apparaatbeheer] te sluiten. Maak de USB-kabel los van de computer en start Windows opnieuw.
Pagina 358
0952-07A De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd Als [Spooling op host] (bepaalt of de afdrukgegevens al dan niet op de computer worden verwerkt) is ingesteld op [Uitgeschakeld], kunt u de instellingen van het stuurprogramma niet wijzigen omdat sommige opties niet beschikbaar zijn. U kunt de instellingen wijzigen door [Spooling op host] te wijzigen in [Auto] met behulp van de volgende procedure.
Pagina 359
0952-07C Profielen kunnen niet worden geselecteerd of bewerkt Wanneer de selectievakjes [Profielselectie toestaan] en [Instelling bewerken toestaan] zijn uitgeschakeld, is het selecteren en bewerken van een profiel beperkt. Als u een profiel wilt selecteren of bewerken, schakelt u het selectievakje in aan de hand van de volgende procedure. Open de printermap.
Pagina 360
U moet over beheerdersrechten beschikken om de instelling te kunnen wijzigen. Neem contact op met de systeembeheerder. Klik op [OK].
Pagina 361
0952-07E De status van de papierinvoer kan niet automatisch worden opgehaald Als u de instellingen voor Lade 2 (optioneel) niet kunt opgeven bij [Papierbron] of [Papierformaten registreren], geeft u de status van de papierinvoer op aan de hand van de volgende procedure. Open de printermap.
Pagina 362
Verwijder de papierinvoer en installeer deze weer. Als de status van de papierinvoer ook niet kan worden opgehaald door de papierinvoer opnieuw te installeren, volgt u de onderstaande procedure en zorgt u ervoor dat printer en computer met elkaar kunnen communiceren. "Er kan niet worden afgedrukt (USB-verbinding)"...
Pagina 363
0952-07F Papierstoringen Raadpleeg "Let op (Papierstoringen)" voordat u een papierstoring verhelpt. Wanneer papier vastloopt tijdens het afdrukken, knippert het oranje indicatielampje (Papierstoring) en wordt een bericht weergegeven in het printerstatusvenster. Verwijder het vastgelopen papier in elk gebied in de volgorde zoals weergegeven in het bericht. Bericht en verwijderingsprocedure Gebied papierstoring (1) "Papierstoringen oplossen (Multifunctionele lade)"...
Pagina 364
0952-07H Let op (Papierstoringen) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". VOORZICHTIG Haal uw handen niet van de transportgeleider. Haal uw handen pas van de transportgeleider nadat deze weer in de uitgangspositie staat wanneer u de transportgeleider naar u toe kantelt. De transportgeleider kan terugspringen naar de uitgangspositie, hetgeen kan leiden tot persoonlijk letsel.
Pagina 366
0952-07J Papierstoringen oplossen (Multifunctionele lade) Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar volg de procedure voor een van de andere gebieden die in het bericht worden weergegeven. Vervolgens gaat u verder met de verwijderingsprocedure voor een ander gebied dat in het bericht wordt weergegeven.
Pagina 367
0952-07K Papierstoringen oplossen (Papierlade) Trek de papierlade eruit. Als de papierinvoer is geïnstalleerd, verwijdert u eveneens de papierlade van de papierinvoer. Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar ga verder naar Stap 3 en volg de procedure voor een van de andere gebieden die in een bericht worden weergegeven.
Pagina 368
0952-07L Papierstoringen oplossen (Duplex-eenheid) Trek de papierlade eruit. Terwijl u het groene tabje (A) vasthoudt, opent u de transportgeleider voor dubbelzijdig afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar ga verder naar Stap 4.
Pagina 369
U sluit deze door stevig op de beide uiteinden te drukken. Plaats de papierlade in de printer. Open de klep van de duplex-eenheid. Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar ga verder naar Stap 8 en volg de procedure voor een van de andere gebieden die in een bericht worden weergegeven.
Pagina 370
"Papierstoringen oplossen (Papierlade)" (3) "Papierstoringen oplossen (Duplex-eenheid)" "Papierstoringen oplossen (Binnen het uitvoergebied)" "Papierstoringen oplossen (Binnen de voorklep)"...
Pagina 371
0952-07R Papierstoringen oplossen (Binnen het uitvoergebied) Open de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar ga verder naar Stap 3 en volg de procedure voor een van de andere gebieden die in een bericht worden weergegeven.
Pagina 372
0952-07S Papierstoringen oplossen (Binnen de voorklep) Als u de multifunctionele lade gebruikt, sluit u deze. Open de voorklep door op de knop Openen te drukken. Verwijder de tonercassette. Berg de verwijderde tonercassette onmiddellijk op in de originele beschermende verpakking of wikkel de cassette in een stevige doek.
Pagina 373
Terwijl u het groene tabje (A) vasthoudt, kantelt u de transportgeleider naar u toe. Haal uw handen pas van de transportgeleider nadat deze weer in de uitgangspositie staat (zie Stap 6). Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Verwijder het vastgelopen papier in een zo horizontaal mogelijke positie om te voorkomen dat niet-gefixeerde toner wordt verspild.
Pagina 374
Sluit de voorklep. Het indicatielampje (Papierstoring) gaat uit en de printer is gereed om af te drukken. Als u de voorklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercassette goed in de printer is geïnstalleerd. Gebruik geen kracht om de voorklep te sluiten, omdat dit kan resulteren in schade aan de printer.
Pagina 375
Als het bericht niet opnieuw wordt weergegeven, is de printer gereed. Als het bericht opnieuw verschijnt, moet u service aanvragen. Volg de onderstaande procedure en neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. Schrijf de foutcode op die in het printerstatusvenster wordt weergegeven.
Pagina 376
Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. Geef aan uw Canon-dealer ook de foutcode door die u hebt opgeschreven in Stap 2. Als u niet zeker weet wat het probleem is, neemt u contact op met uw bevoegde Canon-dealer. Het Alarm-indicatielampje knippert...
Pagina 377
Los het probleem op aan de hand van het bericht dat in het printerstatusvenster wordt weergegeven. "Er wordt een bericht weergegeven in het printerstatusvenster" Als het printerstatusvenster niet wordt weergegeven "Printerstatusvenster"...
Pagina 378
Als de servicefout opnieuw wordt weergegeven na het uit- en weer inschakelen van de printer, schakelt u Oplossing de printer uit en neemt u vervolgens contact op met uw bevoegde Canon-dealer. Geef aan uw Canon-dealer de weergegeven foutcode en het probleem door.
Pagina 379
Kan niet communiceren met server <Oorzaak> De clientcomputer kan niet communiceren met de afdrukserver. Oplossing Controleer de status van de afdrukserver en van uw computer. Communicatiefout <Oorzaak> De USB-kabel is niet aangesloten of de printer is niet ingeschakeld. Oplossing Sluit de USB-kabel aan. Oplossing Schakel de printer in.
Pagina 380
Kon niet afdrukken <Oorzaak> Gegevensoverdracht naar de printer is onderbroken of er is een overdrachtsfout opgetreden. Door te klikken op [ ] (Fout oplossen) wordt het afdrukken voortgezet. Oplossing Het foutbericht kan echter opnieuw worden weergegeven. Oplossing Annuleer de afdruktaak en druk opnieuw af. "Een taak annuleren"...
Pagina 381
<Oorzaak> De uitvoerlade is gevuld met afdrukken. Oplossing Verwijder het papier uit de uitvoerlade. Bezig met bijwerken firmware <Oorzaak> De firmware wordt bijgewerkt. Oplossing Een ogenblik geduld. Voorklep open <Oorzaak> De voorklep staat open. Oplossing Sluit de voorklep. Onvoldoende geheugen <Oorzaak>...
Pagina 382
Reiniging starten <Oorzaak> De printer wacht op het plaatsen van de reinigingspagina. Plaats de reinigingspagina in de multifunctionele lade met de bedrukte zijde naar boven. Oplossing "De binnenkant van de printer reinigen" Controleer het papier <Oorzaak> Het afdrukken is onderbroken om te controleren of het in de multifunctionele lade geplaatste papier het juiste is.
Pagina 383
0952-07X Mindere afdrukresultaten Papier krult of wordt omgevouwen. Het papier krult Het papier kreukt Er verschijnen strepen (lijnen). De afdruk vertoont witte strepen Er verschijnen onregelmatigheden of vlekken. De afdruk is onregelmatig Afgedrukte pagina's bevatten witte stippen De toner vlekt of laat los De afdruk vertoont vegen De afdruk vertoont verticale strepen Vlekken van gemorste toner verschijnen rond de tekst of patronen...
Pagina 384
OPMERKING Contact opnemen met uw bevoegde Canon-dealer Als er zich een probleem voordoet dat niet in de e-Handleiding wordt vermeld, als met geen van de voorgestelde maatregelen het probleem kan worden opgelost of als u het probleem niet kunt vaststellen, is het raadzaam contact op te...
Pagina 385
0952-07Y Het papier krult Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt vochtig papier gebruikt. Oplossing Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak. "Richtlijnen voor papier" Voer de volgende procedure uit in het stuurprogramma van de printer als u normaal papier gebruikt (60 tot 90 g/m Oplossing 1.
Pagina 386
0952-080 Het papier kreukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Het papier is niet goed geplaatst in de papierlade of de multifunctionele lade. Plaats het papier in de juiste positie. Oplossing "Papier in de papierlade plaatsen" "Papier in de multifunctionele lade plaatsen"...
Pagina 387
0952-081 De afdruk vertoont witte strepen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De tonercassette is bijna leeg. Neem de tonercassette uit de printer, schud deze vijf of zes keer voorzichtig heen en weer om de toner Oplossing gelijkmatig te verspreiden en plaats de tonercassette weer terug.
Pagina 388
0952-082 De afdruk is onregelmatig Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Het papier is te vochtig of te droog. Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak. Oplossing "Richtlijnen voor papier" <Oorzaak 2>...
Pagina 389
0952-083 Afgedrukte pagina's bevatten witte stippen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 390
0952-084 De toner vlekt of laat los Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor [Papiersoort] is niet goed gedefinieerd. Stel [Papiersoort] goed in. Oplossing "Basisprocedure voor afdrukken" <Oorzaak 2> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt.
Pagina 391
0952-085 De afdruk vertoont vegen Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De fixeerrol in de printer is vuil. Reinig de fixeerrol. Oplossing "De binnenkant van de printer reinigen"...
Pagina 392
0952-086 De afdruk vertoont verticale strepen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Afhankelijk van de papiersoort of de bedrijfsomgeving kunnen op de afdruk verticale strepen verschijnen. Oplossing Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak. "Richtlijnen voor papier"...
Pagina 393
0952-087 Vlekken van gemorste toner verschijnen rond de tekst of patronen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 394
0952-088 De achterkant van de afdruk vertoont vegen Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Het formaat van de afdrukgegevens was groter dan dat van het geplaatste papier. Oplossing Controleer of het formaat van de afdrukgegevens overeenkomt met het formaat van het geplaatste papier.
Pagina 395
0952-089 Het algehele afdrukresultaat is donker Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor [Tonerdichtheid] is onjuist. Stel [Tonerdichtheid] in het printerstuurprogramma in op een lichtere instelling. Oplossing "De tonerdichtheid aanpassen" <Oorzaak 2> De printer wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of scherp licht. Verplaats de printer.
Pagina 396
0952-08A Er verschijnen resten van afbeeldingen op plaatsen waar niet is afgedrukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 397
0952-08C Er kleven witte stofdeeltjes aan de afgedrukte transparanten Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> U drukt op transparanten af nadat u onafgebroken op een andere papiersoort hebt afgedrukt. Oplossing Gebruik een zachte doek om de papierdeeltjes te verwijderen.
Pagina 398
0952-08E Het algehele afdrukresultaat is flets Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor [Tonerdichtheid] is onjuist. Stel [Tonerdichtheid] in het printerstuurprogramma in op een donkerder instelling. Oplossing "De tonerdichtheid aanpassen" <Oorzaak 2> [Tonerspaarstand] is ingeschakeld. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma.
Pagina 399
0952-08F Gekleurde lijnen en tekst zijn onscherp Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Er zijn dunne lijnen of tekst afgedrukt. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Kwaliteit]. Oplossing 2. Klik op [Geavanceerde instellingen]. 3. Stel [Druk gekleurde tekst en lijnen zwart af] in op [Aan].
Pagina 400
0952-08H De afdrukpositie is scheef Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> [Rugmarge] is opgegeven. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Afwerking]. Oplossing 2. Klik op [Rugmarge]. 3. Stel [Rugmarge] in op "0." <Oorzaak 2>...
Pagina 401
0952-08J Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor de schaalfactor is niet juist. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Pagina-instelling]. Oplossing 2.
Pagina 402
0952-08K Gegevens worden verkleind en afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak 1> De instelling voor de schaalfactor is niet juist. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Pagina-instelling]. Oplossing 2. Schakel het selectievakje [Handmatig schalen] uit. Als het selectievakje [Handmatig schalen] is uitgeschakeld, wordt de schaalfactor automatisch ingesteld overeenkomstig het [Paginaformaat] en het [Uitvoerformaat].
Pagina 403
0952-08L De volgende pagina wordt gedeeltelijk over de vorige pagina afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De regelafstand en het aantal regels per pagina zijn niet goed ingesteld in de toepassing. Geef in de toepassing de juiste instelling op voor de regelafstand en het aantal regels per pagina zodat de gegevens op één pagina passen.
Pagina 404
0952-08R Er wordt blanco papier uitgevoerd (Er is niets afgedrukt op het papier) Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De tonercassette werd geïnstalleerd zonder de afdichtingstape te verwijderen. Neem de tonercassette uit de printer, verwijder de afdichtingstape en plaats de tonercassette weer terug. Oplossing "Tonercassette vervangen"...
Pagina 405
0952-08S Het totale oppervlak van het papier wordt volledig zwart afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De kwaliteit van de drum in de tonercassette is achteruitgegaan. Vervang de tonercassette door een nieuw exemplaar. Oplossing "Tonercassette vervangen"...
Pagina 406
0952-08U De afdruk wijkt af van wat op het scherm wordt weergegeven Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Dit probleem kan zich bij sommige toepassingen voordoen afhankelijk van het te verwerken type afdrukgegevens. Door de volgende procedure uit te voeren in het printerstuurprogramma wordt het probleem mogelijk opgelost.
Pagina 407
0952-08W De klep van de bedrukte envelop is vastgekleefd Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De envelop is niet geschikt. Vervang de envelop door een envelop die in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 408
0952-08X Er worden meerdere vellen papier tegelijk ingevoerd Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> U gebruikt papier dat gewoonlijk per vel wordt ingevoerd. Waaier de stapel goed uit en maak een rechte stapel door het papier enkele malen op een vlakke ondergrond te stoten voordat u de stapel plaatst.
Pagina 409
0952-08Y Bijlage Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows...
Pagina 410
0952-090 Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows [Deze computer] of [Computer] weergeven Bovenste tabblad van de cd-rom weergeven Het IP-adres controleren met de PING-opdracht De processorversie van Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 controleren Een testpagina afdrukken in Windows Bidirectionele communicatie controleren De printermap weergeven Printers controleren in de afdrukserver De poort controleren...
Pagina 411
Typ "ping <het IP-adres van de printer>" en druk op [ENTER] op het toetsenbord. Typ bijvoorbeeld: "ping 192.168.0.215" Typ het IP-adres precies zoals dat is ingesteld voor de printer. Als het verkeerde IP-adres wordt ingevoerd, verkrijgt u niet het juiste controleresultaat. Controleer het weergegeven resultaat.
Pagina 412
Geef [Systeem] weer. .OLN RS >6\VWHHP HQ RQGHUKRXG@ RI >6\VWHHP HQ EHYHLOLJLQJ@ >6\VWHHP@ Dubbelklik op [Systeem]. Stel de processorversie vast. Voor een 32-bits besturingssysteem [32-bits besturingssysteem] wordt weergegeven. Voor een 64-bits besturingssysteem [64-bits besturingssysteem] wordt weergegeven. Een testpagina afdrukken in Windows U kunt de werking van het printerstuurprogramma controleren door een testpagina af te drukken in Windows.
Pagina 413
Druk een testpagina af. (1) Open het tabblad [Algemeen]. (2) Klik op [Testpagina afdrukken] om een testpagina af te drukken. Bidirectionele communicatie controleren Open de printermap. De printermap weergeven Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Eigenschappen] of [Eigenschappen voor printer] in de keuzelijst.
Pagina 414
Controleer de bidirectionele communicatie. (1) Open het tabblad [Poorten]. (2) Controleer of het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] is ingeschakeld. BELANGRIJK Zorg ervoor dat het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] is ingeschakeld. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, kunt u niet afdrukken. De printermap weergeven Open het menu [Start] en selecteer [Printers en faxapparaten].
Pagina 415
2SHQ KHW PHQX >6WDUW@ HQ VHOHFWHHU >$OOH SURJUDPPD
V@ RI >3URJUDPPD
V@ >%XUHDXDFFHVVRLUHV@ >:LQGRZV 9HUNHQQHU@ Controleer printers in de afdrukserver. (1) Selecteer de afdrukserver in [Mijn netwerklocaties] of [Netwerk]. (2) Controleer of het pictogram voor deze printer wordt weergegeven. De poort controleren Open de printermap.
Pagina 416
Instelling voor [Apparaattype] bij het instellen van een poort Als de printer niet wordt waargenomen bij het instellen van een poort, stelt u [Apparaattype] als volgt in. (1) Selecteer [Standaard] en selecteer vervolgens [Canon Network Printing Device with P9100]. (2) Klik op [Volgende].
Pagina 417
30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON MARKETING JAPAN INC. 16-6, Konan 2-chome, Minato-ku, Tokyo 108-8011, Japan CANON U.S.A., INC. One Canon Plaza, Lake Success, NY 11042, U.S.A. CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg, 59-61, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands CANON CHINA CO. LTD.
Pagina 418
0952-092 Voor Gebruikers van Windows 8 Deze printer ondersteunt Windows 8. Raadpleeg voor de bedieningsprocedures of beschrijvingen wanneer u Windows 8 gebruikt, de beschrijvingen van Windows Vista/7. Dit hoofdstuk beschrijft aanwijzingen voor een veilig gebruik wanneer u deze printer met Windows 8 gebruikt. Lees vooral de inhoud van dit hoofdstuk aandachtig door voordat u de printer in gebruik neemt.